Een straat verder woonde Ties de IJscoman. Ties reed in de zomer met een witte ijsbakfiets rond. Daarnaast slachtte hij kippen in zijn, met betonschuttingen afgeschermde betegelde “achtertuin”. Als klein jongetje ging ik, met vriendjes, kijken en kregen dan wel eens een kippenpoot waarbij je aan een pees kon trekken waardoor de klauw dichtkneep. Een keer zei Ties tegen mij: “Hé jungske, houwt oew hand es op” waarop ik mijn twee handjes tegen elkaar als een kommetje ophield. Ties kneep een eileider uit en de dooiers in mijn handen. Ik rende naar huis en wilde het aan mama geven die in de keuken stond…….”Ieeeeek, gedverderrie, gooi weg”……