Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Reacties (10)

Bauke Hermans zei op 18 november 2023 om 11:25
Vroeger ben ik net als zovelen ook misdienaar geweest,als misdienaar werd er van je verwacht in het Latijn te antwoorden op de door de priester uitgesproken gebeden.
Als kleding hadden wij een zwarte toog aan met een hele rij knoopjes en daarover een witte superplie.ook moest je in staat zijn het marialof te dienen, voor mij is het een enerverende tijd geweest welke ik in alle eerbied mocht doen!
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 30 juli 2019 om 13:43
Deze teksten zul je inderdaad zo vaak gehoord hebben, dat je ze nooit meer vergeet. Ik kon als kind ook altijd vol bewondering naar mijn vader luisteren als hij alle teksten uit zijn hoofd meezong. Zeker omdat ik mijn vader nooit hoorde zingen :).
Ad van Heeswijk zei op 26 juli 2019 om 13:30
Een ander aspect van misdienaar geweest zijn is iets dat waarschijnlijk meerdere misdienaars uit het rijke roomsche leven zullen herkennen: als je je ogen dicht doet en je verstand op oneindig zet, kun je zonder problemen of vergissingen nog hele stukken uit de oude Tridentijnse (Latijnse) liturgie opdreunen: het Confiteor, het Credo, het Salve Regina en ga zo maar door. Die teksten zijn er zo ingeramd, en je hebt ze zo vaak opgezegd, afgeraffeld of (mee)gezongen, die raak je niet meer kwijt, ook al ben je, zoals ik nu, 72 en is het decennia geleden dat je voor 't laatst een Tridentijnse liturgie bijwoonde.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 15 april 2019 om 15:16
Kijk Ad, dankzij jouw bijdrage ben ik weer meer te weten gekomen over het fenomeen kruipengel. En over misdienaars, dat je duidelijk ook niet zo maar werd.

En wat een onaangename situatie moet die ene rouwmis voor je zijn geweest! Balancerend tussen de angst dat je zou flauwvallen en de geur die je hoofd liet tollen... Dat vergeet je vast niet gauw meer :S
Ad van Heeswijk zei op 13 april 2019 om 19:31
Ook in onze parochie was de term 'kruipengel' bekend. De missen op zondag werden gediend door grotere jongens en jongvolwassenen, die 'acolieten' werden genoemd; wij lagereschooljongens dienden de missen op weekdagen en het Lof (met rozenhoedje) op zondagmiddag. Maar op kerkelijke hoogfeesten als kerstmis en pasen mochten ook wij meedoen, inderdaad als 'kruipengelen', die zoals Piet Hoofs al zegt voornamelijk decoratief waren.
Misdienaar zijn had wel iets van een privilege, alleen jongens die voldoende 'goed konden leren' kwamen in aanmerking, want je mocht uit school blijven op tijden dat er rouw- en trouwmissen waren. Wij werden opgeleid door zuster Xaverio van de meisjesschool, die aan de kapelaan liet weten wanneer ze vond dat wij klaar waren. En die liet mij tijdens de biecht weten wanneer mijn eerste beurt zou zijn, samen met een al ervaren misdienaar.
Een keer ben ik tijdens een rouwmis bijna flauw gevallen: ik was de kruisdrager en moest op het einde van de mis voor de kist gaan staan, wachtend op het sein dat we konden vertrekken richting kerkhof. De overledene had blijkbaar wat al te lang boven aarde gestaan want er kwam me toch een lucht van af... Gelukkig zei niemand er wat dat ik een paar stappen achteruit zette.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 28 oktober 2018 om 13:19
Weer wat geleerd, Piet. Dank voor de toelichting!
Piet Hoofs zei op 27 oktober 2018 om 10:15
Een kruipengeltje zat heel de mis op zijn knieen op de trede naar het altaar, en moest voor de priester en de misdienaars vaak een stukje opschuiven van waar hij zat, dus je kroop nogal wat af tijdens zo een mis. Vandaar de benaming.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 26 oktober 2018 om 22:39
Ik kan een glimlach niet onderdrukken als ik je herinneringen lees, Piet. Ik zie me zó voor me hoe dat moet zijn gegaan tijdens zo'n mis :)

Een kruipengeltje? Dat is een nieuw begrip voor me (verder dan een knikengeltje kom ik niet, ben ik bang). Vanwaar die benaming van kruipengel?
Piet Hoofs zei op 26 oktober 2018 om 13:41
Als zoon van de koster kon je er natuurlijk niet onderuit om misdienaar te worden. De pastoor was gelukkig een beetje doof, en ik kende het confiteor, niet echt helemaal van buiten. Dus toen ik dat op moest zeggen tijdens de mis, begon ik altijd heel hard met: Confiteor omni potente beata……..en dan veel zachter een gemurmel op dezelfde toon wat op de rest leek. In het begin trapte ze er nog in maar bij een mis viel het teveel op en werd ik na de mis even de les gelezen, met als waarschuwing, dat ik op die manier geen misdienaar meer zou mogen wezen. Prima dus. Wel moest ik met kerst als kruipengeltje blijven dienen. Daar hoefde je alleen maar op de treden van het altaar als een soort van decor mooi te zitten wezen.
Paul Huismans
Paul Huismans bhic zei op 30 januari 2018 om 13:24
Zo'n druk om misdienaar te worden kan ik me niet herinneren. Maar ja, ik ben dan ook weer van een paar jaar later... Mijn vader ging met de schaal rond om geld op te halen tijdens de missen. Blijkbaar was dat voldoende.