Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
En toen werden we gebeld door Anton van Duijnhoven uit Volkel, die zelf een van deze drie was. Hij vertelde ons zijn verhaal achter deze foto.
Rechts op de trap zit Piet van Dijk uit Wagenberg. Links Jos Naalden afkomstig uit de omgeving van Breda en nu woonachtig te Best (?). In het midden vermoedelijk Harrie Meulendijks. Op de pilaar achter hen staan de woorden Van ’t Hoff met daaronder de jaartallen 1852-1911.
In april 1940 zat Anton in de voorbereidende klas van het klein-seminarie van het missiehuis van de Societas Verbi Divini, een congregatie van missionarissen. Hij heeft drie klassen gevolgd. In 1991 is er nog een reünie geweest, waar de voettocht van vijftig jaar daarvoor van Uden naar Veghel nog eens werd overgedaan. Want in september 1940 werd het Missiehuis gevorderd door de Duitsers. November 1941 verhuisde het seminarie naar Veghel, dat wil zeggen dat de hele seminarie-bevolking naar de nieuwe verblijfplaats moest lopen.
Op 22 juni 1943 is Anton gestopt met de vooropleiding tot priester. Hij zei eerlijk dat hij geen priester wilde worden, en was toen eigenlijk niet meer welkom. Die datum staat dan ook op een of andere manier in zijn geheugen gegrift.
Hij wandelde ’s ochtends na het ontbijt naar huis, waar hij om een uur of half elf aankwam. Het was geen gemakkelijk besluit geweest. Hij trof zijn moeder in de keuken van de boerderij. Die zei: “ga maar naar je vader, die is op het veld aan het hooien.”
Met de gaffel op de nek ging Anton door naar het hooiveld waar zijn vader aan het werk was. Dat was een heel emotioneel moment, daar in het veld. Zowel vader als zoon moesten een traan laten.
Omdat er op dat moment geen knecht op de boerderij was, moest Anton die vervangen en zijn vader helpen met de boerderij. Toch was het leven anders geworden: door naar het klein-seminarie te gaan, waren er verwachtingen gewekt, zowel bij zijn ouders als bij de kameraadjes van zijn jeugd. , werden die verwachtingen beschaamd. Zijn ouders waren teleurgesteld. Hij had zelf het gevoel gefaald te hebben en dat gevoel kreeg hij ook mee van de Volkelse jeugd met wie hij op de lagere school had gezeten.
Anton doorliep na de oorlog de landbouwschool en volgde verder een cursus aan de tuinbouwschool. Ook heeft hij nog een tijd een emigratiecursus gedaan, omdat hij erover dacht te emigreren. Daar is het echter niet van gekomen: hij nam het bedrijf van zijn vader over en bouwde dat om tot een bedrijf voor de vollegrondstuinbouw. Later richtte hij zich op het pluimvee (de slachtsector) en breidde het bedrijf langzamerhand uit. Dat ging met ups en downs gepaard.
Net nadat hij een vierde stal had gebouwd, brak de vogelpest uit en moest het hele bedrijf geruimd worden. Anton noemt dat het rampjaar van 1971. Maar ook dat kwam hij te boven. Inmiddels woont hij in het centrum van Volkel, maakt met zijn vrouw verre reizen, zoals naar Australië, en kijkt terug op een goed leven. De drie jaar aan het klein-seminarie beschouwt hij achteraf als zeer waardevolle jaren, die de rest van zijn leven zeer bepaald richting hebben gegeven. Hij heeft er veel geleerd, het heeft zijn blik op de wereld verruimd.