BINGO! Ik heb de publicatie gevonden, het lijkt erop dat alle informatie (ook op madmonarchs!) allemaal van deze publicatie afkomt. Hoopvol Jacqueline is dat men in het oorspronkelijke werk expliciet aangeeft dat de stamvader hoogstwaarschijnlijk inderdaad uit Gemert komt! Ik zal het werkje eventjes in zijn geheel kopiëren en hieronder neerzetten:
RECONSTRUCTIE VAN DE FAMILIE VAN GEMERT
IN ’S-GRAVENDEEL
door
W.T. Molema-Smitshoek* en K.J. Slijkerman**
Inleiding
De aanzet tot een reconstructie van de familie Van Gemert is gedaan door de heer Lots (f), die
door zijn afnemende gezondheid helaas niet in staat is geweest deze te completeren. Om zijn
werk niet verloren te laten gaan, hebben wij, op verzoek van de redactie van ‘Ons Voorgeslacht’,
zijn aanzet gebruikt om de reconstructie te vervolmaken en aan te vullen. De heer Lots heeft
deze familie ter hand genomen omdat de familie Van Gemert via Annetje Leenderts van Gemert
(gen. IIa.-3) in zijn kwartierstaat voorkomt. De eerste auteur stamt af van Lena Leenderts van
Gemert (gen. IIIa.-5).
Bij de start van het onderzoek bleek al snel hoe lastig het is een reconstructie van deze familie
te maken. Dit wordt veroorzaakt doordat de familie uit ’s-Gravendeel komt waarvan de DTBgegevens vrijwel geheel ontbreken.' Daarnaast komen er nogal veel Leenderts met het patroniem Leendertsz. in de genealogie voor. Toch denken we dat met de secundaire bronnen, de
ondersteuning van de uitgewerkte bronnen in het Streekmuseum in Heinenoord en de hulp van
de patroniemen een eind zijn gekomen.
Naast een onderzoek in officiële bronnen hebben we, evenals de heer Lots, een zoektocht gedaan
op internet. In een aantal uitwerkingen viel ons op, dat er een fundamentele vergissing is gemaakt door bij de tweede generatie, een generatie Leendert Leendertsz. van Gemert over te slaan
en zijn kinderen toe te schrijven aan een tweede huwelijk van de eerste generatie. De vergissing
wordt mogelijk veroorzaakt door de vermelding van ‘het dochtertje van Leendert Leenderts genaamd Annetje Leenderts’, dat op 16 mei 1683 bij de moeder van vaderszijde, genaamd Neeltje
Comelisse, wordt uitbesteed. De genealogen op internet interpreteren Neeltje Comelisse, door
deze vermelding, als de tweede vrouw van mr. Leendert. Wij zijn van mening dat zij zijn (enige)
vrouw is en het kind Annetje hun kleinkind, een dochtertje van hun zoon Leendert Leendertsz.
Anders was er ook geen sprake van de moeder van vaderszijde. Deze constatering geeft een
andere invulling aan de genealogie. Ook de aanname dat mr. Leendert Leendertsz. van Gemert
afkomstig zou zijn uit Strijen, hebben we niet kunnen aantonen.2 Het lijkt ons aannemelijker dat
hij uit het plaatsje Gemert afkomstig is. Wellicht is deze reconstructie voor andere genealogen
een reden om dit onderzoek voort te zetten. Dank is verschuldigd aan de heer A.P. van den Hoek
te Heinenoord voor zijn aanvullende gegevens en foto’s, en aan mijn echtgenoot Piet Molema,
voor zijn aanwijzingen, fotograferen, scannen en het zoeken van fiches in het Streekmuseum te
Heinenoord.
Genealogie
I. Mr. Leendert Leendertsz. van Gemert (ook mr. Lenaert, Leendert de wever, mr.
Leendert de jonge en Leendert Leendertsz. wever), geb. naar schatting rond 1610 (geschat
*Astertuin 19, 2724 NR Zoetenneer, e-mail: privacyoverwegingen eventjes gewist groet, Jermaine.nl
**Kapucijnenweg 18, 4411 NC Rilland, e-mail: (ik heb deze uit privacyoverwegingen eventjes gewist groet, Jermaine@outlook.com
op basis van zijn eerste vermelding in 1636), chirurgijn, wever, won. ’s-Gravendeel, overl.
’s-Gravendeel tussen 23-11-1671 en 15-4-1675, tr. (voor 28-6-1653) Neeltje Cornelisdr.
(ook Neeltje Wever(s)), spinster, weefster, overl. na 14-6-1687.
De eerste vermelding van Leendert Leendertsz. van Gemert is in ’s-Gravendeel als hij als mr. Lenaert
op 26 juli 1636 tarwe, haver, ‘een rootbles merrypaert’ en een oude wagen koopt op de veiling van
de boedel van Lenaert Comelisse Vogelaer. Uit een vermelding in die akte blijkt ook zijn beroep van
chirurgijn: hij heeft uit de boedel nog 5 gld. 15 st. tegoed voor ‘meesteren’.3
Op 13 januari 1639, 10 en 24 februari 16394 worden buren-dingdagen aan vorderingen door mr.
Leendert gewijd, die allemaal achterstallige betalingen van, aan hem, verschuldigd ‘meesterloon’
lijken te betreffen. In 1638 woont hij in Korte Kerkstraat op het derde erf, gerekend van de Smidsweg. Er wordt dan een huis daar door ‘mr. Lenaert’ belend op 25 mei 1638.5 Waarschijnlijk heeft
hij dat huis in 1635 betrokken en in 1648 of 1649 weer verlaten, want dan wordt de bewoner Fleuris
Comelisse Geus gemaand achterstallige erfpacht te betalen.6 Hij verhuist naar het achtste erf in de
Langestraat, gerekend vanaf de Kreek. Uit de stukken blijkt dat hij een bedrag van 13 gld. 14 st. achterstallige erfpacht aan de Grafelijkheid verschuldigd is en de diaconie verzoekt hem te helpen zes
jaar erfpacht voor te schieten.7 Hij tekent de akte met het volgende merk:
(lukt niet om de afbeelding hier te delen op het BHIC) wel de beschrijving: Afbeelding van het merk van Leendert Leendertsz. van Gemert8
Hij is diverse malen present op een veiling in ’s-Gravendeel. Op 26 juni 1644 wordt hij voor het
eerst vermeld als Leendert de wever, als hij koper of borg is op de veiling van de inboedel van wijlen
Steven Aerts Hees.9 Dat hij naast het beroep van chirurgijn nog een ander beroep heeft, is niet zo
vreemd. Uit diverse akten blijkt dat hij en zijn vrouw het niet breed hadden en iedere cent konden
gebruiken. Zijn vrouw Neeltje wordt ook een aantal keren als Neeltje Wever(s) vermeld en ‘wint haar
cost met spinnen’.10
In 1653 bevinden meester Leendert en zijn vrouw zich kennelijk in ernstige financiële moeilijkheden.
