skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

1625, Frederik Hendrik in Waalwijk (1)

„Die duivelse Spinola!” gromt Frederik Hendrik. Het is augustus 1624. Zojuist is een ijlbode komen melden dat de Spaanse opperbevelhebber Ambrogio Spinola met 18.000 man het beleg heeft geslagen om de vestingstad Breda. Dit leger is ‘soo groot een heir[leger], als men by mans gedenckenis niet in Nederlant gesien hadt’ aldus later de cartograaf Blaeu. Breda, dé Nassaustad verliezen? Dat zullen Frederik Hendrik en prins Maurits niet laten gebeuren.

Meteen is het Haagse stadhouderlijke hof in rep en roer. Breda hoort al ruim twee eeuwen tot de bezittingen van de Nassaus. Daar liggen hun voorouders begraven. En de stad is al sinds 1590 in handen van de Republiek. Iedereen kan het je nog vertellen, de list van het turfschip. Die stunt heeft Maurits’ roem als krijgsheer gevestigd. Tussen 1588 en 1598 heeft hij heel de ‘tuin van Holland’ (gewesten die Hollands omheining vormen) veroverd, van Hulst tot Groningen. Wat een afgang zou het zijn als de Spaanse vlag weer boven Breda gaat wapperen.

Prins Maurits (te paard) bij de verovering van Geertruidenberg (bron: BHIC, 343-001417)
Prins Maurits (te paard) bij de verovering van Geertruidenberg (bron: BHIC, 343-001417)

De Republiek in haar bestaan bedreigd

Michiel Jansz van Mierevelt, Portret van Ambrogio Spinola, 1609 (Bron: Rijksmuseum, SK-A-3953; publiek domein)
Michiel Jansz van Mierevelt, Portret van Ambrogio Spinola, 1609
(Bron: Rijksmuseum, SK-A-3953; publiek domein)

Voor de ijdele Spinola, een Italiaanse edelman in dienst van de Spaanse koning, is het beleg van Breda een prestigezaak. Een jaar eerder is het zijn enorme troepenmacht niet gelukt om Bergen op Zoom in te nemen. Breda kan die smet op zijn blazoen uitwissen. Bovendien is Breda van groot strategisch belang: een springplank om door te stoten tot Holland, het hart van de Republiek. Die heeft hij nu in de tang. Het voortbestaan van het opstandige landje is onzeker.

Maar prins Maurits is ernstig ziek. De jaren van militaire expedities en belegeringen hebben hun tol geëist. De prins lijdt aan een leverkwaal, waardoor hij amper nog overeind kan staan. In augustus 1624 trekt hij nog eenmaal met zijn leger naar Kleef en Nijmegen, maar zijn troepen komen daar niet in actie. In september leidt hij ze naar de Langstraat. Een expeditie van daaruit naar Antwerpen mislukt jammerlijk. In november besluit Maurits naar Den Haag terug te keren. Hij voelt de krachten uit zijn lichaam wegsijpelen. Hij draagt het opperbevel over aan zijn neef Ernst Casimir van Nassau, stadhouder van Friesland, die met het ene deel van de troepen neerstrijkt in Roosendaal; en aan zijn halfbroer Frederik Hendrik, die in de Langstraat het andere deel onder commando neemt. Beide legereenheden moeten proberen om de aanvoerlijnen van Spinola af te snijden. En als het even kan ook een hulplijn in te stellen om de Bredanaars van voedsel te voorzien, want dat hebben die stedelingen in onvoldoende mate ingeslagen.

Mooi Heintje

Zo zien wij Frederik Hendrik op 24 oktober 1624 zijn intrek nemen in het hoofdkwartier in de Langstraat. Dat is een vrij nieuw en ruim woonhuis aan de lange dorpsstraat van Waalwijk. Dat huis is door zijn commandanten in beslag genomen; een lot dat alle andere, wat groot uitgevallen gebouwen ook treft. Hij neemt de taak van opperbevelhebber waar, omdat niemand weet hoelang Maurits nog te leven heeft.

Grotestraat 184 in Waalwijk. Hier had Frederik Hendrik zijn hoofdkwartier in 1625 (foto: G.J. Dukker, 1965. Rijksdienst Cultureel Erfgoed nr. 101.527. CC BY-SA 3.0)
Grotestraat 184 in Waalwijk. Hier had Frederik Hendrik zijn hoofdkwartier in 1625 (foto: G.J. Dukker, 1965. Rijksdienst Cultureel Erfgoed nr. 101.527. CC BY-SA 3.0)

De vraag is: past hem de mantel van zijn beroemde halfbroer wel? Veel militaire ervaring heeft Frederik Hendrik nog niet. Aan het stadhouderlijk hof in Den Haag staat hij bekend als ‘mooi Heintje’. Een charmante flierefluiter, veel prettiger in de omgang dan de stugge Maurits, die zestien jaar ouder is. In de religieuze geschillen die tijdens het Twaalfjarig Bestand (1609-1621) tot een crisis hebben geleid – landsadvocaat Oldenbarnevelt onthoofd, Hugo de Groot opgesloten op Loevestein – heeft Maurits de kant gekozen van de streng-calvinistische contraremonstranten. Frederik Hendrik stelt zich echter neutraal op. Met de moraal neemt hij het niet te nauw. Hij is een echte rokkenjager. Net als zijn oudere broer heeft Frederik Hendrik het bed al met een reeks minnaressen gedeeld.

