Hierbij een aanvulling over de naam Kleuter uit het straatnemenboek van A.R.W van der Donk uit 1951:
De naam kleuter of kleutert genoemd, houdt misschien verband met het oude woord kleuteren of kloteren, dat de betekenis heeft van ratelen of lawaai malen. Kleuter betekend dus: lawaaimaker of plaats waar men lawaai maakt. Dit gehucht was op slechts geringe afstand van andere gehuchten. Gelegen en de stille omgeving en de eenzaamheid droegen het hunne er toe bij, dat iedere luidruchtigheid tot op tamelijke afstand werd gehoord. Dit was misschien van het ratelen van wagenwielen of op het met de vlegel dorsen van koren, en zeker ook van het beugel spel. Dit was in vroegere tijd het geliefde spel op verschillende uithoeken en het aanstoten der zware ballen kon ver worden gehoord, vooral als men speelde op een zoals dit, waar geen bos het geluid opslorpte. Het woord kleuteren (lawaaimaken) werd gebruikt, wanneer men in nabijgelegen gehuchten elkander op het verre lawaai opmerkzaam maakte.Zo is het mogelijk dat dit gehucht op den duur de naam Kleutert of Kleuter kreeg.