De Steffenberg
Eind oktober 1964 was ik een weekend te gast op de Steffenberg. Ik was toen nog leerling in klas 6 van de lagere school met priester- missionarisidealen. Hoe de missionarissen hiervan lucht gekregen hadden weet ik niet maar in september stond er een pater aan de deur die me uitnodigde en mijn ouders gingen akkoord. Een grammofoonplaatje kreeg ik erbij cadeau.
Een overtuigend weekend met als hoogtepunt voor mij de film ‘Grazige weiden’ die op zaterdagavond werd vertoond in de gymzaal; een verfilming van een aantal Bijbelverhalen met een volledig donkere cast, een donkere leraar vertelt de verhalen en je ziet het verhaal dan door de ogen van de donkere kinderen; God is dan ook een vriendelijke donkere man.
M.i.v. het schooljaar 1965 verhuisde ik naar Vught, de Steffenberg, tot de zomer van 1969 was ik daar intern. De tweede klas doubleerde ik, in de derde dreigde het weer mis te gaan. Terug naar huis en daar 4 en 5 havo en 6 atheneum gedaan, mijn punten schoten omhoog; toch teveel last van heimwee?!
Je kwam maar een keer of 6, 7 thuis: de vakanties en een keer een weekend voor je verjaardag, de rest van het jaar was je thuis de Steffenberg. Ik heb er in die 4 jaar één of twee keer bezoek gehad van thuis. Ook in de zomervakantie kon je nog met de paters weg; ik ben twee keer twee weken op de fiets met een groep medeleerlingen, onder begeleiding van paters naar een camping in La Roche-en-Ardenne geweest. Ons kampeerveldje was onderdeel van een grotere camping maar lag toch apart, aan de andere kant van de Ourthe.
Dagelijkse gang van zaken:
De dag begon vroeg, de precieze tijd weet ik niet meer. Ergens rond half 7, opstaan, wassen en aankleden en dan had je de keuze: nog wat aan je huiswerk doen of naar de kerk, soms als misdienaar bij één van de altaartjes onder de kapel of gewoon de mis volgen. Half 8 ontbijt en goed 8 uur met z’n allen wandelen naar de school die bij de buurman (de paters van Scheut) stond. Daar 6 lessen van 50 minuten met twee kleine pauzes en om twee uur terug wandelen naar de Steffenberg waar de tafels gedekt stonden voor de warme maaltijd.
Na het eten recreatietijd tot half 4, dan studietijd tot 6 uur met een kwartiertje pauze. Broodmaaltijd en nog even vrij tot 7 uur. Laatste uur studie van 7 tot 8 en dan vrij tot om 9 uur de bel ging voor het avondgebed in de kapel. Daarna naar je kamer, om half 10 ging het licht uit en werd je geacht te gaan slapen.
Op woensdag en in het weekend zag de dagindeling er wat anders uit. Wat minder studie-uren en volop kans om te sporten; met mooi weer vooral voetbal maar in de wintertijd een basketbalcompetitie b.v. Zaterdagmorgen waren er ook nog 4 schoollessen. Bij elkaar dus 34 lesuren waarbij de klassieke talen een overwicht hadden; in de eerste klas 6 lesuren Latijn, in de tweede kwamen daar 5 uren Grieks bij. In de tweede kreeg je 6 talen: Nederlands, Frans, Engels, Duits, Latijn en Grieks. En daarbij nog godsdienst, algebra en meetkunde, geschiedenis, aardrijkskunde, tekenen, muziek, gym. In de 2e of 3e kreeg je natuurkunde. Scheikunde heb ik nooit gehad dat vak kwam pas in de 4e aan bod.
Naast het sporten in teamverband was er ook de mogelijkheid om te tafeltennissen, biljarten of creatief bezig zijn in de houtwerkplaats (om b.v. een bijzettafeltje te maken voor thuis, voor iedereen dezelfde bouwtekening).
In het bos wat verderop lag een waterplas waar we bij mooi weer konden gaan zwemmen.
’s Zondags natuurlijk naar de kapel voor de Mis; ik ben er lid geweest van het koor als sopraan voordat mijn stem ging breken.
Van alles wat
Roken was toen nog heel normaal, iedereen deed het. Zo jong als je was kreeg je daarvoor soms ook officieel de mogelijkheid, maar nam je die zeker stiekem: in de pauzes op school onder de overkapping die aan het oude gebouw zat, op de Steffenberg als je de kans kreeg. Wel uitkijken geblazen; als je ’s avonds stiekem op je kamer gerookt had en het peukje naar buiten gooide via het bovenraam kon er wel eens een pater beneden staan die precies telde uit welk raam hij de peuk zag vallen. Als je mocht roken was het een sport om je met een grotere sigaar of langere pijp te presenteren dan een van de paters had.
Roken mocht bij bijzondere gelegenheden b.v. als je samen voor de TV zat om te kijken naar het schaatsen. Het was de tijd van Ard en Keessie! En dan ook met z’n allen zo snel mogelijk uitrekenen wat een 5- kilometertijd betekende voor de puntentelling van het algemene klassement (computers waren er nog niet, dus proberen elkaar te verslaan en samen de commentator van de TV voor te zijn met je berekening).