Op de ’s-Gravendeelse extraordinaris rechtdag van 28 juni 1653 compareert ene Burger Comelisz.
als eiser tegen meester Leendert, als gedaagde vanwege aan laatstgenoemde geleverde winkelwaren. Burger eist daarbij de betaling van 15 gld. 1 st. en 8 pen. Leendert verzoekt om uitstel van de
betaling tot mei 1654, maar de eiser weigert dit en blijft bij zijn eis. Na onderling beraad besluiten
de schepenen dat Leendert waarborg moet staan voor de geëiste som en deze over zes maanden na
dato aan de eiser moet voldoen. Op 16 maart 1654 wordt deze sententie aan de gerechtsbode van
’s-Gravendeel overhandigd. Twee dagen later, op 18 maart 1654, rept de gerechtsbode zich naar het
huis van meester Leendert. Daar treft hij hem echter niet thuis, maar wel zijn vrouw en die antwoordt
hem: ‘ick sall mijn man segge, ick weet daer nog geen raedt’. Op 22 juni 1654 gaat de gerechtsbode
nogmaals naar het huis, maar ‘mr. Leendert alsoo hij niet thuijs en was gerenoveert’ en vervolgens
geeft zijn huisvrouw tot antwoord ‘ick en weetter nog geen raedt toe ick salt mijn man seggen. Wij
cunnen qualijck aen de cost comen’. Op 22 juli 1654 gaat de gerechtsbode weer ‘ten huijse van mr.
Leendert ende versocht aenwijsinge van goederen’ en de vrouw zei: ‘ick hebben geen goet, of hij moest in arrest doen nemen mijn weeff tou daer ick mijn broodt mee moet winnen’. Hoe de hele zaak
is afgelopen meldt het rechtboek niet." Bij Neeltje Wevers worden op 31 augustus 1675 twee kinderen van Leendert Leendertsz. van Gemert uitbesteed. Op 16 mei 1683 neemt zij ook het jongere zusje
Annetje Leendertsdr. in huis en heeft zo de drie kinderen van haar zoon Leendert Leendertsz. onder
haar hoede (zie Il-a). De laatste vermelding van mr. Leendert van Gemert is op 23 november 1671
als hij een overeenkomst sluit met Cors Comelisse Hertogh.12 Op 15 april 1675 is hij al overleden,
als hij in de belendingen wordt genoemd als de overleden mr. Leendert van Gemert.13 Zijn weduwe
wordt nog vermeld op 14 juni 1687 als zij bezwaar maakt tegen de inning van zout-, zeep-, heren- en
redemptiegeld.1
Kinderen (in willekeurige volgorde):
1. Leendert Leendertsz. van Gemert, volgt Ha.
2. Lena van Gemert, begr. ’s-Gravendeel 24-7-1728 (impost pro deo onder De
Mijl), tr. (in of na 1696) Cornelis Arienszâ– Bijl, jm. van Puttershoek (1674), begr.
’s-Gravendeel 21-2-1728 (impost pro deo op De Mijl). Hij tr. l e Puttershoek (otr. met
attestatie van 6-10) 1674 Annigie Hubrechtsdr., jd. van Groote Lindt en tr. 2e Neeltje
Jansdr. van Crimpen (overl. aang. De Mijl 17-5-1696 (impost 3 gld.)).
Bij haar wordt uitbesteed in augustus 1726 Ingetje Jans en op 11 augustus 1727 bij haar en
Kornelis Bijl, Ingetje Cornelis Bijl.15 Opvallend feit is dat zij getrouwd is met Cornelis Ariensz.
Bijl, de schoonvader van haar nichtje Neeltje Jacobs van Gemert (IIc.-l).
3. Jan Leendertsz. van Gemert, overl. na 12-1-1723
Er wordt een overeenkomst gesloten op 23 november 1671 tussen mr. Leendert van Gemert en
Cors Comelisse Hertogh terzake het weiden van twee koeien waarvan één Jan Leendertsz. van
Gemert toebehoort.16
Jan van Gemert is present op een veiling van wijlen (zijn broer) Arie van Gemert op 5 november 1721 in ’s-Gravendeel.17 Zijn laatste vermelding is als hij aanwezig is op een veiling van Jan
van Meeuwen op 12 januari 1723 in ’s-Gravendeel.18 We hebben geen echtgenote en kinderen
van hem gevonden.
4. Abraham Leendertsz. van Gemert, volgt Ilb.
5. Jacob Leendertsz. van Gemert, volgt IIc.
6. Cornelia (Neeltje) Leendertsdr. van Gemert, wonende aan de Schenkeldijk, begr.
’s-Gravendeel 3-10-1725 (pro deo), tr. (voor 1684) Adam Jacobsz. Weeda, geb. rond
1645, arbeider, begr. ’s-Gravendeel 2-4-1690, zoon van Jacob Aertsz. Weeda en N.N.
Adamsdr. Hij tr. l e Cornelia Lambrechtsdr. (overl. voor 1665, dochter van Lambrecht
Jansz. Mookhoek (Dubbeldam) en Trijntge Gerritsdr.).
Tussen 1678 en 1684 is Neeltje Leenderts van Gemert verschillende malen koper of borg op
een veiling van huisraad in ’s-Gravendeel. Cornelia Leenderts van Gemert en Adam Jacobsz.
Weeda, echteleiden, wonende aan de Schenkeldijk, maken op 2 april 1690 hun testament. Hij
is ziek, zij gezond. Hij heeft voorkinderen uit zijn huwelijk met Cornelia Lambrechtsdr. Voogden zijn Cornelis Pauwelsz. Hartigh en Huijgh Hermensz. Stoocker. Zij ondertekent met een
merk.19 Komelia van Gemert aan de Schenkeldijk is lidmaat te ’s-Gravendeel in 1723.
Ook hier kan de afbeelding niet geladebn worden maar staat er bij de afbeelding: "merk van Neeltje Leenderts Van Gemert"
Ha. Leendert Leendertsz. van Gemert, wrs. overl. voor 31-8-1673, tr. wrs. N.N. Govertsdr.,
overl. voor 15-3-1671.
Op 31 augustus 1673 en 31 augustus 1674 worden twee kinderen van Leendert
Leendertsz. telkens voor één jaar besteed bij Comelis Simonsz. van Sprang.20 Op 31 augustus 1675
worden twee kinderen van Leendert Leendertsz. van Gemert uitbesteed bij Neeltje Wevers. Deze
vermeldingen betreffen zeer waarschijnlijk de twee zonen Leendert Leendertsz. van Gemert (Ila.-l)
en Govert Leendertsz. van Gemert (IIa-2). Daarnaast worden er twee kraamkinderen (een tweeling?)
uitbesteed. Deze worden apart vermeld en twee jaar eerder uitbesteed dan Leendert en Govert. Vermoedelijk omdat de moeder, van wie wij de naam niet kennen, overlijdt in het kraambed, de vader
dan nog in leven is en de oudere kinderen wel kan opvoeden, maar de kraamkinderen niet. Vermoedelijk overlijdt de vader kort daarna en wel vóór 31 augustus 1673, en worden de oudere kinderen ook
uitbesteed. Dat vroege overlijden van hem zou verklaren waarom we hem verder niet aantreffen in de
archieven en zijn zoon Leendert Leendertsz. op een bepaald moment aangeduid wordt als Leendert
Leendertsz. de Oude.
Kinderen (in willekeurige volgorde):
1. Leendert Leendertsz. van Gemert, geb. voor 1670, volgt lila.
2. Govert Leendertsz. van Gemert, volgt Illb.
3. Annetje Leendertsdr. van Gemert (Anna Linders van Geem, van Geemert), geb. eind
1670/begin 1671 (wrs. tweeling met 4), overl. na 9-9-1729 (doopget. in Zevenbergen bij Anna Emmers), tr. (ger.) Zevenbergen 14-9-1698 Jan Hendricksz. van Heeren
(Joannes Baptista van Heeren, Jan van Heer, Jan Hendricks (van Heeren), Jan
Hendricx van Eer of van Heere), ged. Antwerpen 11-7-1676, zoon van Henricus van
Heer en Maria Anna Saeije(n)s.
