Het gebouwtje wat je op de foto ziet, IS de diepvrieskluis. Het staat vlak bij de parochiekerk in Gemonde. Als je binnenkomt (maar alleen leden kunnen de deur openen en de kluis bedienen) zie je een deur, een lage trap, en nog een kleine deur.
Achter beide deuren zit eenzelfde carrousel. De carrousel bevat laden, die taps toelopen. Doe je de onderste deur open, dan zie je vier laden; doe je de deur bovenaan het trapje open, dan zie je drie laden. Je kon inschrijven op het gebruik van een of meer laden. Je had thuis dus geen vriezer nodig. Als er iets gehaald of gebracht moest worden, liep je of fietste je naar de diepvrieskluis.
Waren je laden helemaal vol, bijvoorbeeld na de groenteoogst of na het slachten, dan kon je een derde deur openmaken die toegang gaf tot een kleine ruimte naast de carrousel. Het was er heel koud, en je zag het mechaniek en de laden, tot bovenaan toe! Daar mocht je dan een of een paar dozen neerzetten met je naam en nummer erop, zodat de inhoud werd ingevroren en op een later moment in de la gelegd kon worden.
Er is een paneel waarop je aan kunt geven op welke plek de carrousel moet stoppen. Dan gaat hij ronddraaien, zodat je na het openen van de deur je eigen la open kunt trekken.
Het gebouw was dus een collectief gebeuren, en is nog steeds in gebruik. Lange tijd was er een wachtlijst, misschien nog wel?
Voordat de diepvrieskluis er was, werden vlees en groente geweckt. Het blancheren van groente en het inpakken van vlees, groente en fruit in plastic diepvrieszakken en -dozen was veel minder bewerkelijk dan wecken. Ook bevorderde het invriezen het veilig bewaren van het voedsel, omdat die weckpotten nog wel eens open wilden gaan en dan was de inhoud bedorven.
De kluis zag er van binnen ook anders uit dan we gewoon waren - het kan inmiddels veranderd zijn! - de binnenkant was wit betegeld en de deuren waren blauw, rood en geel. Kortom, wij voelden ons heel modern!