Bij toeval kwam ik het verhaal van Carolien Dreisen tegen op internet. Zij is geen jaargenoot van mij, maar ik herken haar wel.
Mijn kostschooltijd was een periode, waar ik met oud klasgenoten nooit meer contact over heb gehad. Des te leuker was het daarom om de verhalen te lezen die voor mij nu nog zo herkenbaar zijn.
Ik kom uit een groot gezin van elf kinderen en mijn ouders hadden een damesmodezaak in Helmond. Vanwege de drukte hebben mijn ouders besloten drie kinderen naar kostschool te sturen. Dit was vooral bedoeld om ons betere studiemogelijkheden te geven. Mijn broer ging naar Tegelen en mijn zus Suzanne en ik gingen naar Mariengaarde in Aarle Rixtel. Suzanne ging naar de vijfde klas van de lagere school en ik naar de tweede klas van de Mulo van 1959 tot en met het eindexamen in 1962.
Ik kan me niet herinneren dat ik heimwee heb gehad. Destijds hadden wij thuis geen verwarming op de slaapkamers en alles gebeurde daarom in de woonkeuken of in de huiskamer. Studeren in deze vertrekken, waar iedereen zijn ding deed, was niet eenvoudig. Ik denk dat ik daarom kostschool prima vond, omdat daar tijd en rust was om te kunnen studeren. Ook sporten, toneel, muziek waar mijn ouders geen tijd voor hadden, waren op kostschool wel mogelijk.
Ik las in de verhalen over het wekken s’morgens (“Geloofd zij Jezus Christus”, “In alle eeuwigheid amen”) ben ik ook nooit vergeten. Ik heb het wel eens aan mijn kinderen verteld, maar die kunnen zich daar niet zoveel bij voorstellen.
De “kroeten” die we na de middaglessen kregen waren wel met boter besmeerd, maar zonder beleg. We kregen er soms een kaakje bij en dat verkruimelden we dan op de broodkorsten. Wel bijzonder was, dat we soms een staafje rauwe rabarber erbij kregen en dat deden we dan in plakjes op het brood en daar strooiden we dan wat suiker over.
Tijdens de schoolpauzes deden we het boter, kaas en eierenspel, of een balspel met drie ballen tegen de muur met het versje: “Karel een stiet zijn teen, een, Karel twee sprong over de golven van de zee, een twee, Karel drie brak zijn knie etc. En zo door tot Karel tien. En ook met een lang springtouw met een grote boog en dan met een hele groep om de beurt erin lopen, een sprong maken en er dan weer vlug uitlopen.
Ieder schooljaar verhuisde je naar een andere slaapzaal, ik begon in een couchet met een gordijn op de Jozefzaal, in de derde klas ging ik naar een kamertje met deur in de aanbouw op de Pius X zaal en het laatste jaar naar de Magdalena zaal.
We hadden ‘s morgens en ‘s middags les en na de “kroetenversnapering” gingen we weer naar de klas voor de studie. Zondags gingen we in de ochtend ook naar de klas en dan mochten we brieven schrijven voor thuis of familie. Zuster Tjarda surveilleerde dan. In de vierde klas van de Mulo luisterden we op zondag in de klas naar de top tien van radio Luxemburg.
Op de speelplaats was een volleybalveld en kastiebal speelden we op het sportveld. Ook de sportdagen naar Eindhoven en Oerle waren een mooie afwisseling. Als gymkleding droegen we een donkerblauwe broekrok en de gymleraar was dhr. De Wit uit Mierlo.
Voor het vak Nederlands kregen we dhr. Verberne, die als hij tevreden was over het verloop van de les aan het eind dan gitaar speelde, als ik me het goed herinner was dat wel zwijmelen. Zomaar een jonge mannelijke leraar tussen nonnen en leraressen.
Wie mijn klassenlerares in de tweede klas van de Mulo was weet ik niet meer, Zr. Mariëtte was het in de derde en Zr. Aleydis was het in de vierde. Ik heb nog een prentje met een afscheidsgroet van Zr. Paciana en een prentje van Zr Agneta in mijn oude kerkboek zitten.
Mijn klasgenoten kan ik me nog goed herinneren:
Ans van Roosmalen, Addy Konijn, Tilly Schrier, Mirjam van Zuilen, Thea van Benthem, Riet Meurs, Christa Manders, Miek Raymakers, Marie Louise Dijkman, Georgette Plessers, Willy Stevens, Lieke van der Meijden, Jacintha Prinsen, Riet de Goey, Toos Feijen, Ans van der Putten, Janny Verheyen.
Uit een andere klas herinner ik me nog goed Marlies Remmers uit Tilburg en ik vond nog een prentje van haar plechtige communie in mijn kerkboek.
Voor het Mulo examen zijn Ans van Roosmalen, Addy Konijn, Willy Stevens, Janny Verheyen, Lieke van der Meijden en ik voor een watergolfkapsel naar kapper Prinsen in Helmond geweest en mijn broer (fotograaf) heeft toen officiële portretfoto’s gemaakt. Ik weet niet of zij die foto’s nog hebben, maar ik heb ze nog allemaal.
Leuk om de verhalen van Ans van Roosmalen te lezen. Herinner ik me het goed Ans, dat jouw moeder truien voor jou breide en dat ze die later weer uittrok om een maatje groter te breien? Ik was, net als Ans, afgelopen mei 50 jaar getrouwd. Vanwege Corona hebben we de hele organisatie moeten cancelen, maar vrienden hadden voor ons buiten een defilé georganiseerd en alle vrienden kwamen langs om te feliciteren en brachten een bloem mee en ze hadden allemaal een feesthoed op en ook zongen ze nog een feestlied. Het werd een prachtig boeket. Zo ging de dag toch niet ongemerkt voorbij.
Na mijn trouwen ben ik vanuit Helmond, via Amsterdam en Culemborg in Gouda terecht gekomen en daar woon ik nu alweer 44 jaar. Ik ben hier lid van een club waar ik Ria Rooijackers ben tegengekomen, zij heeft ook op Mariengaarde gezeten, maar dat was voor mijn tijd.
Na de kostschooltijd was het wel weer wennen om thuis een nieuw sociaal leven op te bouwen met nieuwe vrienden. Graag wil ik al mijn jaargenoten van harte groeten en ik ben benieuwd of er nog reacties van bekenden komen. Jacqueline Coolen (e.v. Martien Laukens)