Het dochtertje van Leendert Leenderts genaamd Annetje Leenderts, wordt op 15 maart 1671
als kraamkind uitbesteed bij Willem Melsse Aertoom en op 16 oktober 1672 bij Damis Aeriens.
Omtrent twee jaar oud wordt ze van 8 januari 1673 t/m 16 mei 1683 uitbesteed bij Jacob Ariens
Snijder (alias Kleermaecker). Op 16 mei 1683 wordt zij in huis genomen door de moeder van
vaderszijde, genaamd Neeltje Comelisse.21
4. N.N. Leendertsz. van Gemert, geb. eind 1670/begin 1671 (wrs. tweeling met 3), overl.
’s-Gravendeel augustus 1673.
Het niet met name genoemde zoontje van Leendert Leendertsz. wordt op 15 maart 1671 als
kraamkind uitbesteed bij Dirk Dirksz. de Kreeck, op 18 oktober 1672 uitbesteed bij Maerten Centen en op 8 januari 1673 bij Pieter Ariensz. Stoocker. Hij overlijdt in augustus 1673.22
lila. Leendert Leendertszâ– van Gemert (de Oude), geb. rond 1670, landbouwer, begr.
’s-Gravendeel 26-2-1739 (pro deo), tr. Cillaarshoek 24-5-1693 Neeltje Hermensdr. van de
Bogaert (Romeijn), wrs. ged. Heinenoord 16-10-1672, begr. ’s-Gravendeel 27-7-1729 (pro
deo), dochter van Herman Willemsz. Romeijn en Maijke Claasdr.
Leendert Leendertsz. van Gemert is regelmatig pachter en borg bij verpachting van tienden in
’s-Gravendeel tussen 1706 en 1738. Op 11 juli 1737 is hij rentenier.23 Hij wordt de Oude genoemd in
een akte, waar zijn zoon Leendert Leendertsz. van Gemert de Jonge genoemd wordt. Ook treedt hij
regelmatig op als getuige bij akten van voogdij.
Leendert Leendertsz. van Gemert (de Oude) en Neeltje Harmensdr. van de Boogaert, echtelieden
wonende te ’s-Gravendeel, benoemen op 1 augustus 1728 voogden over hun minderjarige kinderen,
t.w. Teunis Cornelisse Stam en Leendert Leendertsz. van Gemert de Jonge, hun meerderjarige zoon.
Hij ondertekent met een merk.24
Kinderen (in willekeurige volgorde):
1. Leendert Leendertsz. van Gemert (de Jonge) (Van Geemerte), geb. rond 1700, wonende in de Mookhoek (Strijen) (1747), overl. aang. Strijen 19-6-1762 (impost pro deo),
begr. ’s-Gravendeel 20-6-1762, tr. (rond 1730) Susanna Pietersdr. de Hoon, overl.
aang. Strijen 21-2-1756 (impost pro deo), begr. ’s-Gravendeel 23-2-1756, dochter van
Comelis Pietersz. de Hoon alias Waterboer, in de Mookhoek, en Maartje Meeuwisdr.
uit de Linde.
Leendert Leendertsz. is meerderjarig in 1728 als hij te ’s-Gravendeel door zijn ouders tot voogd
wordt benoemd over de jongere kinderen, die niet met name genoemd worden. Hij ondertekent
die akte met een merk. Hij is regelmatig pachter en borg bij verpachting van tienden in ’s-Gravendeel. Soms wordt hij vermeld als Leendert Leendertsz. van Gemert en soms met de aanvullingen de Jonge erachter, waardoor het tot 1738 (als zijn vader overlijdt) lastig is hem te onderscheiden van zijn vader Leendert Leendertsz. van Gemert de Oude. Het overlijden van een kind
van Leendert Leendertsz. van Geemert wordt op 7 augustus 1730 te Strijen aangegeven (pro
deo), en ingeschreven in het doodboek van ’s-Gravendeel. Een kind van Leendert Leendertsz.
van Geemert wordt op 8 januari 1739 aangegeven om pro deo te worden begraven in Strijen en
eveneens ingeschreven in het doodboek van ’s-Gravendeel. Leendert Leendertsz. van Gemert
uit de Mookhoek is aangenomen als lidmaat op 30 maart 1747.25 Leendert van Gemert heeft bij
de taxatie in 1748 vijf hoofden in het gemaal. Hij is klein getaxeerd voor het zout- en zeepgeld,
heeft een half vat bier sedert juli en een jong varken geslacht voor 16 gld., één oud beest in
zoutgeld en een in hoorngeld.26 Leendert Leendertsz. van Gemert wordt vermeld in het kohier
van de verpondingen en aangeslagen voor 1 gld. 13 st.27 Leendert Leendertsz. van Gemert is
present bij een veiling van gewas door Jacob Roest op 12 juni 1756 in ’s-Gravendeel.28
Hieronder komt oude een foto van een boerderij die dus niet gedeeld kan worden maar met de volgende tekst:
"Leendert Leendertszâ– van Gemert gaat na zijn trouwen met Susanna de Hoon wonen op
de boerderij van haar ouders in de Mookhoek, met het tegenwoordige adres Mookhoek
113. Zijn zoon Leendert Leendertsz., die in april 1759 met Maria Pieters de Geus trouwt,
wordt zijn opvolger. Diens opvolger is zijn jongste zoon Leendert Leendertsz. die op latere
leeftijd huwt en kinderloos blijft"
Kinderen:
a. Kind, begr. ’s-Gravendeel 7-8-1730 (pro deo).
b. Leendert Leendertsz. van Gemert, geb. rond 1735.
c. Pieter Leendertsz. van Gemert (Gemerde), geb. rond 1736.
d. Maria Leendertsdr. van Gemert, ged. Strijen 20-4-1738 (get. Geertruij Jans
Visser).
e. Neeltje Leendertsdr. van Gemert, geb. vóór 1741.
2. Isaac Leendertsz. van Gemert, woont aan de Kil (1747), begr. ’s-Gravendeel 13-
1-1763 (pro deo), tr. (voor 11-5-1743)29 Soetje Pietersdr. Salder (Zalder), begr.
’s-Gravendeel 20-1-1792 (pro deo), dochter van Pieter Emontsz. Salder en Ariaentje
Melisdr. Bax.
Het huis in de Renooijshoek met nr. 186, op naam van Izak Leendertse van Gemert, staat op
de lijst met verpondingen 1743-1753 voor 13 gld. Daarvoor stond het huis op naam van de
weduwe Leendert van Gemert.30 Isaac Leendertsz. van Gemert, wonende aan de Kil onder
Strijen, wordt in 1746 en 1747 aangeslagen voor de impost van het gemaal.31 Hij en zijn vrouw
hebben weinig geluk gekend. Tussen 1743 en 1763 worden zeven kinderen, waarvan er zes onbenoemd, op jonge leeftijd in ’s-Gravendeel worden begraven. Eén dochter, genaamd Neeltje
wordt begraven op 14 juli 1770 in ’s-Gravendeel. Of zij de volwassen leeftijd heeft bereikt, is
niet bekend, maar het is niet waarschijnlijk, omdat wij geen nazaten hebben gevonden.
3. Willem Leendertsz. van Gemert, vermeld ’s-Gravendeel (1734), kerkmeester
’s-Gravendeel (1758-1763), begr. ’s-Gravendeel 15-2-1794, tr. (voor 10-7-1748)
Maaike Gerritsdr. Visser, begr. ’s-Gravendeel 5-2-1802, dochter van Gerrit Willemsz.
Visser en Lijntje Pietersdr. van der Giessen.
