Kees de Ruijter was in 1950 Europees kampioen geworden in de disciplines kadre 47/2 en in het libre. In 1954 werd mijn vader Lambert van Daal gekozen tot voorzitter van biljartvereniging het Zwaantje dat in Waalwijk zijn thuiswedstrijden speelde in het café van Marinus van Bracht (vader van Rini van Bracht). Samen met 5 andere biljartverenigingen werden de krachten gebundeld en ontstond zo het district Waalwijk van de Koninklijke Nederlandse Biljart Bond (KNBB), waarbij mijn vader tot eerste districtsvoorzitter werd gekozen.
Op 2 januari 1956 werd Kees de Ruijter door de KNBB voor een heel jaar geschorst, omdat hij tegen betaling een demonstratiepartij had gespeeld zonder dat hij daarvoor toestemming van het bondsbestuur had gekregen. Volgens het bondsreglement was dit voor biljarters uit de hoofdklasse verboden. Door zijn schorsing mocht Kees niet deelnemen aan het Europees kampioenschap dat van 5 tot en met 8 april 1956 in Barcelona werd gehouden.
Mijn vader vond de schorsing schandalig en besloot toen om Kees te helpen. Hij nam daartoe contact op met Marinus Vorstenbosch en John Knecht, de voorzitters van de districten Den Bosch en Eindhoven. Samen reisden ze op 26 februari 1956 af naar hotel Krasnapolsky in Amsterdam, waar die dag de algemene ledenvergadering van de KNBB werd gehouden. Daar hielden ze een vurig pleidooi om de schorsing op te heffen. Ze vonden het onrechtvaardig dat alleen De Ruijter een straf had gekregen, terwijl praktisch alle hoofdklassers hetzelfde deden. Dat was algemeen bekend. Deze andere hoofdklassers waren echter nooit bestraft. Dat was dus meten met twee maten. De bondsvoorzitter W. Eeuwijk reageerde, dat hij het niet relevant vond wat andere spelers hadden gedaan, maar dat het alleen over De Ruijter ging. Hij hield vol dat de schorsing van een jaar terecht was. Mijn vader, Marinus Vorstenbosch en John Knecht dreigden dat zij alle overtredingen in hun districten aan het bondsbestuur bekend zouden maken, als de schorsing van De Ruijter zou worden gehandhaafd. En dan zouden ze niet accepteren dat dit genegeerd werd. De Ruijter kreeg nog tijdens de vergadering ook steun van andere hoofdklassespelers, die aangaven dat ook zij tegen betaling demonstratiewedstrijden hadden gespeeld. Dit was vrij algemeen geaccepteerd.
Op voorstel van het bondsbestuur werd de kwestie tenslotte aan de algemene
ledenvergadering voorgelegd om hierover te stemmen. Een zeer grote meerderheid van de aanwezige leden was voor directe beëindiging van de schorsing. Zo werd de schorsing van Kees de Ruijter beëindigd en kon hij toch deelnemen aan het Europees kampioenschap in Barcelona.