Uit mijn kwartierstaat:
245336. Jan Reijwaerts van Clootwijck, geb. ca. 1445 (geschat), Stadhouder van het Land van
Altena, overl. 1520, tr.
245337. Elisabeth Gerrits de Borchgraeff, overl. 1530.
Piet Sanders – De Oudste generaties van het geslacht Van Clootwijk ook Clootwijck. GTMWB, 2010, blz. 74-75.
Genealogie van Clootwijck (GTMWB2010-073), Type: Tijdschrift, naam tijdschrift: GTMWB, jaargang: 2010, blz: 73, schrijver: Piet Sanders.
Op 25-8-1468 ontving Jan van Klootwijk Reinersz. bij dode van zijn vader, de volgende lenen enz.: 3 m. land in het gerecht van Almkerk aan de gracht op Klootwijk, 2 1/2 m. land in Almkerk, genaamd de Pesserik, 3 1/2 morgen land in Almkerk, genaamd de Nootkamp; in 1520 ontving zijn zoon Jan deze lenen (Leenk. van Emmikhoven- Almkerk, inv.nr. 224/2, fol. 1); een leen van de Lek bestaande uit 4 m. 2h. met een hofstede genaamd Klootwijk in Almkerk, gemeen in 12 m., waarvan 7 m. 4 h. gehouden werden door Jan van Outheusden als leen van Emmichoven; op 6-4-1502verwerft hij het goed "Clootwijck" onder Almkerk van Johanna Jans de Borchgrave dat indertijd (1439) aan zijn grootvader Adriaen Jan Aerts beoorde; deze had "Clootwijck" gekocht op 24-2-1418 van Floris Jan Clootwijk; zie voor deze beleningen ook O.V 1977, pag. 136 en GTMWB jrg. 31, pag. 83; hij zegelt twee ruggelings geplaatste zalmen met tussen de koppen een kleine "wassenaar" (Charters Altena 30-12-1505).
Leenregister Emmikhoven (OV1977-136), Type: Tijdschrift, naam tijdschrift: Ons Voorgeslacht, blz: 136
Zij wordt beleend met 1/3de van de "springende tiend" te Almkerk; het echtpaar ligt begraven in de kerk te Almkerk onder een prachtig gebeeldhouwde steen met de kwartieren Clootwijck, Polanen, Nederveen, Couwenhoven, Borchgreve, Schelluijnen, Rijswijk en Ypelaer.
Generatie XIX
490672. Reijwaert Adriaens van Clootwijck, overl. voor 25-8-1468, tr.
490673. Willemke Willems van Nederveen.
Leenregister Emmikhoven (OV1977-136), Type: Tijdschrift, naam tijdschrift: Ons Voorgeslacht, blz: 136.
Piet Sanders – De Oudste generaties van het geslacht Van Clootwijk ook Clootwijck. GTMWB, 2010, blz. 73.
490674. Gherit Dricxssoon de Borchgrave, tr.
490675. N.N.
Ca. 1441. Geret die Burchgrave Dircksz. Wordt genoemd als belender van Jan Dircksz. De Borchgrave. Gherit wordt geen broer genoemd van Jan Dircksz.
Op 23-2-1451. Jan die Borchgrave Janssoen, Jan die Borchgrave, Willemssoen, Jan die Burchgrave, Dircxsoen en Gherit die Borchgrave staan op het handvest, dat door de graaf van Altena, aan het Land van Altena gegeven wordt.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 66.
Generatie XX
981344. Adriaen Jan Arnts (van Clootwijck), geb. ca. 1380/1390, kocht op 24-2-1418 de hofstede
Clootwijck onder Almkerk van Floris van Clootwijck, Pontiaense van Clootwijck (ex
matre Lysbeth Floris van Dalen, nam daarna de naam Van Clootwijck aan, overl. ca.
1468/1469, tr.
981345. N.N.
Piet Sanders – De Oudste generaties van het geslacht Van Clootwijk ook Clootwijck. GTMWB, 2010, blz. 73.
981346. Willem van Nederveen, tr.
981347. N. Couwenhoven.
Piet Sanders – De Oudste generaties van het geslacht Van Clootwijk ook Clootwijck. GTMWB, 2010, blz. 73.