Maaike Gerrits Visser is op 26 maart 1736 lidmaat te ’s-Gravendeel. Willem Leendertsz. van
Gemert wordt aangenomen als lidmaat in 1741. Het huis en erf in ’t ‘landeke’ van de heer van
Bevere op naam van Willem van Gemert staat op de lijst met verpondingen 1743-1753 voor
een verponding van 1 gld., een erfverponding van 4 gld. 16 st. Het desbetreffende huis aan de
Havendijk stond eerst op naam van Arij Willemsz. Romeijn.32
Lijntje Pieters van der Giessen, weduwe van Gerrit Willemsz. Visser, is ziek en maakt haar
testament op 10 juli 1748. Zij is de moeder van Maaike Gerrits Visser, de echtgenote van
Willem Leenderts van Gemert.33 Hij is koper op een veiling op 14 augustus 1753 in Strijen.34
In Westmaas is hij koper op een veiling op 21 april 1762.35 Hem wordt uit de dorpsquotisatie
over 1760 en 1761 betaald voor de waarneming van Pieter Dekker als schoolmeester en koster
op 16 mei 1763.36
4. Teuntje (Theuna) Leendertsdr. van Gemert, geb. vóór of rond 1700, begr. ’s-Gravendeel 11-11-1735.
Geassisteerd door haar vader Leendert Leenderts van Gemert, doet de meerderjarige Teuntje
Leenderts van Gemert op 11 februari 1727 afstand van haar pretentie dat een Hendrik Japhets
in ’t Veld de vader zou zijn van het kind dat zij onlangs ter wereld heeft gebracht. Hendrik
Japhets in ’t Veld wordt daarop ontheven van de verplichting tot alimentatie.37
Kind:
a. Hendrik van Gemert, geb. rond 1727.
5. Lena Leendertdr. van Gemert, geb. rond 1700, begr. ’s-Gravendeel 22-4-1741, tr.
(voor 1-8-1728) Tennis Cornelisz. Stam, geb. rond 1697, begr. ’s-Gravendeel 22-6-
1782 (pro deo), zoon van Comelis Teunisz. Stam en Comelia Ariensdr. Gouverneur.
Teunis Cornelisse Stam is voogd bij het instellen van voogdijschap op 1 augustus 1728 door
Leendert Leendertsz. van Gemert (de Oude).38 Op 27 april 1730 is hij present bij een veiling
van vee en inboedel door Damis Oudeclem e.a.39
6. Trijntje Leendertsdr. van Gemert (van Gemen), overl. aang. Nieuw-Beijerland
11-3-1754,40 tr. Numansdorp (otr. 16-10) 1733 Teunis Cornelisz. van de Polder, ged.
Maasdam 1-11-1712, overl. aang. Nieuw-Beijerland 16-3-1763 (pro deo), zoon van
Comelis Ariensz. van de Polder en Neeltje Theunisdr. Verhagen
Het echtpaar laat op 18 juli 1734 te Heerjansdam een dochter Neeltje dopen. De
naam van de dochter is de reden om aan te nemen dat Trijntje Leenders van Gemert
bij de kinderschaar van Leendert Leendertsz. van Gemert en Neeltje Hermens van de
Bogaert behoort. Het meisje is dan vernoemd naar haar oma.
Illb. Govert (Covert Jacobszâ– en Jacobus Govertsz.) Leendertsz. van Gemert (Vergemert,
Van Heevere), geb. voor 1670, overl. aang. Strijen 26-5-1713 (impost pro deo), tr. (voor
1696) Lijdia Aalbrechtsdr. Boer, overl. na 25-11-1728.41
Kinderen:
1. Leendert Jacobsz. van Gemert, ged. Strijen 7-3-1696 (vader genoemd: Jacobus
Leendertsz. Vergemert).
2. Johannis, ged. Strijen 16-2-1698 (vader genoemd: Jacobus Goverse van Gemert).
3. Maritie, geb. Strijen (aan de Westdijk), ged. Klaaswaal 25-3-1701 (get. Geertje
Simons Hordijk).
4. Aaltje, geb. Strijen (aan de Westdijk), ged. Klaaswaal 16-12-1703 (get. Pietertie Claas
van Neuren), wrs. overl. aang. Strijen 5-2-1704 (impost pro deo).
5. Cornelis Jacobsz. van Gemert, ged. Strijen 22-2-1705 (vader genoemd: Jacobus
Leendertsz. Vergemert).
6. Aaltje, ged. Strijen 14-8-1707 (vader genoemd: Jacob Leendertse van Gemert).
7. Amerensje, ged. Strijen 16-3-1710, overl. Strijen 8-10-1712.
8. Hannes, ged. Strijen tussen 22-5-1712 en 12-6-1712 (vader genoemd: Jacobus
Leendertsz. van Heevere).
9. Jacobus, ged. Strijen 25-11-1713.
De vrouw van Jacobus Leenderts van Gemert (sic) geeft het overlijden van haar kind aan op 5
februari 1704 in Strijen.
Ilb. Abraham (Abram) Leendertsz. van Gemert, begr. ’s-Gravendeel 18-8-1718, tr. (voor
4-11-1699) N.N., overl. na 4-11-1699.
Abram van Gemert ondertekent als getuige op 30 oktober 1687 met een merk een akte van voogdij.42
Hij is present op een veiling van goederen op 16 juni 1680 te ’s-Gravendeel.43 De vrouw van Abram
Leendertsz. van Gemert, die niet met name genoemd wordt, is present bij een veiling op 4 november
1699 in ’s-Gravendeel.44 Er wordt een rechtdag tegen Abraham Leendertsz. van Gemert gehouden
door Maerten Arentsz. Maesdam op 22 juni 1714 in ’s-Gravendeel.45
Abraham van Gemert is voogd over het minderjarige kind van Lena Jacobsdr. van Gemert (IIc.-4) en
haar overleden echtgenoot Arij Janse Vremt op 11 februari 1715.
Weer een afbe3elding die niet geladen kan worden met de tekst: 'Merk van Abraham Leendertsz. van Gemert."
Kind:
1. Leendert Abrahamsz. van Gemert, volgt IIIc.
IIIc. Leendert Abrahamsz. van Gemert, geb. naar schatting rond 1680, jm. van ’s-Gravendeel (1713), tr. Barendrecht 28-5-1713 Adriaantje Fransdr. Groenendijk, ged. Barendrecht 29-9-1686, dochter van Frans Dirksz. Groenendijk, landbouwer aan de Gebroken Meeldijk
onder Oost-Barendrecht,46 en Annetje Gerritsdr.
Kinderen:
1. Abraham Leendertszâ– van Gemert, ged. Maasdam 12-8-1714 (get. Cornelis
Hendriksz. Gout en zijn vrouw), schepen van Sint Anthoniepolder (1742), weduwnaar, wonende Sint Anthoniepolder (1758), tr. l e (rond 1739) Neeltje Mijndertsdr.
Hoogvliet, overl. voor 1758, dochter van Mijndert Pietersz. Hoogvliet en Ariaantje Florisdr. van der Giessen, tr. 2e Cillaarshoek (otr. 7-4) 30-4-1758 Lena Dirksdr.
Kleinjan, geb. ’s-Gravendeel, jd. wonende Cillaarshoek (1736), weduwe wonende
Cillaarshoek (1758), dochter van Dirk Jacobsz. Kleinjan47 en Mayke Florisdr. van
der Giessen. Lena tr. l e Cillaarshoek januari 1736 Cornelis Ariensz. van Drongelen. (Cornelis tr. l e Lijsbeth Hendriksdr. van Putten, dochter van Hendrik Jansz. van
Putten en Marijtje Comelisdr. van Engeland).
