Heel goed geschreven. Ik ben weliswaar geen Roosendaler, maar ik versta het dialect en ken de stad vanaf de jaren zestig. Grootouders aan beide kanten en veel familie woonden er. M'n oma langs moeders kant woonde aan de Kaai. Ze had op de hoek bij de brug, een kruidenierswinkel. Recht tegenover woonde m'n tante, de speelgoedwinkel Dhaeze. Daar logeerde ik vaak. De Kaai ken ik dus wel, de Erato zaal, viswinkel, de frieten bij Janus, de Kaplaars, en natuurlijk de Paterskerk. De Concordia, de Dimphina bar, de schuiven en de tunnel onder het spoor. Op zondagochtend na het ontbijt met m'n vader langs de Beek (Vliet) lopen en naar de schepen kijken. Toen lagen er best wel wat, oa tankers van rederij BP (zie foto's op
www.kustvaartforum.com/binnenvaartforum en dan bij rederijen kijken). En langs de melkfabriek lopen tot aan de suikerfabriek en dan langs het zwaaigat en de gastanks weer terug... De melkfabriek draaide toen nog op volle toeren. 's ochtends kwamen er tal van tractors over de Kaai met karren vol melkbussen er achter, waaronder onverwoestbare 1 cilinders van Lanz, de Bulldog. die de ruiten deden trillen. Verschrokken zei ik eens, op de stoel voor het raam bij oma van den Bogart staande: "Nou, nou, dâ waar nog us een kak-kak!"