981348. Dirck Hendricksz. De Borchgrave, gebuur van Almkerk (1394), overl. na 22-3-1418, tr.
981349. Alijt Jans van Ypelaer, overl. na 2-4-1414.
Ca. 1397, Dirc die Burggrave Henricxsoen wordt voor zijn vrouw, dochter van Jan van Ypelaer en Jonkvrouw Oede beleend met een achte deel van twee tienden in Biervliet en Vriesland.
Op 28-2-1398. Lijsbette uten Camp wordt beleend met een halve hoeve aan de lage zijde van de Werken, te komen op Dircs die Burchgrave Heinricszoen.
Op 14-4-1403. Dirc die Borchgrave Henricssoen draagt over als een vrij gift aan heer Robbrecht Boekeleer, priester, de halve Coppelcamp te Almkerk die naast de Molencamp gelegen is, belend aan beide zijden door heer Robbrecht, en nog de helft van de Heerkenskamp te Almkerk met als belenders’oestwart Ricouts Borchgraven erfghenamen, westwart Boudencamp die Henrics Borchgraven erfghenamen’.
Op 26-5-1403. Graaf Albrecht beleent Dirc den Burchgrave Henricszoen met een hofstad met een huis daarop gelegen dat Dirc aanbestoreven is bij overlijden van Henric Burchgrave zijn vader.
Op 5-7-1405. Dirk die Borchgrave Henrijcxzoen draagt over als een vrij gift aan heer Robbrecht Boekeleer, priester, een kamp binnen de Vier Stegen in den Hoec in de Doernwart, belend ten oosten het erf van voornoemde Dircx Borchgrave en west de straat.
Op 6-5-1406. Dircs Borchgrave Heynrics als belender genoemd in de Hoec ten Doernwart en de Heerkenskamp te Almkerk.
Op 6-6-1408. Dirk die Borchgrave Hendriksz wordt beleend met een halve hoeve aan de lange zijde van de Werken, te komen op Jan, zijn jongere zoon.
Op 2-4-1414. Dirc die Borchgrave Heinricx soon draagt uit vrije eigendom een boomgaart met daaraan 1 ½ morgen land in het gerecht van Almkerk te Muilwijk over aan zijn zwager Jacob, heer van Gaasbeek, en krijgt het vervolgens in leen terug.
Op 2-4-1414. Jacob, heere van Gaesbeke, beleent Pieter Robbrechtsz van Drongelen, met 1/8 van de twee korentiende van Biervliet en Vrieslant, bij overdracht door ‘jonfrouwe Alijt Jansdochter van Ypelair, onse nichte, dat hair aenbestoreven is bi dode jonfrou Oeden, onsen nichten hoire moeder’, waarna overdracht aan Heinric zijn zoon, die hij heeft bij ‘jonfrou Oeden Dircx Borchgravendochter, sinen wittachtigen wive.
Op 2-4-1414. Peter van Hambroec wordt beleend met een achtste deel van twee tienden in Biervliet en Vriesland. Hierbij waren als getuigen aanwezig: Dirc die Borchgreve, Peter van Drongele, Philips van Almonde en Pieter van Ypelaer.
Op 12-2-1415. Willem graaf van Holland heeft voor zijn baljuw van Zuid-Holland, Dirc van der Merwede, Jan van der Zijdewinde laten komen en hem het ambacht Zijdwinde doen overdragen aan Florens van Wijffliet. Ten overstaan van de Baljuw en een aantal Leenmannen: Jan van Langeraeck, Florys van Kyffhoeck, Dierc die Burchgrave, Peter van Drongelen, Bryen van Weyburch en Bryen van den Roeve.
Ca. 1417. Dirc die Borchgrave Heynricksoon wordt beleend met elf morgen land gelegen in Honswijk in het gerecht van Rijswijk.
