Uit Historisch Geffen: Het bestuur van Geffen bestond uit 6 instanties: 1 schout , 7 schepenen, 3 gezworenen, 2 burgemeesters , 3 armenmeesters en 2 kerkmeesters. De Heer van Geffen ,Ridder Vladeracken, benoemde dit bestuur. De schout had de algemene verantwoordelijkheid voor het bestuur. Met de schepenen had hij de rechtspraak, wetgeving en bestuur, tevens maakten ze de aktes op wanneer het ging om de verkoop van huizen goederen en landerijen. De schepenen maakten de zaken grotendeels uit, en verbeterd van, de oude Germaanse burenrechtspraak , bijeenkomsten van eigengeërfde boeren onder een lindeboom. Er was vooreerst de contentieuze rechtspraak: civiele gedingen, die collegiaal in een schepenbank berecht werden en genotuleerd op de dingrol. De Geffense schepenprotocollen berusten in het rijksarchief te s’ Hertogenbosch. In 1561 kreeg Geffen ook de hoge justitie toegekend en mocht ook halsmisdaden ten uitvoer brengen en mocht hiervoor een galg oprichten. Een moordenaar kreeg de doodstraf en werd gehangen. Belediging van God , het schaken van een vrouw kon ook de doodstraf opleveren. Een belediging van onze lieve vrouw, Maria, werd bestraft met doorboring van de tong met een gloeiend ijzer. Op vruchtafdrijving (abortus) stond de vuurdood. Je mocht geen vrouw tegen haar wil aanraken of strelen of anderszins ongewenst gedrag tegen haar. Straf: hand afhakken of brandmerken. Opvallend was de bescherming van de vrouw die al in het Germaanse recht bestond. Geffen was mild met de straffen meestal werden deze omgezet in bedevaarten en of het afkopen hiervan.