Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Reacties (25)

Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 19 oktober 2023 om 16:46
Bedankt voor je oplettendheid, Wilbert. De lijst is inmiddels verder gewijzigd en aangepast.
Wilbert Veltman zei op 19 oktober 2023 om 14:35
Marilou, in de lijst staat een aantal keer een ovl.datum bij iemand die als pastoor van Berghem is overleden. Ook is meerdere keren de geboorteplaats aangegeven. Op 14 okt. heb ik wat dit betreft een aantal aanvullingen genoemd. Als je extra informatie opneemt moet je dat ook zo consequent mogelijk doen. Dat geldt ook voor de namen. Ik zou zeggen namen zo volledig mogelijk, niet alleen een voorletter. "Van de Weert" moet m.i. zijn "Van Weert". Graag nog eens naar mijn opmerkingen van 14 okt. kijken.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 18 oktober 2023 om 08:52
Dag Martien, hartelijk dank voor deze inhoudelijke aanvulling! Heel waardevol om deze context hier te lezen. Dank je wel!
Martien van Asseldonk zei op 16 oktober 2023 om 13:25
Ondertussen heb ik er dit van gemaakt. Reacties en correctis zijn uiteraard welkom.

In 1345 werd de pastoorprebende van de kerk van Oss en Beghem geïncorporeerd bij de abdij van Echternach. Daarbij werd hen vicarius perpetuus opgericht. De prebende van dit vicariaat werd vastgesteld op de grove en smaltienden van Berghem, de smaltienden van Oss, grond, cijnzen, broden en de de giften (obliationi) van de kerk van Oss. De abdij van Echternach streek het grootste deel van de voormalige pastoorsprebende van Oss op en betaalde de kerkelijke belastingen. De abt van Echternach schrijft op 16 juli 1623 immers: “ik geloof dat het pastoraat van de kerk van Sint-Willibrordus in Oss, dat in ons klooster is geïncorporeerd, op geen enkele manier onderworpen is aan het obnoxium” (censeo pastoratum [ecclesie] sancti Willibrordi in Oss monasterio nostro incorporatum, nullatenus obnoxium esse). In 1551 wordt de kerk van Berghem een appendix (van de kerk van Oss) genoemd.
De kerken van Oss en Berghem waren verenigd. Er was voor beide kerken één beneficie voor een pastoorsambt. De pastoor resideerde in Oss en stelde voor Berghem een kapelaan aan. Aanvankelijk zal de kerk van Berghem een succursale kerk of kapel zijn geweest, met alleen een zondagsdienst, gesticht vanuit de kerk van Oss met als doel een betere verzorging van de zielzorg in Berghem. Later werd het een volwaardige parochiekerk, waar alle sacramenten werden toegediend, maar zonder een eigen pastoorsbeneficium. In 1427 worden een dienstdoende geestelijke in ecclesiam de Os genoemd en een andere in ecclesiam de Berchem. De aanduiding ecclesia wijst erop dat de kerk van Berghem in 1427 al een parochiekerk was, zij het nog zonder een eigen pastoorsprebende. In 1510 wordt Berghem een appendix van Oss genoemd. In 1606 werden enkele beneficies inde kerk van Oss samengevoegd voor een vicariaat of capellanie in de kerk van Berghem. Volgens Schutjes bediende deze vicaris de kerk van Berghem. In 1615 werd voor schepenen van Berghem verklaard dat de ‘pastoir van Osse en Berchem’ in Berghem alleen ‘twe schueten thienden’ beurde. In ruil daarvoor was hij verplicht ‘tot Berchen te stellen eenen bequaemen cappelaen, daer de nabueren mede gedient waren’ en ‘den cappellaen tot Berchem te loonen’.
Van Gils schrijft dat Berghem op 6 juni 1619 door bisschop Zoësius tot zelfstandige parochie werd verheven. Cunen kreeg in 1932 van de pastoor van Berghem een (inmiddels waarschijnlijk verloren gegane) brief van de abt van Echternach ter inzage, die op 16 juni 1619 was geschreven. De abt protesteerde in die brief tegen de verdeling van de pastoorsprebende van Oss, omdat er dan te weinig voor beide pastoors over zou blijven. Kennelijk werd de splitsing toen niet geëffectueerd, want in stukken uit 1623-1625 betreffende een geschil over het pastoraat de kerken van Oss en Berghem wordt gesproken over één pastoor voor beide kerken. Ook volgens andere bronnen werden de parochiekerken van Oss en Berghem tot 1677 door één pastoor bediend. Van Gils wijt dat aan de oorlogsomstandigheden. In 1621 brak de Tachtigjarige Oorlog opnieuw uit. Nadat in 1629 de uitoefening van de R.K. Godsdienst werd verboden, kerkten de parochianen van Oss en Berghem enige tijd in een schuilkerk te Koolwijk onder Herpen. Kort na 1672 werden in Oss en in Berghem twee afzonderlijke schuurkerken gebouwd. Daarna, in 1677, kreeg Berghem (weer) een eigen pastoor.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 15 oktober 2023 om 16:59
Goede verwijzingen, Wilbert, dank daarvoor! De linkjes zijn aangebracht in het overzicht.
Wilbert Veltman zei op 14 oktober 2023 om 15:37
Caspar Bijnen: koppelen aan
https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/pastoor-zorgt-voor-veel-onrust-in-berghem