Op 2-1-1418. Kathelin Robijnsdr. Bokelaer vraagt toestemming om een altaar te stichten in de kerk van Almkerk. In tegenwoordigheid van ‘heren Willems Borchgraven cureyts tot Weerthusen, heren Claes die Voecht vice cureyt tot Almkerk ende Jans Borchgraven Gherijtszoen ghebeden Dirc den Borchgrave minen neve dese brief over mi te bezeghelen. Ende ic Dirc voirsz om beden wille joncfrouwe Kathelne mijnen nichten voirsz hebben desen brief open bezeghelt met mine zeghele’.
Op 10-3-1418. Dirck die Borchgrave en Adriaen van Malburch, Leenmannen van Jacoba van Beieren, dragen 4 morgen en 2 hond land, geheten de Sarijscamp gelegen te Emmikhoven, uit naam van Katherijne Robbijn Boekeleersdochter over aan de prior en convent van de Kartuizers te Geertruidenberg.
Op 22-3-1418. Dirck die Borchgraef gemachtigd (door Catherine Bokelaer) om de Sarijscamp gelegen in het gerecht van Emmikhoven over te dragen als een vrije gifte aan de prior en convent van de Kartuizers te Geertruidenberg.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 65-66.
2-4-1413: Dirk die Burchgrave Hendriksz., zwager van de leenheer, na opdracht, 1 fol. 241. (J.C. Kort - EEN LEEN VAN ELISABETH VAN ALMKERK, 1326-1694).
Generatie XXI
1962696. Hendrick de Borchgrave, geb. ca. 1344 (geschat), overl. tussen 31-10-1387 en
14-4-1403, tr.
1962697. N.N.
Zegelt als gebuur van Almkerk (1382), knaap en Raad van de heer van Altena (1386).
Op 5-11-1369. Heynric die Burchgrave draagt het huis met een halve hoeve daaraan waar hij woont, gelegen in het gerecht van Almkerk over aan Albrecht, graaf van Holland, en krijgt het vervolgens in leen terug.
Op 7-1-1386. Leenmannen getuigen aanwezig: ‘Heinric die Burchgrave, Aernt van Weyburch ende Rutgher van Mylwijc’.
Op 10-5-1386. Zegelen voor Willem, heer van Horne, Altena en Kortessem: Mathijs van Kessel, ridder, Dyrc van Uutwijc, Roelof van Emmichoven, pastoer van Mareys ende Henric die Borchgrave, knapen, ‘onse ghetrou raed’.
Op 17-3-1387. Als Leenmannen van heer van Horne waren aanwezig ‘Dirc van Wtwijc, Heynric die Borchgrave, Heynric van Andel ende Arnt van der Bruchen’.
Op 23-9-1387. Als Leenmannen van heer van Horne waren aanwezig ‘Dirc van Uutwijc, Heynric die Borchgrave, Heynric van Andel ende Arnt van der Bruchen’.
Op 28-9-1387. Heynric de Borchgreve betaalde 80 pond die zijn broer Jan Diddericsone de Borchgreve schuldig was aan Claes van der Zevender, baljuw van het land van Altena.
Op 14-7-1402. Jan van Weijborch draagt over als een vrij gift aan heer Robbrecht Boekeleer, priester, een halve camp land, genaamd ‘den Coppelcamp, daer naest gelegen is den aftersten Molenkamp ende aen die ander sijde westwaert Henrick die Borchgrave Dircxzoen’.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 67.
71. Een kamp in Almkerk genaamd Stekelkamp, oost en west: Hendrik die Burchgrave. 6-12-1395: Hendrik Hendriksz. bij opdracht aan Dirk uten Roeve voor de leenheer, LRK 52, fol. 189 nrs. 800-801.
72. Een huizing (1403: en hofstede) in Almkerk (1403: in Muilwijk), waar de leenman op woont, en een halve hoeve daaraan, enerzijds: de leenman en kinderen Pieter Ovelard, anderzijds: een water, genaamd de Werken.
5-11-1369: Hendrik die Burchgrave bij opdracht uit eigen, LRK 50, fol. 121v, nr. 760.
26-5-1403: Dirk die Burchgrave bij dode van Hendrik, zijn vader, LRK 53, fol. 26, LRK 120, c. Arkel fol. 4v. 10-4-1439: Jan die Burchgrave, LRK 114, fol. 118v-119.
