Ik kan me deze bijeenkomst nog goed herinneren. Want achter zuster Hermana sta ik als Prins Gerrie d'n Urste. De lamp was een cadeautje voor zuster Hermana, de bloemen en oorkonde hoorde bij de uitreiking van Vrouw van het Jaar. Als je naar het ziekenhuis moest, dan kwam je eerst bij zuster Hermana. Bevallingen, ingrepen, noem maar op. Dus iedereen kende zuster Hermana. De zuster was zelf heel blij met de titel. Ze was onder valse voorwendselen - en in de ambulance - naar het feest toegebracht en wist niet dat zij in het zonnetje zou worden gezet. Toen ik daarna als Prins op ziekenbezoek ging, stond zuster Hermana klaar en kregen we een compleet diner van haar.
Hoe ik destijds Prins ben geworden? Puur toeval. Voor de eerste keer wilden we iemand uit de Raad van Elf zelf tot Prins kiezen. Er was iemand die dat erg graag wilde zijn dus dat kwam mooi uit. Alleen moesten er volgens de statuten twee kandidaten zijn. Dus zei ik dat mijn naam er ook bij mocht staan. Zoals verwacht haalde die andere meneer twaalf van de dertien stemmen dus alles ging goed. Totdat die meneer een ongeval kreeg. Toen kreeg ik te horen dat ik Prins was.
Dat was best een schok want ik zou dat jaar trouwen en had een reis geboekt. In die tijd moest je als Prins nog overal financieel voor zorgen. Om maar iets te noemen: alleen het bestellen van 200 medailles kostte 2500 DM (want dat gebeurde in Duitsland). Kun je nagaan hoe de rekening in die dagen kon oplopen. Maar mijn moeder zei: doe maar en we zien wel waar het schip strandt. En het was een ervaring die meer dan geweldig was. Ik kijk daar nog altijd met 200 procent genoegen op terug. En iedere keer als ik zuster Hermana zag, zei ze: Weet je nog, toen met carnaval? Dat is onbetaalbaar.