Nou, misschien wel een beetje. Als het winter was was het wel spannend! Vooral als je achter de grot tussen de struiken door liep. Ik herinner me nog goed dat daar een smal pad liep. In de zomer, wanneer het licht was, liep ik vaak langs de ren waar eenden, kippen en fazanten zaten. Die hoorden bij de boerderij die daar achter stond. Daar werkte broeder Dominicus op. Dat was één van de weinige broeders die geen onderwijzer was. Zij zorgden voor de tuin of bakten het brood. Broeder Ferdinand was de ziekenbroeder en hij verstelde schoenen.