Adr. Norb. Ing. Dams: ovl. 18-11-1813 Berghem

Jacobus van Asten: uit Heeze (daar ged. 23-4-1765)

Waltherus Baselmans: uit Blaarthem

Joannes van Asten: niet uit Heeze, maar uit Lierop; ovl. 15-2-1899 Berghem

Cornelis van Tetering, uit Zevenbergen, ovl. 17-10-1937 Berghem
bidprentje: https://www.brabantserfgoed.nl/collectie/object/enb-112-bidprentje/461dbda373c00b0749733c9f6452c28eb5d633f5

Johannes van Welie: uit Dreumel
bidprentje: https://bidprentjesarchief.nl/?pagina=nba-show-form&id=79645

Adrianus Henricus Petrus Canisius van Weert: uit 's-Hertogenbosch

Johannes Laurensius Wolfkamp O.F.M., pater Eventius: uit Hellendoorn
Eventueel te koppelen aan: https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/de-h-willibrorduskerk-in-berghem?notification=true
Martien van Asseldonk zei op 29 augustus 2023 om 08:32
Dank Antoon. Dit is gedegen gedocumenteerd en daarmee is de zaak opgelost.
Antoon zei op 28 augustus 2023 om 17:04
@ Martien

Jan Cunen gaat in zijn 'Geschiedenis van Oss' dieper in op het geschil in 1619 tussen bisschop Zoësius en de abt van Echternach over de verzelfstandiging van de parochie Berghem. Hij verwijst daarbij naar de desbetreffende akten, die hem ter inzage zijn gegeven door de toenmalige pastoor. In 1932 waren deze primaire bronnen dus blijkbaar nog aanwezig in de pastorie van Berghem.

J. Cunen, Geschiedenis van Oss, 1932 p.187
https://resolver.kb.nl/resolve?urn=MMKB05:000037037:00199
Martien van Asseldonk zei op 28 augustus 2023 om 14:56
Voor wat het waard is:

Frenken, A.M., ‘Kerkvisitaties van bisschop Nicolaas van Zoes’, in: Frenken, A., Th. Goossens en H. Hens (red.), Bossche Bijdragen. Bouwstoffen tot de geschiedenis van het bisdom ’s-Hertogenbosch, deel XXVII (1963-1964) 76-146.

135
Schrijven van Josephus Brouerius, pastoor in Oss en Berchem van 5 september 1617, aan officiaal Frans van Gestel, verblijvend in Maren

Heri examniatus super officiis vel beneficiis, quae possideam, non me memini unius aut duorum parvorum officiorum in Berchem pastorarui olim incorporatorum, quorum onera spectant ad capellanum meum ibidem residentem, sicuti totius pastoratus. Haec pro insertis peto, ne vel mali nominis vel alicujus infidelitatis accuser.

Gisteren werd ik ondervraagd over de ambten of beneficiën die ik bezit; ik herinner mij niet één of twee kleine ambten die ooit in het pastoraat van Berchem waren opgenomen en waarvan de lasten betrekking hebben op mijn kapelaan die daar verblijft, zowel als op het hele pastoraat. Ik vraag deze dingen voor degenen die ze hebben ingevoegd, zodat ik ze niet kan beschuldigen van een slechte naam of van enig ongeloof.
Martien van Asseldonk zei op 11 augustus 2023 om 21:51
Gaan zoeken en wat gevonden:

Schutjes bouwt verder op Coppens, en zowel Schutjes en Coppens gebruiken als een voor hen belangrijke bron: Antonius van Gils, Katholyk Meierysch Memorieboek (1819).