Abraham Leendertsz. van Gemert wordt op 4 mei 1739 aangezegd door de bode van Sint
Anthoniepolder om een akte van indemniteit in te leveren. ’s-Gravendeel wil hem namelijk
geen akte geven. Uiteindelijk krijgt hij op 13 januari 1744 die akte toch.48 Abraham Leendertsz.
van Gemert en echtgenote Neeltje Mijndertse Hoogvlied sluiten op 31 mei 1740 een akkoord
met het armbestuur van Sint Anthoniepolder over de nalatenschap van Arijaantje Flore van
der Giessen, laatst weduwe van Mijnaart Pieterse Hoogvlied, bestaande uit een huis, schuur
en erf onder de jurisdictie van Sint Anthoniepolder nabij het dorp Cillershoek, en van enige
meubelen. De broer van Neeltje, Floris Meijndertse Hoogvlied, zal vrije inwoning in het huisje
hebben. Neeltje en echtgenoot Van Gemert zullen haar leven lang in het huisje blijven wonen en
gebruik van de meubelen mogen maken. Zij zullen het huisje van alle lasten moeten bevrijden
en behoorlijk repareren en 6 gld. per jaar in twee termijnen (november en mei) betalen aan
de armen. Het akkoord is overhandigd aan schout Arij de Coningh en o.a. ondertekend door
Abraham en Neeltje.49
Kinderen uit het l e huwelijk:
a. Dirk Abrahamsz. van Gemert, geb. wrs. Sint Anthoniepolder ca. 1745 (15 jaar op
28-2-1760 bij akte van indemniteit van Sint Anthoniepolder).
b. Leendertje Abrahamsdr. van Gemert, geb. ca. 1746.
Kinderen^ uit het 2e huwelijk:
c. Ariaantje Abrahamsdr. van Gemert, geb. na 1758 (krijgt akte van indemniteit van
Sint Anthoniepolder naar Cillaarshoek op 10-5-1763).
d. Leentje Abrahamsdr. van Gemert, geb. na 1759 (krijgt akte van indemniteit van
Sint Anthoniepolder naar Cillaarshoek op 10-5-1763).
2. Annigje (Anna) Leendertsdr. van Gemert, ged. Maasdam 17-11-1715 (get. Geertjen
Franssen Groenendijk, moeders zuster), begr. ’s-Gravendeel 20-10-1796 (pro deo), tr.
(na 14-1-1736) Arie Teunisz. Stam, jm. van ’s-Gravendeel (1703), woont ’s-Gravendeel (1730), begr. ’s-Gravendeel 25-1-1773, zoon van Teunis Ariesz. Stam en Aaltje
Comelisdr. Hertogh. Arie tr. l e Numansdorp (otr. 4-11)19-11-1703 (met attestatie van ’sGravendeel), Huigje Ariesdr. Buitendijk (ged. Cillaarshoek 17-2-1669, begr. ’s-Gravendeel 5-8-1708, dochter van Arij Fransz. Buitendijk en Neeltje Comelisdr. Barendrecht)
en tr. 2e Marigje Pietersdr. van Rees (begr. ’s-Gravendeel 14-1-1736 (pro deo)).
Anna van Gemert is lidmaat te ’s-Gravendeel op 1 april 1757. Anna Leenderts van Gemert en
Arie Teunisse Stam passeren hun testament op 18 april 1758.50
3. Frans Leendertsz. van Gemert, ged. Maasdam 6-3-1718 (get. Arjaantje Joostensdr.
Wildeman), begr. ’s-Gravendeel 26-9-1799 (impost 3 gld.), tr. Ariaantje Aartsdr. van
der Wulp, overl. aang. ’s-Gravendeel 12-4-1787 (impost 3 gld.), dochter van Aart
Andriesz. van der Wulp en Pietemella Jansdr. van Strijen.
Frans Leenderts van Gemert en Ariaantje van der Wulp maken een testament op
1 maart 1780.51
IIc. Jacob(us) Leendertsz. van Gemert, geb. voor 1660, begr. ’s-Gravendeel 24-8-1720 (pro
deo), tr. (voor 15-1-1686) Maayke Pietersdr. Vermeulen,52 begr. ’s-Gravendeel 23-3-1740.
De eerste vermelding van Jacobus van Gemert is op 24 april 1682 als hij aanwezig is bij een veiling van huisraad van wijlen de weduwe Grietje Leendertsdr. de Baet. Hij is dan dus meerderjarig
en moet zeker vóór 1660 geboren zijn.53 Jacobus van Gemert koopt op 14 februari 1708 van Dirk
Klaesse Pluijmer een huis in Renooijshoek en verkoopt dit even later aan zijn zoon Pieter Jacobsz.
van Gemert.54
Bij Jacobus van Gemert wordt op 13 mei 1706, 13 mei 1708 en 1709 en op 1 mei 1710 telkens voor
één jaar een kind uitbesteed, genaamd Teuntje.
Jacobus van Gemerd legt een verklaring af op verzoek van Andriesz. Pieters Vervoren en ondertekent
de akte op 28 juli 1709 met een merk.55 Jacobus en zijn zoon Leendert van Gemert helpen mee een
koe dood te slaan op 3 juli 1711 en moeten daarom verschijnen voor de Hoge Vierschaar.56
Een huis in de Renooijshoek wordt door het land van Andries Vervoorn en Jacobus van Gemert
belend en wordt op 11 maant 1712 verkocht door Gerard Reijersz. Kranendonk aan Huijg Dirksz.
Kranendonk.57
Het huis van Jacobus van Gemert in de Renooijshoek krijgt een aanslag voor nachtwakersgeld van
4 st.58 Jacobus Leendertsz. van Gemert is koper op een veiling in Westmaas op 7 oktober 1711. Betaaldag is 1 april 1712.59
Maaike Pieters, de vrouw van Jacob van Gemert, is op 15 januari 1686 present bij een veiling door de
erfgenamen van Annigje Pauwels. (Dit is de eerste vermelding van hen als echtpaar).60
Er wordt een rechtdag op 14 september 1686 gehouden tegen Maeijcke Pietersdr., de vrouw Jacobus
van Gemert door de secretaris Willem de Voogt terzake een koop uit het erfhuis van Annigje Pouwelsdr.
zaliger.61
Een huis van Willem Smael wordt ten noorden door de weduwe van Jacobus van Gemert belend en
wordt op 1 februari 1723 bij executie verkocht door Coenraet van Noorwegen aan de schepen Arie
Comelisse van der Giessen.62
Bij de weduwe van Jacob van Gemert, genaamd Maaijke Pietersdr. Vermeulen, wordt van februari
1729 tot januari 1737, zoals reeds enige jaren eerder, uitbesteed de dochter van Leendert Jacobsdr.
van Gemert, genaamd Theuntje Leendertsdr. van Gemert.
Een huis wordt door de weduwe van Jacobus van Gemert belend op 16 juni 1735.63 Het huis in de Renooijshoek met nr. 178, op naam van de weduwe Jacob van Gemert, staat op de lijst met verpondingen 1743-1753 voor 13 gld.64
Kinderen (in willekeurige volgorde):
1. Neeltje Jacobsdr. van Gemert (van Geemen), tr. (wrs. ’s-Gravendeel voor 1-3-
1714; doop eerste kind) Huibert Cornelisz. Bijl, geb. rond 1678, zoon van Comelis
(Schalk) Ariensz. Bijl en Anneke Huijbertsdr. Hij tr. l e Dubbeldam 17-5-1705 Lijntje
Cornelisdr. Bakker.
