Eerschotsestraat 50 dat ken ik wel, ik ben er in 1957 geboren, en heb er gewoond tot 1964 totdat we naar de Heistraat verhuisden, Mijn Oma die bij ons inwoonde was bevriend met een overbuurvrouw die ze "Miet Lui"noemden en die hadden als eerste een van de straat een TV toestel, waar ik samen met mijn oma op zaterdag naar mocht gaan kijken. Onze achterburen waren Frans en Anna van de Elzen en later kwam een broer van Frans, Marinus er ook nog bij wonen, ik kwam veel bij de Fam van de Elzen en maakte daar als klein jochie veel mee, enkele anecdotes Frans ving altijd mussen in zijn kippehok en op een dag had hij er meer dan 50 gevangen en daar soep van gekookt, hij kwam eens thuis in beschonken toestand en toen zei Anna Frans ik heb de erwtensoep maar niet warm gemaakt want anders was hij zoer, je kon hem snijden zo dik was hij, Als ochtendontbijt nam Frans altijd 2 lepels suiker en een glas koud water en daarmee is hij toch bijna 100 mee geworden. Zijn broer Marinus had helaas aderverkalking gekregen en blind geworden toen hij bij Frans en Anna inwoonde en die man had er wel een paar als je begrijpt wat ik bedoel z'n portemonnee zat altijd boordevol, en op een dag kwamen mijn vader en ik daar weer om te buurten en heel de kamer was vol met parachuuttouw gespannen en daaraan hingen allemaal briefjes papiergeld te drogen, mijn vader vroeg wat is hier toch aan de hand waarop Frans vertelde "Onze Marien heeft vanmorgen z'n portemonneee in de pot laten vallen en nu hangt het te drogen. Ook was Frans eens tijdens een uitstapje met de bejaardenbond in beschonken toestand uit de bus gevallen en had naar later bleek z'n pols gebroken hij had thuis een conservenblik over de lengte doorgeknipt en gaatjes erin geslagen en met parachuuttouw om zijn pols gebonden en er weken mee gelopen, jaren later toen de Fam Tanis was verhuisd en er Dr Muller kwam wonen was arts in het sanatorium in Bakel en het verhaal had aangehoord heeft die Frans op een dag meegenomen naar Bakel en er foto's van gemaakt en bleek dat hij bijna goed was aangegroeid. Wij probeerden vroeger altijd pruimen weg te halen bij Bertus van Weert die woonde naast de huidige Formido maar die man zat altijd voor de zijraam te loeren hij en wij vonden het een sport om elkaar te betrappen maar Frans van de Elzen had altijd een bootje liggen in de dommel en aan hem uitgelegd waarvoor en gevraagd of we de boot mochten lenen, wij met de boot over de dommel naar de tuin van Bertus van Weert en de achterste 2 pruimenbomen geheel kaalgeplukt, en Bertus maar loeren door z'n zijraam of wij niet kwamen, het leverde later nogwel wat hilariteit op van beide kanten, kortom ik kan wel een boek schrijven over Eerschot, maar dat wil ik jullie allen onthouden maar dit wilde ik toch wel ffff kwijt