30-11-1483: Jan die Burchgrave Gerardsz. bij dode van Jan die Burchgrave, zijn oom, met lijftocht van Jacob Robertsdr. op de mindere helft, LRK 120 c. Arkel fol. 5.
(REPERTORIUM OP DE LENEN VAN DE HOFSTEDE ALTENA, 1232-1650 door J.C. Kort Eerder gepubliceerd in ‘Genealogisch Tijdschrift voor Midden- en West-Noord-Brabant en de Bommelerwaard’, jrg. 19-21 (1995-1997).
1962698. Jan van Ypelaer, overl. voor 1373, tr. (huwelijkse voorwaarden 16-11-1359)
1962699. Oede (van Horne), overl. voor 27-2-1397, zij tr. Voor 1373 Jan Dircksz. Van Zuylen, overl.
29-3-1429, zn. Van Dirck Zwedersz. Van Zuylen en Aleid van Harmelen.
Op 16-11-1359. Jan van Ypelaeren Aleid, Vrouwe van Putten, Praet en Strijen maken een contract van huwelijksvoorwaarden voor hemzelf en voor Jonkvrouw Oeden, nicht van de Vrouwe van Putten, waarbij Oede jaarlijks 100 pond Hollands uit tiende of rente meekrijgt. De uitbetaling zal worden gestaakt indien Oeden zonder wettige nakomenlingen sterft. Oeden zal bij eerder overlijden van haar echtgenoot de helft van de opbrengst van zijn landen ontvangen en de familie van Oede zal bij haar dood geen voordeel hebben van de goederen van Jan: oorspronkelijk bezegeld door: ‘’Peter ende Zebrecht van Ypelaer mijn brueders ende Jan van Driemilen’’.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 67.
Generatie XXII
3925392. Dirk Lodewijksz. De Borchgrave (Theoderico dictus Borchgreve filius Lodevicus), overl.
na 6-6-1360, tr.
3925393. N.N.
Op 6-6-1360. Johannes dictus Borchgreve, Theoderico dictus Borchgreve, Johannes de Uppel en Theoderico dictus Borchgreve filius Lodevicus, benoemen een nieuwe pastoor voor de Sint Catharinekapel van de kerk te Almkerk.
Op 16-5-1379. Dirc van Uutwijc, heer van Uitwijk, beleent Rycout die Borchgrave bij overdracht door zijn broers Heinric die Borchgrave, Willem die Borchgrave, Jacob die Borchgrave en Jan die Borchgrave met een stuk land te Uitwijk, met als belenders Jan die Borchgrave voorschreven en Rycout voorschreven, hen aangekomen na het overlijden van hun broer heer Lodichs Borchgreve.
Op 10-4-1394. Jan die Borchgreve Dircszoen verklaart tegenover Goedscalc Boekeler, richter, Willem die Borchgreve, Dirc die Borchgreve Heinricszoen en Gherijt heren Lodewijchszoen gebueren van Almkerk, dat Jan de schuld die hij heeft bij Rycout den Borchgreve zijn broer en de schuld die hij heeft bij Dirc die Borchgreve Lodewijchszoen zal afbetalen; hij zal Rycout en Dirc schadeloos houden over de tijns die hij schuldig was aan Lyonis uten Camp. Jan zal zijn broer Rycout tot Sint Bavendag 150 Dortrechtse gulden betalen. Rycout krijgt het vruchgebruik van 6 morgen die in 12 morgen gelegen is, waarvan de belenders zijn Dirc die Borchgreve Dircszoen en Lyonis van den Camp.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 68-69.
3925396. Peter Zebrechts van Ulvenhout, knape (1320-1329), keer voor 1333 het goed Ypelaer
in leen, overl. voor 19-11-1343, tr.
3925397. Kathereina uxor Petri Zeberti de Ulvenhout, overleden op 19 juni van een onbekend jaar. (Juten, G.C.A., 'De Ypelaar', Taxandria 48 (1941), p.55).
Kinderen: Peter van Ypelaerm schout en klerk van Geertruidenberg; Zebrecht van Ypelaer, woonde in 1352 in Breda; Jan van Ypelaer (zie 1962698).