Het zal een zware klus worden. Spinola is een listig generaal. Hij is feitelijk de laatste troef van de Spaanse koning in deze oorlog die zich nu al meer dan een halve eeuw voortsleept. Na de aftocht van Maurits laat Spinola in ijltempo rond Breda stellingen opbouwen en stukken land onder water zetten. Daar zal de prins van Oranje niet zo gemakkelijk doorheen kunnen prikken.

Oorlogsstorm over Waalwijk

Heel de winter van 1624-1625 is de Langstraat overbevolkt. Zij heeft er plotsklaps zo’n 14.000 ongenode gasten bij, niet allemaal even fijn gemanierd als Frederik Hendrik zelf. De fraaie gotische kerk aan de Waalwijkse haven, pas in 1617 geheel weer opgebouwd na de oorlogsverwoestingen uit 1580, wordt door ruiters bezet. Net als het nieuwe protestantse kerkje van Besoijen, gebouwd in 1610. De gelovigen moeten ergens anders maar hun zielenheil gaan zoeken. De kerkbanken gaan aan de kant. Het klooster Nazareth krijgt de bestemming munitieopslagplaats.

Besoijen en Capelle met ruiterij (bron: Het leger inde Lange-straet, 1625. Rijksmuseum RP-P-OB-81.105, detail. Publiek domein)
Besoijen en Capelle met ruiterij (bron: Het leger inde Lange-straet, 1625. Rijksmuseum RP-P-OB-81.105, detail. Publiek domein)

Het valt te betwijfelen of Frederik Hendrik enige interesse, laat staan consideratie voelt jegens de arme inwoners van het dorp. Hij ziet ze nog niet staan. Hij heeft wel wat anders aan zijn hoofd. Zijn troepen hebben dringend onderdak en voedsel nodig. Geen geduld dus met Waalwijkers die diensten weigeren aan hun ruige gasten. In heel de Langstraat worden de soldaten ingekwartierd bij particulieren. Denk maar niet dat het er tussen het voetvolk – merendeels huurlingen uit Frankrijk, Engeland en de Duitse landen – en de dorpelingen gemoedelijk aan toe gaat. Ze kunnen elkaar niet eens verstaan. In Sprang en in Waalwijk arriveren elke dag nieuwe colonnes van wagens, geladen met pistolen, harnassen, pieken, musketten, trommels, ammunitie en allerlei ander oorlogstuig. Dwars door de landerijen laat Frederik Hendrik verschansingen aanleggen. Van Capelle tot Raamsdonk trekken zijn ruiters de deuren van de boerenschuren open op zoek naar voedsel voor de mannen en de paarden. Het lijkt wel een sprinkhanenplaag. Het enige geluk is dat de Langstraat zelf niet het strijdtoneel vormt.

Een kaart uit 1625

Het leger inde Lange-straet, 1625 (bron: Rijksmuseum RP-P-OB-81.105. Publiek domein)
Het leger inde Lange-straet, 1625 (bron: Rijksmuseum RP-P-OB-81.105. Publiek domein)

Op een anonieme kaart van de Langstraat, getekend door een tijdgenoot, staat haarfijn ingetekend hoezeer de legering van de Staatse troepen het landschap heeft gekerfd. In de haven zien we een armada van zeilschepen voor de foeragering, zoveel als ze in Waalwijk nog nooit bij elkaar hebben gezien. Rondom de dorpen Waalwijk en Besoijen zien we een zigzag lopende muur. In luttele tijd hebben de soldaten die opgebouwd, zij het in werkelijkheid misschien niet zo compleet als de kaart laat zien. Dat zware karwei is niet alleen bedoeld als nuttige bezigheidstherapie en fitheidstraining voor de soldaten, maar ook als standaard-defensiemaatregel om vijandelijke aanvallen te ontmoedigen.

Ook tussen Sprang en Kaatsheuvel zijn versterkingen aangelegd. De paarden staan in de buitenpolder. Een lange, hechte colonne piekeniers (lansdragers) en schutters marcheert in een wijde boog om Waalwijk heen, de stukken geschut en voorraadkarren tussen hen in. Tussen de lansen steken vlaggen en vaandels uit. In Sprang heeft de hertog van Brunswijk zich met zijn voetvolk gevestigd, net als graaf Mansfeld. Even verderop is de Franse cavalerie van duizend man ingekwartierd.

Piekeniers en voorraadkarren trekken rond Waalwijk (bron: Het leger inde Lange-straet, 1625. Rijksmuseum RP-P-OB-81.105, detail. Publiek domein)
Piekeniers en voorraadkarren trekken rond Waalwijk (bron: Het leger inde Lange-straet, 1625. Rijksmuseum RP-P-OB-81.105, detail. Publiek domein)

 Lees ook het vervolg

Meer over de kaart uit 1625

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen