De twee podcasts die Marilou en Christian en de lucht hebben gebracht zijn prikkelend en spreken tot de verbeelding, omdat beiden hun speurtocht zo zintuigelijk hoorbaar aan de luisteraar in kaart brengen. Klokgeluit, nonnengezang, ritselend papier en knerpende voetstappen, we luisteren naar een hoorspel van adequate waarheidsvinding naar vergangenheden van daderschap, deelneming, boos opzet, aanvangstverdenkingen, belemmering van justitie en knoeien met bewijs. Een derde podcast zou kunnen gaan over de odyssee naar hoe de departementale Stafafdelingen Staats- en Strafrecht alsmede Wetgeving hebben gereageerd op de plichtmatige verzoeken van het Bredase parket hoe verder opsporingstechnisch te handelen en strafvorderlijk uitvoering te geven aan de vervolgingsplicht bij een redelijke verdenking van de wellicht in staat van inbeschuldiging te stellen bedienaar van het altaar van de Noordhoekkerk. De pastoor, de grote onbekende die toch in opspraak raakt. In 1900 is zoiets buitengewoon brisant. Dat komt omdat het katholieke volksdeel onder leiding van zijn voorman Herman Schaepman probeert tot vorming van een katholieke tegenpartij te komen in de Tweede Kamer, ongeveer zoals Tedje van Es deed in de onvergetelijke serie van de heren Van Kooten en De Bie gewijd aan de totstandkoming van de Tegenpartij. Schaepman wil verschoningsrechten voor katholieke priesters en hij wil voor hen strafvorderlijke privileges. Want sedert 1813 is nog steeds de nationale strafvordering in Nederland niet goed geregeld in één nationaal Wetboek van Strafrecht en Strafvordering. Men behelpt zich met het oude Napoleontische recht. Dat van deze immuniteiten, verschoningen en privileges niets moet hebben. Daar moet de officier van justitie in Breda juist in de zaak-Kessels mee gezeten hebben. Hij is ook benauwd voor zijn loopbaanperspectieven, want die kunnen. als hij de pastoor aanhoudt en doet opbrengen voor verhoor duchtig in gevaar komen. De procureur-generaal te Den Bosch zal zich de handen niet hebben willen branden. Die heeft de officier desverzocht instructies gegeven waar deze hoofdambtenaar niets aan heeft zoals: "handel bestens maar voorzichtig". Vertel mij wat. Die officier heeft telegrafisch contact gezocht met de referendaris van de Afdeling die ik noemde. Die telegramwisseling is via het Algemeen Rijksarchief digitaal stellig traceerbaar. Zie
www.gahetna.nl. Daar begint de bal te rollen, want die referendaris heeft de secretaris-generaal ingelicht. Per interne oplegnota met registernummer. Die administrator heeft Loeff gevraagd wat te dezen gedaan behoort te worden. Want die is ook bevreesd zich in de vingers te snijden. Loeff heeft Schaepman en later Willem Hubertus Nolens ingelicht, want die verstaan zich met het episcopaat in deze aangelegenheden. Beiden willen fractievoorzitter worden van de federatie van Roomsch-Katholieke Districts-Kieskringen. Dezen zijn priester en hebben verreikende ambities die worden gefrustreerd als ze te dezen een blunder begaan. Nolens wordt de eerste fractieleider en die heeft over deze zaken van strafvorderlijke aard uitgesproken denkbeelden. Die botsen met die van het episcopaat, dat zal hij Loeff hebben doen weten. Is inderdaad later, veel later, een Apostolisch delegaat bij vader Kessels verschenen om druk uit te oefenen, dan krijgt Buitenlandse Zaken er ook mee te maken. In deze tijd mag het Hof van Rome geen gezanten zenden dan met machtiging van de Kroon naar een onderdaan van Wilhelmina die de papen niet moet. Het BHIC kan dan de draad van Ariadne verder afrollen en fraai per podcast tot leidraad nemen voor verdere bevindingen die triggeren.