Naar aanleiding van de opmerking van Henk dat het om een BLO-school zou gaan en mijn verbazing hierover, heb ik in mijn archief nog eens gezocht naar informatie over die tijd. Ik heb mijn schoolrapport en nog enkele andere documenten uit mijn tijd op het St. Jozef internaat gevonden. Uit deze documenten blijkt dat het absoluut niet om een BLO-school zou gaan. De officiële gebezigde benaming was: “St. Jozef Schippersschool” en “St. Jozef Schippersinternaat” en ook de term “Speciaal onderwijs voor schipperskinderen” ben ik tegengekomen. Waarbij met “speciaal” bedoeld werd dat het om continue onderwijs ging, dus de volledige lagere school doorlopen in 4 i.p.v. 6 jaar. De term “buitengewoon” van BLO heb ik nergens kunnen ontdekken. Bovendien had ik een cito/school-advies van MULO/HBS (MAVO/HAVO), welke ik ook zonder problemen doorlopen heb. Dit is niet het advies wat je van een BLO-school zou verwachten.
Ook de vermelding over het verschil tussen z.g. rijke en arme schipperskinderen, hetgeen tot uiting zou komen in de frequentie dat deze kinderen de weekenden thuis zouden mogen doorbrengen onderschrijf ik absoluut niet. Het is waar dat sommige kinderen alle weekenden naar huis gingen terwijl andere veel minder frequent, maar dat had te maken met het soort vaart dat de ouders deden. Je had, en hebt nog steeds, schippers die internationaal varen, bijvoorbeeld rijnvaart in Duitsland en Zwitserland waardoor ze in die tijd slechts enkele dagen per 3 a 4 weken, of zelfs nog minder, Nederland aandeden. Terwijl andere schippers, zoals lokaal zand en grind transport, ieder weekend steevast in de thuishaven lagen en dus ieder weekend eenvoudig de kinderen van school gehaald konden worden. Nu maakt dat bijna geen verschil meer omdat nu alle schippers een auto aan boord hebben en kinderen altijd kunnen worden gehaald en gebracht waar het schip ook is, in de jaren 60 waren er nauwelijks auto’s op de schepen waardoor kinderen eenvoudigweg niet altijd gehaald konden worden.