stukje wat mijn vader schreef over de mast (hij was toen 14 en woonde in Baardwijk/Waalwijk): Ik herinner me een dag dat ik naar de ‘Mast’ gelopen ben. We waren zeer nieuwsgierig wat daar allemaal te zien zou zijn en te vinden natuurlijk. Het was er bezaait met munitie, die met de ontmanteling van dit munitiedepot was achtergebleven, net een maanlandschap. Alle loodsen en bunkers waren grondig vernield, allemaal opgeblazen. Overal waren diepe bomkraters in het witgele zand. Alle bomen waren door de explosies a.h.w. afgesneden. Alles was bezaaid met munitie. Hulzen van 80cm lang met daarop een granaat. Wij zagen wel wat in al dat kruit dat in die hulzen zat. Hoe kregen wij er dat uit? Door de hulst achter de granaat op zo’n boomstronk te slaan, dan liet hij vanzelf los. We hadden de granaat onder de arm. Het kruit legden wij in zo’n granaatput, een hele berg! Daar bovenop de granaten. Een lange, lange lont voltooide ons kunstwerk. Aansteken dus en wegwezen! Toen we al ver weg waren hoorden wij het nog knallen.