Op 26-11-1316. Een conflict tussen de abdij Tongerlo en ‘Petrum filium Quondam Segheberti de Ulvenhout’, wordt door het hof te Utrecht beslecht, aangaande de pacht van 10 pond Tours te innen op een weiland te Gilze van 8 bunder.
Op 12-5-1318. Balduinus van Pule en Petrus van Ulvenhout als gemachtigden van de abdis van Thorn.
Op 12-2-1327. Balduinus genaamd van Poele en Petrus, zoon van Zebertus van Vlvenhout, zullen bij het geschil dat zij hebben, zich naar de raadgeving en het bevel der abdisse gedragen.
Op 1-8-1333. Peter van Ulvenhout verklaart dat hij een achterstallinge shuld heeft bij de abdis van Thorn, die Peter zelf of zijn kinderen Peter en Zebrecht moeten afbetalen. De schulden bestaan uit inkomsten uit goederen in het land van Breda, in het land van Hoogstraten en in de parochie van Baarle, die Peter 7 jaar lang gepacht heeft. Als borgen waren aanwezig: Peter Jnsone van Ulvenhout, Arnout van Riele, Jan Brocke van Bavele, Jan Vos van Meersele, Jan die Ruesaenare die oude en Jan die Ruesaenare die jonge.
Op 19-11-1343. Jan Diemen van Bavel heeft in erfpacht genomen van Jan van Ypelaer de hoeve te Galre, zoals Peter van Ypelaer die bezetten heeft tegen een erfchijns van 5 pond zwarte en erfpacht van 10 sester rogge per jaar.
Op 29-1-1347. Omdat Peter en Segebert zonen van wijlen Pieter van Ypelaer het Latijn niet machtig waren, lieten zij de akte van 18 januari laatstleden uitleggen. In deze akte getuigde Margareta van Heinsberg, dat de broers Petrus en Sebertus en Johannes, zonen van wijlen Petrus van Ypelaer, vogelvrij zijn, als zij de belofte nakomen een vrijbrief te geven waarin zij de vrienden, medebroeders en boden der abdij ongemoeid laten.
Op 22-2-1348. Jan van den Houte uut Borcht en Mercelys van Ittervoert, scheidslieden doen uitspraak over een geschil tussen het kapitel van Thorn en Petere, Zebrecht en Janne kinderen van Peter van Ypelaer. De kinderen zullen het kapitel moeten betalen voor de gepachte goederen.
Ca. 1353. Uit een lijst van goederen en inkomsten van Willem van Duvenvoorde vinden we het goed dat de heer kocht jegens ‘Peter Zebr(echts)soen ende sijn kinderen, des es V hoeven, elcke hoeve maect XII buyndere’, en het goed ‘indie Gilsche Vucht, dat here Willem cofte tegen Peter Zebr(echts)soen; an erft jaerl. Renten, van herencijns XIII ouden Engelschen.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 69.
Juten, G.C.A., 'De Ypelaar', Taxandria 48 (1941), p.52-68.
3925398. Gerard van Horne, ridder (1342), heer van Horne en Altena, gesneuveld bij de slag van
Stavoren op 26-9-1345, had een relatie met
3925399. N.N.
Gerard van Horne is naar alle waarschijnlijkheid de natuurlijke vader van Oeden.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 69.
Generatie XXIII
7850784. Lodewijk de Borchgrave, overl. tussen 26-9-1329 en vermoedelijk voor 6-6-1360, tr.
7850785. N.N.
Op 26-9-1329. Jan Kuyst, Lodewic de Borchgrave, Emond van Emmichhoven, Diddic Kuyst en Gisebrecht van Welle eigen uit naam van heer Jan van Heusden, dat Jan van Megen zijn schuld van 668 pond zal terug betalen aan Jan van Heusden.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 69.
7850792. Zebrecht van Ulvenhout, Sint Peterman, overl. voor 2-2-1308, tr.
7850793. N.N.
Zijn wapen: De 3 Sautoirs van de Bredasche Heerlijkheid, (Juten, blz 54).
Op 6-12-1298. Zebrecht van Ulvenhout en Jan, zijn zoon, en Winrik van Ulvenhout, getuigen als leenmannen van Breda.