2. Pieter Jacobsz. (Cobusse) van Gemert, volgt Illd.
3. Leendert Jacobsz. van Gemert, volgt Ille.
4. Lena Jacobsdr. van Gemert, jd. van ’s-Gravendeel, wonende Nieuw-Beijerland
(1710), begr. ’s-Gravendeel 9-8-1776, tr. l e Nieuw-Beijerland (otr. 25-4) 14-5-1710
Arij Jansz. Vrem(d)t, geb. Oud-Beijerland (onder de Sinckwegh) rond 1675, ged.
Oud-Beijerland 23-3-1678 (op 2Vi jarige leeftijd; get. Lijsbeth Dirkse),65 weduwnaar, wonende Oud-Beijerland (1710), begr. Oud-Beijerland 20-11-1710, zoon van
Jan Jansz. Vremt en Marijtje Jansdr. Arij tr. l e (otr. Oud-Beijerland 17-5) 10-6-1703
Marijtje Jansdr. Verwiel (geb. Klaaswaal, begr. Oud-Beijerland 27-1-1710). Lena tr.
2e (voor 30-11-1711) Wardenier Pietersz. (Warnier Peeters) van Keulen, kleermaker,
begr. ’s-Gravendeel 3-11-1774.
Lena Jacobs van Gemert komt met attestatie van ’s-Gravendeel naar Oud-Beijerland in 1710 om
daar in het huwelijk te treden. Dat huwelijk is geen lang leven beschoren, want na een half jaar
overlijdt haar echtgenoot. Zij trouwt daarna al snel met de kleermaker Wardenier van Keulen.
Lena Jacobse van Gemert, weduwe van Arij Janse Vremt, ter eenre, en Abraham van Gemert,
voogd over het minderjarig kind van Lena en Arij, ter andere zijde, komen tot uitkoop van de
vaderlijk erfenis van het kind. Lena zal dit kind (dat niet bij naam is genoemd) gedurende diens
minderjarigheid naar behoren alimenteren etc., naar school laten gaan en een ambacht, bouwnering of een andere eerlijke handnering laten leren, en bij mondigheid of (eerder) huwelijk 3
gld. 3 st. uitreiken. Abraham van Gemert (zie Ilb.) is een broer van Lena’s vader Jacob, die in
1715 nog wel in leven is, maar om een bepaalde reden kennelijk niet in aanmerking komt om
voogd over zijn kleinkind te zijn, misschien vanwege zijn afwezigheid, ziekte, dronkenschap
of een andere ongeschiktheid.66
In het testament van Wardenier Pieters van Keulen en Lena Jacobs van Gemert, opgemaakt te
’s-Gravendeel op 30 november 1711, wordt bepaald dat na overlijden van de langstlevende,
haar broeders zoon, Jan Leenderts van Gemert, zal erven.67
Wardenier van Keulen woont op 29 januari 1761 in de Renooijshoek, evenals op 14 mei 1773.68
5. Pleuntje Jacobsdr. van Gemert, geb. rond 1686, begr. ’s-Gravendeel 21-12-1737, tr.
(voor 23-8-1716)69 Arij Pietersz. Barendrecht, wonende ’s-Gravendeel (1716), begr.
’s-Gravendeel 3-4-1762 (pro deo), zoon van Pieter Pietersz. Barendrecht en Maye
Pieters.
Arie Pietersz. Barendrecht passeert op 27 maart 1762 zijn testament.70
6. Jan Jacobsz. (Kobuszâ– ) van Gemert, volgt Illf.
llld. Pieter Jacobsz. (Cobusse) van Gemert, begr. ’s-Gravendeel 4-1-1763 (impost pro
deo), tr. l e (voor 11-9-1707) Jenneke Fredericksdr. van de Weteringh, overl. 1714, dochter
van mr. Frederik van de Wetering, chirurgijn, en Anna Pietersdr. Verhoeven. Zij tr. l e (voor
20-12-1693) mr. Johannes Havestad, chirurgijn, overl. aang. ’s-Gravendeel 4-6-1705 (impost 3 gld.). Pieter tr. 2e (voor 1723) Pieternella Cornelisdr. Visser, ged. Strijen 16-10-1688,
overl. na 1-4-1733, dochter van Comelis Gerritsz. Visser en Grietje Jansdr. van der Merwe.
Pieter Jacobs van Gemert en Jenneke van de Wetering moeten tussen 17 januari 1706 en 11 september 1707 zijn gehuwd. Op 17 januari 1706 doet zij namelijk het verzoek aan de voogd van haar zes
onmondige kinderen bij Johannes Havestad, Gillis van der Eist, om geld uit te keren uit de boedel.
Haar verzoek wordt ingewilligd.71 Pieter en Jenneke worden voor het eerst als echtpaar vermeld op 11
september 1707, als hij een schuldbekentenis verstrekt.72 Op 20 november 1707 krijgen Jenneke en
Pieter, gezien Jenneke’s armoede, toestemming om haar huis in de Noordvoorstraat te verkopen.73 Op
23 januari 1708 verkopen ze het aan Teunis Aelbertsz. van der Giessen.74
De vader van Pieter, Jacobus van Gemert, stelt zich op 16 november 1713 borg voor zijn zoon bij afgifte
van een schuldbekentenis aan Dingena Jochems, weduwe van Jan Vollaar.75
Maijke Dirks van Meeuwen, weduwe van Walraven de Leeuw, ‘vroetmoer’ te ’s-Gravendeel, Maijke
Pieters, vrouw van Jacobus Leendertsz. van Gemert, Lijntje Jacobs van Sevenbergen, vrouw van Frans
Baertman, en Pleuntje Jacobs van Gemert, vrouw van Arij Pietersz. Barendreght, allen wonende te
’s-Gravendeel, attesteren op 23 augustus 1716 ten verzoeke van Pieternella Comelisse Visser, meerderjarige dochter, wonende ’s-Gravendeel. Zij zijn op 28 juni 1716 Pieternella bij haar bevalling komen
helpen, die toen had verklaard dat Jan Gerritsz. Bax de vader van haar kind was. Zij beviel dezelfde
dag tussen 2 en 3 uur van ‘een kloeke jonge zoon’.76 De broers Pieter Jacobusse en Jan Jacobusse van
Gemert zijn getuigen bij het instellen van voogdijschap door Willem Mom op 12 februari 1726.77
Het huis in de Renooijshoek met nr. 193, op naam van Pieter Jacobsz. van Gemert, met als opvolger
Arie Comelisz. Stam, staat op de lijst met verpondingen 1743-1753 voor 18 gld.78
Pieter Jacobsz. van Gemert, echtgenote Pieternella Komelisse Vischer en de kinderen Maritje (22 jaar),
Frederik (20 jaar) en Jacoba (10 jaar) krijgen akte van indemniteit naar de Zwaluwe in maart 1733
vanuit ’s-Gravendeel. Zij arriveren op 1 april 1733 in Hoge en Lage Zwaluwe.79 Hij verkoopt zijn huis
in de Renooijshoek op 31 december 1733 aan Jan Jansz. van Volcom.80
Kinderen uit het l e huwelijk:
1. Maritje Pietersdr. van Gemert, geb. ca. 1711 (22 jaar in in 1733).
2. Frederik Pietersz. van Gemert, geb. ca. 1713 (20 jaar in 1733), begr. ’s-Gravendeel
14-6-1749 (impost pro deo).
Kind uit het 2e huwelijk:
3. Jacoba Pietersdr. van Gemert, geb. ca. 1723 (10 jaar in 1733).
llle. Leendert Jacobsz. van Gemert, begr. ’s-Gravendeel 20-4-1768 (pro deo), tr.
