De bijdrage van mijn oud-klasgenoot Egbert ter Heine (hij een externe, ik een Steffenbergleerling) heb ik met interesse gelezen, en ik herken vooral de inderdaad best wel scherpe scheiding, vaker onuitgesproken dan expliciet opgelegd, tussen de drie categorieën leerlingen, Steffenbergers, Sparrendalers en externen.
Van één ding keek ik echter nogal op: de Romereis van de externen in de paasvakantie van 1965, onder leiding van de paters van Maasakkers van Sparrendaal (bijnaam 'Fiebeltje') en van den IJssel van de Steffenberg (bijnaam 'Opa'). Hoe dat zo? Op 10 januari 1965 schreef ik naar huis dat in de kerstvakantie pater van den IJssel een hartaanval had gehad en in het ziekenhuis lag. Op 15 januari 1965 voegde ik daaraan toe dat we hadden gehoord dat hij zeker nog een week of 4, 5 in het ziekenhuis moest blijven. Op 4 april 1965 rapporteerde ik dat hij, intussen uit het ziekenhuis, een dag of 2 in de Steffenberg was geweest maar verder zou gaan rusten bij familie, en dat hij na de paasvakantie weer les zou gaan geven.
En dan zou hij, nauwelijks uit het ziekenhuis, van 16 t/m 29 april een groep jongens hebben begeleid op een bedevaartreis per trein naar Rome? Pater van den IJssel was zeker een geroutineerde bedevaartbegeleider (enkele van mijn tantes, die met hem naar Lourdes waren geweest, dweepten enorm met hem), maar zo kort na toch een ernstige ziekte en een lang ziekenhuisverblijf?
Van de andere kant: er is weinig betreffende pater van den IJssel dat mij echt kan verbazen. Hij was altijd al de man van de brede armzwaai, die hield van een grote en grootse aanpak, of 't nou ging om toneel of om muziek; en ik meen dat op een van de Forums hier een oudleerling zijn strapatsen op/over de biljarttafel al memoreerde. En bij voetbalwedstrijden kon hij een zeer luidruchtige aanwezigheid zijn. Dus ja, eigenlijk geloof ik best dat hij mee zal zijn geweest naar Rome, en is 't alleen een wonder dat hij niet in een kist mee terug kwam...