N.a.v. Lies zei op 16 juni 2013 om 16:00 uur en onder dank aan Theo Strik meld ik nog:
Teunisken Gerrits is ook een dochter van Geerit Thijssen en Hendricxken Dircks. Onder vraagteken is deze dochter Teuniske 3 x getrouwd.
Teunisken Gerrits huwt (1) tussen 13 december 1676 en 9 september 1679 met Jan Claessen, geb. Mill of Zeeland (hijs is daar gegoed nl.), overl. tussen 2 december 1694 en 18 januari 1696.. Hieruit kinderen geb. Zie Notariaat Grave 19, 21 maart 1701.
Teunisken Gerrits huwt (2) op 18 januari 1696 schepenbank Gassel (bron Notariaat Grave 19, 21 maart 1701) Hendrick Theunissen Broeren, zoon van Antonius (Theunis) Hendrickx Broeren en Joanna (Jenneke) Jans Pieck. Hendrick is geb. te Linden, overl. in 1701 voor 21 maart.
Hieruit geb. Joanna en Hermen Hendricx Broeren. Hendrik Broeren is eerder gehuwd met Wendelina Neuijen, hieruit 4 kinderen. Antonia, Peter, Jan. Elisabeth Hendricx Broeren.
Theunisken Gerrits huwt (3) te Beers (geref.) op 20 november 1707 (ondertrouw op 13 november 1707), met Pieter Hendrix, geboren te Beers.
ORA Gassel 492, scan 151, 13 december 1676. Hendriske Dirckx, wed: van Gerridt Theijsse zaliger met hare momboir Dirrick Gerritz (haar zoon JL) ende hem mede sterck maeckende voor Aelken sijn huijsvrouw mitzgaders momboir van sijne DRIJ susters etc. PM. Theo Strik: Gijsbert Rutten hertrouwde op 20 juni /10 juli 1671 te Grave met Jenneke Dercks, dus Aelken in 1676 al lang overleden en dus klopt het wel dat er gesproken is over drie zusters.
ORA Gassel 492, scan 151, 9 september 1679. Handriske Dirckz, weduwe van Gerrit Thijsse, geass. met Dirck Gerrits haar zoon in deze haar gecoren momboir voor haar zelve alsmede als last hebbende van Meuis Goossens en Germeke Gerrits e.l. hare kinderen volgens acte ons schepen gebleken. Item Dirck Gerrits voor hemzelve alsmede last hebbende van Aelke] Rutten zijn huisvrouw volgens akte ons schepenen gebleken, ende voorts als last hebbende van Gijsbert Rutten, sijne swaeger voor dewelcke ende oock voor desselves onmundig kindt, m.m. Thonis Gijsberts, verweckt bij Aelke Gerrits, sijn huisvrouwsaliger, denselve sich is sterck maeckende, Handriske Dircks voornoempt ende Dirck Gerrits haar tesamen sterkmakende voor Nicolaas Jacobs en Maria Gerrits e.l. en ten leste Jan Claesse en Thoniske e.l. etc.
Not. Grave 17, scan 120, 2 december 1694. Dirk Gerrits Meulepas en Jan Claassen, getrouwd met Teuniske Gerrits, kinderen van Gerrit Tijssen en Hendersken Dirksen, die gekocht hadden van Gillis van Riemsdijk huis en twee morgen land te Gassel, waarvoor zij kapitaal van 1000 gulden hadden overeengekomen met Elisabeth Vilters weduwe Lucas van Riemsdijk, etc.
Het regest BHIC aangevuld uit de acte: Not. Grave (7128.19) dd. 21-03-1701 sc. 144-146. Teunisken Gerrits (tekent Tunnisken Gerets), LAATST weduwe van Hendrik (Teunissen) Broeren (overl. na 19.3.1700), wonende te Gassel ter ene zijde en Jan (tekent Thonissen JL) Broeren, Jan Hermens en Peter (tekent Reijnders JL) Smits, als momboirs van de voor- en nakinderen van genoemde HENDRIK Broeren ter andere zijde. Verwijzing naar acte Gassel dd. 28.1.1696. Hendrick en Teuniske zullen in hun huw. vernaderen en hebben ieder aan haere (hun/zijn JL) 4 voorkinderen bewezen/gespecificeerd de vaderlijke en moederlijke goederen, t.w. aan Hendriks zijde de helft van de Heesacker onder Escharen, de helft van de Heese onder Gassel en de helft van het land onder Heeswijk/Cuijk, welk laatste staende huw. in het geheel door Hendrik verkocht is voor 90,-. Van de zijde van Teunisken de helft van de landerijen onder Zeeland NBr., de helft van de Millse Hoeven onder Mill. De wederhelft van de gen. goederen was in huw. tot 1 boedel geworden. Uit huw. van Hendrik en Teunisken zijn nog 2 kinderen geb. (Joanna en Hermannus JL). Hendrik is overl. “ so het bedde geschurt/gescheurd)”. Comparanten m.b.t. het vaderlijk goed der 4 voor- (Antonia/Petrus/Jan/Elisabeth JL) en 2 nakinderen van Hendrik hebben gedelibereerd etc. Ze komen overeen, dat Teuniske de gerede boedel geheel kan gebruiken incl. schulden en lasten; dat de ongerede boedel wat betreft gen. wederhelfte goederen komt er een halfscheijd m.b.t. het vaderlijk goed voor de 6 onm. kinderen, waarover Teuniske levenslang de tochte/vruchtgebruik heeft. Zo te verstaan, dat de 4 voorkinderen van Hendrik voor hun moedersgoed reeds de helft van de Heesacker onder Gassel en de Heese onder Escharen en de voorkinderen van Teuniske de helft van het land onder Zeeland en Mill voor hun vaders goed ontvangen. De 4 voor- en 2-nakinderen van Hendrik zullen voor hu vadrlijk goed nog hebben een kwart in de gehele Heesacker en Heese. Mitsgaders (een kwart ?) van het gehele land onder Zeeland en Mill, deze blijven in onderpand bij Teuniske a capitaal van 100 of 200 (is niet duidelijk) gld., welk na dood van Teuniske aan haar erfgen. moet worden uitgekeerd. Teuniske betaalt de 4 voorkinderen van Hendrik de helft van de 90,- voor het verkochte land onder Cuijk. Tenslotte dat de 4 voorkinderen aanvaarden hun bewezen moedersgoed, t.w. de helft in beijde Heese met daar op de schoor/schuur ten boumans (?) rechten. Aldus overeengekomen etc. O.m. ondertekend door haar broer Dirck Gerrits Meulepas.