’s-Gravendeel (otr. 22-4) 1717 (impost 3 gld. voor beiden) Neeltje Joostendr. Wildeman,
ged. ’s-Gravendeel 29-4-169181 (get. Teunis Dirksz. Meeldijk, Joosje Cornelisdr.), begr.
’s-Gravendeel 2-6-1724, dochter van Joost Ariensz. Wildeman en Teuntje Teunisdr. Viskil.
Leendert Jacobusse van Gemert tekent als getuige op 20 augustus 1724 een akte van voogdij met zijn
merk.82
wederom een niet te laden afbeelding met de tekst: "Merk Leendert Jacobusse van Gemert."
Kinderen (in willekeurige volgorde):
1. Teuntje Leendertsdr. van Gemert, geb. ’s-Gravendeel rond 1720, begr. ’s-Gravendeel
29-4-1755 (impost pro deo), tr. (voor 1747) Jan Aartszâ– van der Wulp, geb. ’s-Gravendeel rond 1720, overl. aang. Hardinxveld 19-11-1805 (impost pro deo), zoon van Aart
Andriesz. van der Wulp en Pieternella Jansdr. van Strijen.
Bij de weduwe van Jacob van Gemert, genaamd Maaijke Pieters Vermeulen, wordt, zoals reeds
enige jaren is geweest, in februari 1729, april 1732, december 1734, november 1735 en januari
1736, telkens voor één jaarTheuntje Leenderts van Gemert uitbesteed, de dochter van Leendert
Jacobsz. van Gemert.
De weduwnaar van Teuntje Leenderts van Gemert, Jan Aarde van der Wulp, sluit op 25 juni
175783 een akkoord tot uitkoop met Jan Leenderts van Gemert als oom van moederszijde van
de minderjarige kinderen Neeltje en Aart Jans van der Wulp. Jan van der Wulp krijgt op 15
september 1757 akte van indemniteit naar Hardinxveld met zijn kinderen, Neeltje van 7 jaar en
Aart van 5 jaar. Comelis Maartensz. Verrijp en Neeltje Cornelisse van Strien maken op 26 september 1785 een testament. Van haar kant zijn er legaten aan Stijntje Roos (vrouw van Leendert
van Heeren) en aan haar neef en nicht met name Jan van der Wulp te Hardinxvelt, Ariaantje van
der Wulp (de vrouw van Frans van Gemert), Neeltje van der Wulp (weduwe van Jacob Korsse
Mookhoek), Jan Pleune de Vlaming, Jan Kluijt en Arie Kluijt, allen te ’s-Gravendeel.84
2. Jacob Leendertsz. van Gemert, geb. ’s-Gravendeel rond 1720, jm. wonende onder
Ridderkerk (1743), tr. Ridderkerk (otr. 29-3) 1743 Lijgje Jansdr. de Koning, ged. Ridderkerk 3-1-1721, begr. Ridderkerk 11-4-1767 (pro deo), dochter van Jan Willemsz.
de Koning en Marijtje Joostensdr. Speltem.
Bij de weduwe van Jacob van Gemert genaamd Maaijke, wordt, zoals reeds enige jaren is
geweest, in maart 1739 uitbesteed de zoon van Leendert Jacobs van Gemert, genaamd Jacob
Leenderts van Gemert.
Uit dit gezin nageslacht in Ridderkerk onder de naam Van Gemeren.
3. Jan Leendertsz. van Gemert, geb. voor 19-12-1725, overl. na 25-6-1757.
Jan Leendertsz. van Gemert wordt op 11 oktober 1726 uitbesteed bij Jan Jacobsz. van Gemert,
in oktober 1728 voor driejaar en op 17 oktober 1729 bij Wardenier (Pieters van Keulen, IIc.-4).
Op 17 oktober 1731 voor twee jaar, in december 1734 en november 1735 opnieuw bij Wardenier de kleermaker.85
Illf. Jan Jacobsz. (Kobusz.) van Gemert, armmeester ’s-Gravendeel (1728), begr.
’s-Gravendeel 23-1-1750 (pro deo), tr. (voor 11-4-1724) Gijsbertje (Geijsje) Jansdr. van den En(d)t, overl. na 31-9-1741,86 dochter van Jan Bastiaensz. van den Ent en N.N.
Jan Jacobsz. van Gemert ondertekent met een kruis een boedelscheiding op 25 november 1722.87 De
broers Jan Jacobusse en Leendert Jacobusse van Gemert zijn diverse malen getuigen bij gebeurtenissen in ’s-Gravendeel, zoals bij de verhuur van een windkorenmolen op 10 december 1722 door
Meeuwis en Johannes de Leeuw aan Arij Reijne Verdonk88 en op 7 augustus 1723 bij het instellen
van voogdijschap door Jan Jorisse van der Stel.89 De vrouw van Jan, Geijsje Jans van den Endt, wordt
aangenomen als lidmaat op 11 april 1724 te ’s-Gravendeel. Twee, niet met name genoemde, kinderen
van Jan Kobusse van Gemert worden pro deo begraven in ’s-Gravéndeel op 27 juni 1725 en op 8 januari 1733. Jan Kobusse van Gemert woont in de Rijkestraat in ’s-Gravendeel op 28 december 1733.90
Het echtpaar stelt op 11 augustus 1739 voogdij in. Voogden zijn Jan Verspoor en Jan van Tricht.91
Kinderen:
1. Jacob Jansz. van Gemert.
2. Gerrit Jansz- van Gemert.
Jacob Jansz. van Gemert verkoopt op 1 april 1765 aan zijn broer Gerrit Jansz. van Gemert een
huis aan de noordzijde van de Rijkestraat.92
vervolgens een ZEER OUDE 'familie' foto met de volgende tekst:
"De nazaten van Jacob Jansz. van Gemert in de vijfde generatie op de foto ter
gelegenheid van het 40-jarig huwelijk van het echtpaar Jan van Gemert en
Suzanna Visser in 1914. V.l.n.r. zittend Francina Roos, Neeltje de Man-van
Gemert (haar man Leendert de Man staat niet op de foto), Suzanna Visser,
gehuwd met Jan van Gemert, Dirksje Hendrika Besteman-van Gemert en Dirksje
van Gemert-Kooij, v.l.n.r. staand: Teunis van Gemert, gehuwd met Maaike Mooij,
Jan van Gemert, Maria Dirksje Kooij, gehuwd met Arie van Gemert, Lijntje
Rozendaal, gehuwd met Hendrik van Gemert, Adriaantje Verbaan, gehuwd met
Leendert van Gemert, Adrianus Besteman en Jacob van Gemert."
lid. Arie Leendertsz. van Gemert, geb. naar schatting rond 1665, woont Bevershoek (1713),
begr. ’s-Gravendeel 27-10-1721, tr. (voor 1693) Joosje Joostendr. van de Polder, overl. na
23-5-1722, dochter van Joost van de Polder en Janneke Jansdr. van Trigt.