Door de week ging om 9 uur de bel voor het avondgebed maar er waren regelmatig programma’s die duurden tot 21.10 uur. Als het een serie was die de verantwoordelijke pater ook graag zag moest de jongen die de sleutel van de bel had (ik ben dat ook een jaar geweest) op tijd aan de pater vragen of we de uitzending af mochten kijken. Die bellenjongen mocht ook ’s middags tijdens de studietijd een paar minuten eerder zijn kamer verlaten om op tijd beneden te zijn om de bel te laten klinken voor het einde van de studietijd.
Als je echt ziek was kon je naar een kleine ruimte waar enkele bedden stonden om verzorgd te worden door de ziekenzuster. Ik ben er één keer enkele dagen te gast geweest toen ik een enorme allergische reactie had op medicijnen die ik voorgeschreven had gekregen. De arts waarop de Steffenberg een beroep kon doen is toen ’s avonds laat of ’s nachts nog langsgekomen omdat de surveillerende pater, die zijn kamer had voor de klapdeuren van de gang waaraan onze kamers lagen, mijn uitslag, jeuk en pijn niet vertrouwde. Direct naar de ziekenboeg.
De enige vrouwen die er waren waren de nonnen die de keuken bestierden, maar er is één keer voor een paar weken een meisje geweest dat de schalen met aardappelen en groente bij de tafels bracht; die werd voortdurend en door iedereen nagekeken, is ook niet lang gebleven.
Met enige regelmaat werden er films vertoond in de gymzaal. Er werden ook toneeluitvoeringen gegeven, op het toneel van de studiezaal.
Groot was de belangstelling toen de meisjesrollen ook echt door meisjes werden gespeeld, leerlingen van Regina Coeli (daarvoor werden de meisjesrollen omgeschreven naar jongens toe).
Zo is er ook samengewerkt aan het klassieke drama Oedipus Rex dat opgevoerd werd in de kapel.
In de eerste klas mocht je nog niet op je eigen kamer het huiswerk maken maar dan was de studiezaal waar ieder z’n eigen plekje/bureautje had de geijkte plek. Met één surveillant voor in de ruimte had je gelegenheid genoeg om juist niet met je studie bezig te zijn.
In het tweede of derde jaar dat ik er zat kwam er een grote 4- baans racebaan in de recreatieruimte. Ik was één van de leerlingen die er zorg voor moesten dragen en als er iets kapot was of ontbrak mochten we met zijn tweeën op zaterdagmiddag naar de winkel in Den Bosch fietsen om het op te lossen. Vreemd, maar er was regelmatig zo’n fietstochtje nodig en als pater Wevers bezig was om de voetbalteams samen te stellen voor de wedstrijden van die middag dan had hij weinig tijd om door te vragen als je kwam met je het bericht dat er weer iets ontbrak of stuk was en kreeg je snel je toestemming.
Vrijdagavond was het douchen; allemaal op vooraf afgesproken tijd. Je kreeg daar dan 15 of 20 minuten de tijd voor.
Je had natuurlijk ook ‘vuile was’, sommige dingen werden centraal gewassen, lakens e.d. maar je persoonlijke dingen werden in mijn geval, hoe anderen het regelden weet ik niet, thuis gewassen door mijn moeder. Ik had daarvoor twee stevige waszakken die mijn moeder gemaakt had van stevige persdoeken van het werk van mijn vader. Op maandag om de twee weken zette ik de zak met vuile was ‘s morgens klaar in de ‘glazen gang’ tussen ‘ons’ verblijf en dat van de paters en ’s middags kon ik de zak met schone was daar weer ophalen: mijn peetoom die bij vertegenwoordiger was voor de waterleiding was dan langs geweest en waren de zakken omgeruild. Boven in die verse zak zaten dan een brief van mijn moeder en allerlei lekkere dingen die ze er bij gestopt had.
In de winter kon er geschaatst worden op een vijver in de buurt, in mijn herinnering was er elke winter wel een tijd dat het voldoende had gevroren om een ijsbaan te creëren.
Af en toe kreeg je een pater zo gek dat hij bereid was om een eind te gaan wandelen met een groepje internen, kwam je toch weer even buiten het terrein!
Tijdens mijn eerste twee jaren op school waren er alleen jongens als leerling, de meesten internen van Steffenberg en Sparrendaal en een aantal externen uit de omgeving. Daarna kwamen er ook meisjes, dat begon in de eerste klas maar voor ons jongens die nooit meisjes zagen waren de pauzes toen de uitgelezen mogelijkheid om ons te vergapen aan het vrouwelijk schoon.
Tenslotte
Vier jaar ben ik intern geweest op de Steffenberg. Een goede tijd met medeleerlingen en paters, docenten waar ik goed mee overweg kon maar waar ik niet mijn energie wist te steken in de studie, het groeide me te snel boven de pet, ik kon er mijn gedachten niet bij houden, terwijl ik op de basisschool één van de beste leerlingen was. Dus na doubleren in de tweede klas en een dreigend onderuit gaan in de derde ben ik overgestapt naar havo 4. Mijn punten vlogen omhoog, havo sloot ik af met op één puntje na een 8 gemiddeld. Daarom een overstap naar 6 atheneum waar ik het jaar daarop met een ruime 7 gemiddeld slaagde. Van huis uit zou misschien gymnasium wel tot de mogelijkheden hebben gehoord maar dat is koffiedik kijken. Daarna theologie gaan studeren maar geen priester meer geworden.
Harrie Verwegen