Van Gils is te downloaden bij Google-Books. Hij schrijft op p. 232:

Berchem was eertijds een kapel onderhoorig aan de parochiekerk van Oss. De Inwoners werden bediend door eenen priester kapellaan van Oss, die meesten tijd bij die kapel zijn verblijf had: maar in het Jaar 1619 den 6 Junij werd Berchem zelve tot eene parochie verheven door eene schikking van onzen Bisschop Zoësius. De pastoor van Oss bekwam het regt van eenen Priester daartoe te benoemen, die, door den Bisschop aanvaard en ingesteld zijnde, vicarius perpetuus genoemd werd, met volle en van den Pastoor onafhankelijk regt in alle pastorele bedieningen. Na de verovering nogtans van 's Bosch en den vrede van Munster, is Berchem, om de bitterheid der tijden, nog meermaals met Oss, door eenen Pastoor moeten bediend worden.

Van Gils, 233, noemt Gerardus Verwaijen als eerste pastoor van Berchem in 1677.

Dit is kennelijk de bron van Van der Aa en van het krantenartikel. Van Gils, III-IV, geeft geen bronnen en is in zijn inleiding bescheiden en terughoudend wat betreft de juistheid van zijn gegevens.
Martien van Asseldonk zei op 11 augustus 2023 om 21:01
Het kan natuurlijk best zijn dat Schutjes het beter weet dan ik, maar met een 'gezags-argument' die ik nooit iets.
Martien van Asseldonk zei op 11 augustus 2023 om 20:56
Dag Antoon,

Schutjes, III, 227, schrijft o.a.: De bisschop Zoësius poogde den 6 junij 1619 eenen pastoor aan de kerk van Berchem te verbinden, doch dit heilzaam plan stuitte af op den onwil des prelaats, waarom de residerende herder te Berchem tot aan de protestantsche overheersching slechts den titel van vicarius kende voeren; de benoeming van dezen rector, die sedert 1619 vicarius perpetuus was, behoorde aan den pastoor van Oss.

Iets klopt er niet in het verhaal met Schutjes, met alle respect voro de goede man overigens.

Een vicarius (perpetuus) had per definitie een eigen prebende ofwel beneficie. Vicarissen worden in de aartsdiakonale registers (pouilles) alleen genoemd in verband met ofwel een persona personatus (persoon) die 80-90 % van de prebende opstreek en de 10-20 % gebruikte om een ander (de vicaris) de zielzorg te laten doen, ofwel bij geincorporeerde kerken (waarbij 80-90 % van de prebende naar het kapittel enz. ging).

Dus als er in Berghem een vicarius perpetuus ingesteld werd in 1619, dan moet er op dat moment een beneficie voor een personaat zijn gebreerd met daaronder vicarissen te Oss en te Berghem. Probleem is dat de aartsdiakonale registers ophouden in 1566 en dat in 1629 de uitoefening van het rk geloof verboden werd. Dus het vinden van ondersteuning uit de bronnen is lastig.

Hoe dan ook, als het waar is wat Van der Aa schrijft: "dat Berghem in juni 1619 "tot eene pastorij werd verheven door eene schikking van Nicolaas Zoesius, vijfden Bisschop van 's Hertogenbosch." Moet er in juni 1619 een zelfstandig zielzorgbeneficie zijn gecreerd in Berghem.

Vraag blijft: waar haalt Van der Aa zijn informatie vandaan, zodat we zijn bewering kunnen controleren (en waar haalt die journalist die datum 6 juni vandaan).

Martien
Antoon zei op 11 augustus 2023 om 16:07
Het patronaatsrecht (recht tot voordracht van een pastoor) van Oss/Berghem behoorde van oudsher toe aan de abdij van Echternach. Bisschop Zoesius heeft in 1619 getracht de parochie Berghem volledig los te maken van die van Oss, maar hij stuitte daarbij op verzet van de abt van Echternach. Bij wijze van compromis is toen in Berghem niet een pastoor aangesteld, maar een deservitor (waarnemer) of een vicarius perpetuus (pastoorvervanger), te benoemen door de pastoor van Oss.
In 1677 is aan deze situatie een einde gekomen en is Berghem een zelfstandige parochie geworden met een eigen kerk en pastoor.