Op 2-2-1308. De abdis en convent der abdij van Thorn oorkonden, dat zij Peter zoon van wijlen Segebertus van Ulvenhout en zijn erfgenamen hebben beleend met de tiend van Heusdenhout.
Op 1-7-1313. ‘Johannes et Petrus filii Segeberti de Ulvenhout’ Leenmannen van de Heer van Breda.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 69.
Juten, G.C.A., 'De Ypelaar', Taxandria 48 (1941), p.54.
7850796. Willem IV van Horne, heer van Horn, Altena, Loon op Zand en Gaasbeek en Heeze tr.
7850797. Oda, Vrouwe van Putten.
Dr. A.W.E. Dek, Het geslacht van Horn (Hoorne of Hornes) Spiegel der Historie, jaargang 1966, blz. 22, Tabel 1, Europese Bibliotheek, Zaltbommel; Gens Nostra 1986, blz. 254-260.
Generatie XXIV.
15701568. Diederic de Borchgrave (de Oude), knape (1310, 1312), overl. tussen 3-9-1322 en
19-6-1326, tr.
15701569. N.N.
Op 7-6-1310. Her Willem de Boc, her Ian van der Dussen, her Ian van Rysewiic, ridders, Diederic de Borchgrave en Robbiin Lodewiicks Bokelerssone, knapen, getuigen voor Gerard, heer van Horne en van Altena.
Op 12-3-1312. Jan van Risewijc, ridder, Aert van Uutwijc, Henric van Emmekoven, Diederic de Borchgrave, Ghisebrecht van der Zande ende Diederic van Anke, knapen, oorkonden, dat Vastraet, heren Aernoudssone van Ghiesene, ten behoeve van Gerard van Horne, heer van Altena, afstand neemt van al zijn recht op de gerechten van Giesen en Andel.
Op 12-7-1316. Jan van der Zijdewijnde, pastoere van Tollenzen, Jan van der Dussen, ridder, en Diederic die Borchgrave, oorkonden dat Jan, Liesbeth en Robbrecht van Drongelen afstand gedaan hebben van de helft van het veer te Tetendonk aan de kant van Veen.
Op 18-4-1320. Theodericus dictus Borchgrave en Theodericus zijn zoon dragen de tiend te Waalwijk, die nu leengoed is met een cijns van 5 schillingen oude Leuvens, over aan de abdij Tongerlo.
Op 29-5-1320. Johannes disctus Borchgrave, Lodewicus, Johannes de Uppel, zoons van senioris Theoderici Borchgreves de Almkerke, en Theodericus de Werchuzen, Ghiselbertus dictus de Daylle gehuwd met zijn dochters keuren de overdracht van de tiend te Waalwijk aan de abdij Tongerlo goed.
Op 1-8-1320. Willelmus zoon van Theoderici dictus Borchgrave senioris de Almkerke keurt de overdracht van de tiend te Waalwijk aan de abdij Tongerlo goed.
Op 16-9-1320. Jan van Risewijck, ridder, Diderik den Borchgrave, Vastaert van Giesen, Willem van Stienen, Jan Brienensz ende Huge Volprechtsz oorkonden dat heer Diderick van Riede het ambacht van Barendrecht opdroeg aan Gerard, heer van Horne.
Op 3-9-1322. Arnt van Creienstein, Didderic die Borchgraeve, Jan sijn sone, Willem van Striene ende Hughe Volprechts sone, samen met Enghebrechte van Andle als borgen voor Jan van Groesebeec, verklaren de schuld over de tiende van de Werken aan Willem van Horne te betalen.
Op 19-6-1326. Lisebet van Almkerk beleent haar neef Jan den Burchgrave, gehuwd met Lijsbet, met een hofstede en 8 morgen te Almkerk, hem aangekomen door het overlijden van zijn vader Dirc Burchgrave, daarna te komen op Gerijt zijn zoon. Hierbij worden als getuigen genoemd: Dirk van Waerthuysen, Daniel van Roederise, Huge Volbrechtssone.
Remco van den Heuvel, De moeder van Dirk van Malburg, De Nederlandsche Leeuw 2018, blz. 70.