Ik vind dit ook een heel mooi verhaal en ik raad iedereen aan om de verrassende presentatie die Kai Bloemers van zijn onderzoek heeft gemaakt op
https://prezi.com/gve5zfua_n_u/de-kolonisten-van-bloemers/ ook te bekijken.
Ik moet wel een historische correctie maken. Jacobus de emigrant is niet de Jacobus die 400 gulden leent van luitenant Willem Marie Camp en ermee vandoor gaat. De Jacobus die 400 gulden leent op onderpand van heel zijn hebben en houden, een huisje op Mun met een paar bunders bouw- en weiland [zie hierboven Ad van de Pas, het kadastrale nummer is 263] is zijn oudoom, een jongere broer van zijn grootvader, en naar ik begrijp een voorvader van de schrijver.
Ook wil ik het verhaal van Kai nog een beetje aanvullen:
Terwijl Geertrui, de moeder van Jacobus de emigrant, als meid in dienst was bij de familie Kusters in de Zandstraat, woonden haar broer en zus, Simon en Petronella, thuis bij hun vader en moeder op Haag. Enkele maanden na de dood van zijn vader in 1834 trouwt Simon met een meisje uit Oijen. In 1837 komt hij met justitie in aanraking voor diefstal en bedelarij. Hij sterft in 1839, 35 jaar. Petronella trouwt in 1842 een 35-jarige weduwnaar uit Grave met een zoon. Deze weduwnaar had behalve zijn vrouw ook vier van hun vijf kinderen moeten begraven. Petronella krijgt drie kinderen, een sterft jong, de anderen huwen en krijgen op hun beurt kinderen. Ook zij zijn overlevers.
De grootmoeder van Jacobus, Johanna Maria Wilbers weduwe van Petrus Bloemers, sterft in 1848 in Grave bij haar dochter Petronella. Zij is 78 jaar geworden.
Jacobus de oudoom heeft het ook niet getroffen. Hij is 32 jaar als hij in 1823 trouwt met de 20-jarige dienstmeid Geertrui van der Linden; zij wonen op de bedoening van zijn ouders en krijgen zeven kinderen. Zijn ouders sterven beiden in 1830. Van de grond alleen kan hij niet bestaan en maar zelden zijn er extra inkomsten door zich als dagloner te verhuren. (Kleine) criminaliteit helpt de familie ook niet echt vooruit:
– vader Jacobus wordt gevonnist voor mishandeling (1837, 45 jaar), diefstal (1848, 58 jaar) en (1852, 64 jaar). In 1855 moet hij zijn hele bezit, een huizinge met erf en aangelegen bouw- en weiland en dennenbossen te Schaijk sectie A 1793, 263, 279, 1350 en 1351, ofwel een huisje op Mun met een paar bunders bouw- en weiland, verhypothekeren om 400 gulden te lenen van de luitenant Willem Marie Camp.
– zijn zoon Paulus komt al als 10-jarig schaapherdertje met justitie in aanraking wegens diefstal (1847). Als 23 jarige en inmiddels gehuwd moet hij een maand de gevangenis in wegens diefstal (1860). In 1867 wordt Paulus Bloemers 29 jaar geboren te Schaijk wonende te Oss, arbeider, gedaagd wegens wederspannigheid tegen personen bekleed met overheidsgezag; in 1868 wordt Paulus Bloemers 31 jaar geboren te Schaijk wonende te Oss arbeider, getrouwd met Adriana van Mun, gedaagd wegens zware mishandeling, het toebrengen van slagen waardoor bloedstorting is voortgebragt aan de Rijksveldwachters Huibers en Paulus tijdens deze hunne dienst verrigten. Bij vonnis van 10 december 1868 wordt hij veroordeeld tot zes maanden eenzame opsluiting. Aangetekend wordt dat zijn gedrag in de gevangenis goed was.
– zijn dochter Petronella krijgt als 22 jarige één dag gevangenisstraf wegens diefstal (1865)
– zijn zoon Simon Bloemers, 30 jaar, getrouwd met Johanna Willems, krijgt veertien dagen eenzame opsluiting wegens diefstal (1866)
.