De eerste vermelding van Arie van Gemert is op 6 november 1696 als hij wordt gedaagd voor de
Hoge Vierschaar van Strijen, maar daar niet komt opdagen. Arie van Gemert, gehuwd met Joosje
Joosten van de Polder, treft op 29 september 1703 een akkoord met Coos Ariensz. Swanevelt inzake
de nalatenschap van Janneke Jans van Trigt, moeder van Joosje Joosten.93 Deze Coos is getrouwd
met Metje Jans van Nieuwel die eerder weduwe was van Aelbert Jansz. van Trigt. Op 22 januari
1704 wordt hij nog een keer gedaagd omdat hij kaart speelde met Abraham Pieters, kleermaker
Pieter Hendrix en Arie Pieters Stoocker.94 Uit de aanslag van het nachtwakersgeld van 4 st. blijkt dat
Arij van Gemert in 1713 in de Bevershoek in ’s-Gravendeel woont.95 Op 15 november 1721 wordt
uit de geabandonneerde (verlaten) boedel van Arie van Gemert zaliger en zijn weduwe Joosje van
de Polder een veiling gehouden. Het huis in Bevershoek wordt vervolgens op 9 april 1722 verkocht,
waarna op 23 mei 1722 door schout Simon van der Walle als curator, de rekening wordt opgemaakt.96
Kind:
1. Lijsbeth (Lijsje) Ariens van Gemert, begr. ’s-Gravendeel 7-5-1773 (pro deo).
Lijsje is op 9 maart 1713 present bij een veiling van huisraad door Pieter Davids
Bijl.97
AFKORTINGEN
HV Hoge Vierschaar
NA Nationaal Archief, Den Haag
ona oud notarieel archief
ora oud rechterlijk archief
RAD Regionaal Archief Dordrecht
wka weeskamerarchief
NOTEN
1 . Wat nog rest zijn de begraafgegevens van
Van der Wulp en de Collectie Van Meurs.
10. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 109,
akte jaar 1671.
2. Jubileumboek ’s-Gravendeel 1593-1993
(’s-Gravendeel 1993), blz. 186.
11. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 77,
akte jaar 1654.
3. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 47, 12. Als noot 10.
akte jaar 1636. 13. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 4, akte
4. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 47, jaar 1675.
akte jaar 1639. 14. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 17,
5. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 3, akte akte jaar 1687.
jaar 1638. 15. Kerkarchief ’s-Gravendeel 1726-1728.
6. Als noot 2. 16. Als noot 10.
7. Idem. 17. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 91,
8. Idem. akte jaar 1721.
9. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 47,
akte jaar 1644.
18. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 15,
akte jaar 1723
19. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4587,
akte j aar 1690.
20. Kerkarchief’s-Gravendeel 1673-1675.
21. Kerkarchief’s-Gravendeel 1671-1683.
22. Idem.
23. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 18,
akte jaar 1737.
24. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4590,
akte jaar 1709.
25. Kerkarchief Strijen, 1747.
26. Gemeentearchief Strijen, 91, akte jaar
1748.
27. Gemeentearchief Strijen, 72, akte jaar
1750.
28. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 23,
akte jaar 1756.
29. Begraafdatum eerste kind in ’s-Gravendeel.
30. RAD, Collectie Repelaer, inv. nr. 125, folio
884.
31. Gemeentearchief Strijen, 90, akte jaar
1747.
32. Als noot 30.
33. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 21,
akte jaar 1748.
34. RAD 602, ora Strijen inv. nr. 47, akte jaar
1753.
35. RAD 1004, ora Westmaas inv. nr. 23, akte
jaar 1762.
36. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 91,
1763.
37. RAD 882, öna ’s-Gravendeel inv. nr. 4590,
akte jaar 1727.
38. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4590,
akte jaar 1728.
39. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 16,
akte jaar 1730.
40. Teunis van de Polder geeft het lijk aan van
zijn vrouw Trijntje van Gemen pro deo.
41. Doopgetuige in Strijen bij kleindochter
Lydia.
42. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4586,
akte jaar 1687.
43. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 108,
akte jaar 1680.
44. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 91,
akte jaar 1699.
45. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 42,
akte jaar 1714.
46. H.C.J. Looijestijn, Genealogie van het
geslacht Vaandrager, (Zoetermeer 2001),
blz. 17.
47. Zie voor zijn voorgeslacht: Jubileumboek
’s-Gravendeel 1593-1993 (’s-Gravendeel
1993), blz. 117.
48. Kerkarchief Sint Anthoniepolder 1739.
49. Kerkarchief Sint Anthoniepolder 1744.
50. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 23,
akte jaar 1758.
51. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 23,
akte jaar 1780.
52. Een aantal genealogen op internet vermeldt haar als dochter van Pieter Coenen
in ’t Veld (Vermeulen) en Maycken Meeus.
Zij is uit het onderzoek dat Kees Jan Slijkerman in 2006 publiceerde in Gens Nostra niet naar voren gekomen als een dochter van dit echtpaar. Pieter Coenen in ’t
Veld is hem uit de originele bronnen alleen
bekend als Pieter Coenen (Coenraden),
zonder familienaam. Zijn 2e vrouw was
Maritgen (Maeyken) Meeus (Palsrock).
53. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 108,
â– akte jaar 1682.
54. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 6,
akte jaar 1708.
55. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4388,
akte jaar 1709.
56. NA, HV Land van Strijen, 3.03.08.184,
inv. nr. 2, akte jaar 1711.
57. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 6,
akte jaar 1713.
58. Gemeentearchief ’s-Gravendeel 107, akte
jaar 1713.
59. RAD 1004, ora Westmaas inv. nr. 9, akte
jaar 1711.
60. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 12,
akte jaar 1686.
61. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 42,
akte jaar 1686.
62. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 6,
akte jaar 1723.
63. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 6, akte
jaar 1735.
64. Als noot 30.
65. Op 23-3-1678 laten Jan Janse (Vremt) en
Maria Janse in Oud-Beijerland drie kinderen tegelijk dopen: Pieter van 5 jaar, Arie
van 2Vi jaar en Neelie 14 dagen oud.
66. RAD 884, wka ’s-Gravendeel inv. nr. 2,
akte jaar 1715.
67. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 27,
akte jaar 1771.
68. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 7, akte
jaar 1761 en nr. 8, akte jaar 1773.
69. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4589,
akte jaar 1716.
70. RAD 881, ora ’s- Gravendeel inv. nr. 25,
akte jaar 1762.
71. RAD 884, wka ’s-Gravendeel inv. nr. 2,
akte jaar 1706.
7 2. RAD 8 81, ora ’ s-Gravendeel inv. nr. 5, akte
jaar 1707.
73. RAD 884, wka ’s-Gravendeel inv. nr. 2,
akte jaar 1707.
74. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 6, akte
jaar 1708.
75. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 6, akte
jaar 1713.
76. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4589,
akte jaar 1716.
77. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4590,
akte jaar 1726.
78. Als noot 30.
79. Regionaal Archief Tilburg, inv. nr. 1257,
inventaris van het archief van de Nederlands Hervormde Gemeente van Hoge en
Lage Zwaluwe, 1607-1980; klapper op ingekomen borgbrieven.
80. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 6, akte
jaar 1733.
81. Streekmuseum Hoeksche Waard, Collectie
Van Meurs.
82. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4590,
akte jaar 1724.
83. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 23,
akte jaar 1757.
84. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 31,
akte jaar 1785.
85. Kerkarchief ’s-Gravendeel.
86. Zij is dan doopgetuige in Puttershoek.
87. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4590,
akte jaar 1722.
88. Idem.
89. RAD 882, ona ’s-Gravendeel inv. nr. 4590,
akte jaar 1723.
90. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 6, akte
jaar 1733.
91. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 19,
akte jaar 1739.
92. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 7, akte
jaar 1765.
93. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 12,
akte jaar 1703.
94. NA, HV Land van Strijen, 3.03.08.184,
inv. nr. 2, 1696 en 1704.
95. Gemeentearchief ’s-Gravendeel, akte jaar
1713.
96. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 91,
akte jaar 1721.
97. RAD 881, ora ’s-Gravendeel inv. nr. 13,
akte jaar 1713.
En nog de link (voor als die het ook doet):
https://www.hogenda.nl/wp-content/uploads/2020/12/OV_676_april_2015.pdf
Met vriendelijke groet,
Jermaine Van der Meer