Op heden den 11 juni 1879 des morgens om 5 uur werd ik Carl Joseph Schindler, burgemeester der gemeente Sint-Oedenrode door Godefridus van Bracht veldwachter van genoemde gemeente onderricht, dat hij met Johannes Rooijakkers en Adriaan Kluijtmans een lijk uit de rivier de Dommel gehaald is dat herkend is als dat van Christiaan van Dijk 47 jaar geboren te Ginneken. Pater van de Orde der Redemptoristen, wonende te ’s-Hertogenbosch en tijdelijk alhier verblijvende in het klooster Dommelrode. Het lijk is onmiddellijk gebracht naar even gemeld klooster, het was geheel onbekleed. Maandag 9 juni in de namiddag omstreeks 6 uur, zijn de klederen en schoenen van genoemden pater aan den kant der rivier de Dommel op een hoop gevonden door Jacobus van den Bosch, knecht in het klooster ‘Dommelrode’, en naar dat klooster gebracht. Volgens opgave van den Heer Alexander van Heck, pastoor in deze gemeente welke bedoelde goederen in ontvangst heeft genomen, is er ook nog een los gevouwen briefje in de klederen gevonden bevattende de korte inhoud van een preek. Wij hebben ons dadelijk ter plaatse, waar het lijk gebracht was begeven, vergezeld van den heer Josephus Godefridus Raupp dokter in deze gemeente, welke de doodschouw hield. Het lijk was naakt, er waren aan het hem geen tekenen van een gewelddadige dood aanwezig. Hij is vermoedelijk bij ongeluk, terwijl hij zich wilde baden verdronken. Proces-verbaal is opgezonden naar de Arrondissement Rechtbank.