Zie hierover Schutjes, Geschiedenis van het Bisdom 's Hertogenbosch, Volume 3, p.342 en J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's-Hertogenbosch deel 3.2 p.342
Martien van Asseldonk zei op 11 augustus 2023 om 12:58
Dank je Antoon. De werken van Copens en Schutjhes ken ik al. War me in de war bracht was dat Henk Buijks kreeg Berghem in 1677 voor het eerst een eigen pastoor in de persoon van Gerard Verwayen. Daarom zou Berghem in 1677 van Oss afgescheiden zijn. Dta klopt niet.
Antoon zei op 10 augustus 2023 om 16:04
Ter aanvulling van mijn vorige post:
Schutjes verwijst in zijn verhaal over Berghem naar 'Coppens (IV. 341.)'. Dat is: J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's-Hertogenbosch, Vol. 3 dl. 2, p.341-345

Bronnen:
L.H.C. Schutjes, Geschiedenis van het Bisdom 's Hertogenbosch, Volume 3, 1872 p.226-231
https://www.google.nl/books/edition/Geschiedenis_van_het_Bisdom_s_Hertogenbo/9t1aAAAAcAAJ?hl=nl&gbpv=1&pg=PA226&printsec=frontcover
J.A. Coppens, Nieuwe beschrijving van het bisdom van 's-Hertogenbosch, tweede en laatste afdeeling van het derde deel, 1843 p.341-345
https://www.google.nl/books/edition/Nieuwe_beschrijving_van_het_bisdom_van_s/N0gxw3S50Y4C?hl=nl&gbpv=1&pg=PA341&printsec=frontcover
Antoon zei op 9 augustus 2023 om 15:49
Schutjes verwijst vaak naar het werk van J.A. Coppens, de vierdelige 'Nieuwe beschrijving van het bisdom 's-Hertogenbosch', (1840-1844). Hier vind je links naar deze boeken: https://www.bossche-encyclopedie.nl/personen/coppens,%20josephus%20antonius.htm

In A.J. van der Aa, Aardrijkskundig Woordenboek der Nederlanden, volume 2 (1840) p.283 schrijft de auteur dat Berghem in juni 1619 "tot eene pastorij werd verheven door eene schikking van Nicolaas Zoesius, vijfden Bisschop van 's Hertogenbosch."
In De Maasbode van 25-12-1895 wordt die datum nader bepaald op 6 juni 1619.

Wellicht dat met deze gegevens het gezochte document in het bisschoppelijk archief 's-Hertogenbosch is terug te vinden.
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 9 augustus 2023 om 12:31
Het archief van de Kerk te Berghem loopt helaas niet zover terug. Dat van de Kerk in Oss wel, maar ik kan daar geen stuk vinden uit die tijd die mogelijk over dit onderwerp zou kunnen gaan. Ik vermoed dat het archief van het Bisdom hier meer uitsluitsel over zou kunnen geven.
Ik neem aan dat er in het boek van Schutjes geen noten staan bij deze opmerking?
Martien van Asseldonk zei op 4 augustus 2023 om 14:25
Aanvankelijk stelde de pastoor van Oss een kapelaan aan voor Berghem. Volgens Schutkes veranderde dat in 1619. Toen werd volgens hem een personaat ingesteld (een beneficie). Hierna droef de persoon (dus degene die dat beneficie genoot) een pastoor te Oss en een te Berchem voor, voor benoeming door de aartsdiaken of bisschop. Is er een stuk uit 1619 bewaard gebeleven die dit bevestigt?
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 5 oktober 2020 om 21:57
Met dank aan jou, Jan, is de lijst verder aangevuld!
Jan Lange zei op 5 oktober 2020 om 10:51
Hr. en mr. Mathias Septius genoemd als pastoor te Oss en Berghem 1628-1634. Peter Geraerts Verstegen neemt als pastoor van Berghem in 1599/1600 waar in Oss, zoals Theo Spanjers ook memoreert. Peter ook genoemd als pastoor van Berghem in 1606.
Theo Nagtegaal zei op 25 februari 2014 om 20:23
De pastoor Jacobus Bernuli is gedoopt op 31-07-1723 in Den Dungen (als oudste kind). Het gezin is daarna naar Schijndel vertrokken. Hier zijn zijn 9 broers en zusters geboren/gedoopt.
De naam kent vele verbasteringen. Jacobus tekent bij een testament in 1766 met Jacobus Bernulj.
Marilou Nillesen, namens BHIC bhic zei op 24 februari 2014 om 12:49
@Theo: Dank voor alle informatie! We hebben het aangepast in de betreffende lijsten.
Theo Spanjers zei op 22 februari 2014 om 14:07


in de rubriek pastoors van Berghem:

1. Dat Aegidius Borghmans van 1520-1615, dus 95 jaar lang pastoor is geweest van Berchem, zou ik niet voor mijn rekening willen nemen.

2. Petrus Verstegen wordt in 1619 genoemd als pastoor van Berghem met als bijvoeging bedienaar vanuit Oss.
Ik zou het jaartal veranderen in 1599-1600 en de toevoeging in: bedienaar in Oss. Want uit de schepenakten van Oss blijkt dat hij pastoor is in Berchem, tenminste in 1599 en 1600, hij is dan 60 jaar, en dat hij sinds september 1599 'vuijt devotie ende sonderlinghe lieffde de naebueren van os heeft beghoone te dienen' omdat de pastoor van Oss gestorven is, net als 2 maanden later de pastoor van Lithoijen, die door de bisschop belast was om in Oss de bediening waar te nemen.

hieruit volgt ook

in de rubriek pastoors van Lithoijen:
Jan Strick pastoor + november 1599

in de rubriek pastoors van Oss:
Cornelius Leonardzoon van Wickevoort
1589-1599; + eind juni 1599 [ omstreeks St.Jan den doper ]

Jan Strick
1599; waarnemer, = pastoor van Lithoijen + november 1599

Peeter Geritszoon Versteghen
1599-1600; bedienaar, = pastoor van Berghem

heer Cornelissen van Oisterwijck
1600; eind maart tot eind juni 1600
.

Bronnen:
-Op 19 januari 1600 [ RAOSS 052.016 ] lezen we dat Peeter Geerarts Versteghen, pastoir der kercken van Berchem, in Oss getuige is bij het maken van een testament.
-Op 26 maart 1600 [ RAOSS 052.027-029 ] lezen we, dat de pastoor van Oss de heer Cornelis Lenaerts van Wickevoirt ontrent St Jansmisse voirleden gestorven is, en de heer Jan Strick pastoor tot Littoijen, denwelcken ettelijcken tijt de pastorie [van Oss] heeft bedient ende wel hondert dooden ende siecken inne eenen corten tijt van omtrent twee maenden met de kerckelijcke rechten heeft bericht, is oock ten lesten van de quaede siecte deser werelt overleden,
ende die van de Vrijheijt van inne september voirleden sonder pastoir of eenighe beneficiaten der kercke van Os sijn, off eenighe ordinaris dienst gehadt, dan alleenlijck dat den cappelaen off pastoir des dorps van Bergen out ontrent 60 jaeren sondaeghs ende heijligendaeghs ( vuijt devotie ende sonderlinghe lieffde ) de naebueren van os heeft beghoone te dienen.
-Op 7 juni 1600 [ RAOSS 052.044 ] kunnen we nog lezen dat de heer Peeter Geeraerts Versteghen, pastoor des dorps van Berchen, ende mits de doot van de pastoir der kercke van Os bedienende de pastorije van Os, verclaert gehaelt ende geroepen geweest te sijn ontrent in september 1599 omme met de heijlighen kerckelijcke sacramenten te berichten bij Gerritgen dochter Huijberts Geritsse wed Peeter Berkens.
.


Hanneke Meulenaars, namens BHIC bhic zei op 4 april 2009 om 06:45
Beste Paul Lammeretz, dank je voor je aanvulling. Er zijn vanaf het einde van de 19e eeuw tot rond 1960 in elke parochie zoveel kapelaans geweest, dat we ons voorlopig even beperken tot de pastoorslijstjes.
Paul Lammeretz zei op 3 april 2009 om 20:33
In de lijst van pastoors ontbreekt ook een kapelaan. Dit was Adriaan Sevens, geboren op 12 oktober 1835, priester gewijd te Den Bosch op 25 mei 1861, kapelaan in Berghem in 1865. Adriaan overlijdt in 1910, 6 juli te Niftrik.