Gon en Grada hoorden voor mij bij Ravenstein. Aangezien ik opgroeide in een katholiek gezin, zag ik hen elke dag in de H.Mis in de St.Luciakerk. Er was een "meisjescongregatie" (ik denk vanaf 12 jaar) op zondag middag voor het Lof. De dames Nienhuis hadden daar min of meer de leiding over. Wat we er deden en wat er precies het doel van was weet ik niet. Ik neem aan: bidden en zingen en ons aan de kerk binden. Ook hier moesten we als meisjes naar toe, maar dan hoefde je daarna niet naar het Lof. We gingen een keer met de meisjescongregatie een middag naar een retraitehuis in Uden o.l.v. de dames Nienhuis. Als jonge meiden hebben we daar de boel zodanig op zijn kop gezet dat in de week daarna een flinke donderpreek volgde. Gevolg was dat er geen uitstapjes meer werden gemaakt, ik denk dat de dames dat met dat stel pubermeiden niet meer aandurfden. Verder was ik met een jaar of 14/15 lid van de Missienaaikring. Dat was een groepje meisjes die wekelijks een avondje bij de dames aan huis kwamen voor het borduren van kerkgewaden enz. voor de "missie". Ik denk wel dat we er het nut van inzagen maar ook hier kwam lol maken op de eerste plaats. We kregen er warme citroen-aanmaaklimonade te drinken. Heel apart, want we dronken dat alleen bij de dames Nienhuis. Natuurlijk deden we ons best om mooi borduurwerk te maken maar ook hier haalden we wel eens een streek uit. De dames waren nogal bang van aard. We lieten jongens van onze leeftijd op het gesloten vensterluik bonken en dat veroorzaakte toch wel wat paniek, vooral bij Grada. Het is niet mooi wat we allemaal uitspookten, maar we waren te onnozel om in te zien wat we die dames, die immers de beste bedoelingen hadden, aandeden. Onze ouders waren natuurlijk niet op de hoogte van ons wangedrag, anders had het er thuis "gekruld".