skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Saskia Green
Saskia Green Bhic

1625, Frederik Hendrik in Waalwijk (2)

In het eerste deel van dit artikel is beschreven hoe Spinola met zijn troepen Breda dreigt in te nemen voor de Spaanse koning. Prins Maurits heeft zijn leger naar de Langstraat gebracht, met de bedoeling de stad te ontzetten. Maar hij moet het stokje overdragen aan zijn jongere halfbroer, Frederik Hendrik.

Lees ook deel 1

Frederik Hendrik beëdigd

In Den Haag voelt Maurits zijn einde naderen. Op zijn sterfbed drukt hij Frederik Hendrik op het hart om nu eindelijk eens te gaan trouwen. Er moet nog een nieuwe loot aan de Oranje stamboom, anders sterft de familie Oranje-Nassau uit. Bastaardkinderen (Maurits heeft er negen) tellen niet. Gelukkig staat er al een bruid in de coulissen. Dat is de lieftallige Amalia van Solms, een hofdame van de verbannen keurvorst van de Pfalz, die toevlucht vond in Den Haag. Zij is 23; haar aanstaande is al 41. Gezien de precaire situatie wordt de bruiloft op 4 april haast afgeraffeld. Geen tijd voor wittebroodsweken! Al na een week scheept Frederik Hendrik zich in. Op 12 april 1625 zit hij weer in zijn hoofdkwartier te Waalwijk.

Op 23 april blaast prins Maurits zijn laatste adem uit. Onmiddellijk beslissen de heren van de Staten-Generaal, op instigatie van de Staten van Holland, dat Frederik Hendrik zijn broer moet opvolgen als kapitein-generaal en admiraal-generaal van de Staatse krijgsmacht. Een driekoppige delegatie begeeft zich naar Waalwijk om Frederik Hendrik het nieuws te melden. Al op de avond van 24 april kloppen ze aan bij zijn hoofdkwartier. De prins neemt de condoleances in ontvangst. Hij verklaart vereerd te zijn met de benoeming. Dan nemen de hoogmogende heren uit Den Haag hem de eed af als opperbevelhebber Maurits van de Verenigde Provinciën. Veel officieren plengen een traantje als ze horen dat hun opperbevelhebber is gestorven.

De eedsaflegging van Frederik Hendrik als stadhouder van Holland en Zeeland; te Waalwijk, 2 juni 1625 (bron: Rijksmuseum, RP-P-OB-81.122. Publiek domein)
De eedsaflegging van Frederik Hendrik als stadhouder van Holland en Zeeland; te Waalwijk, 2 juni 1625 (bron: Rijksmuseum, RP-P-OB-81.122. Publiek domein)

Om als stadhouder te worden beëdigd, heb je instemming nodig van ieder gewest. Daar is dan weer ruggenspraak voor nodig van de Statenleden met de steden. Dat kost tijd. Holland en Zeeland worden het na kort overleg op 24 mei eens. Dus volgt op 2 juni te Waalwijk de eedsaflegging als stadhouder van beide provinciën. Op 6 juli laat de prins zich beëdigen als stadhouder van Overijssel, op 9 juli van Utrecht en op 25 juli van Gelderland. Alle plechtigheden vinden plaats te velde, dus in Waalwijk. Groningen benoemt de Friese stadhouder Ernst Casimir tot zijn stadhouder.

De hele actie mislukt

Al mag Frederik Hendrik zich nu officieel Prins van Oranje noemen, de militaire zaken lopen ondertussen voor hem heel slecht. Op 30 maart 1625 heeft Spinola de overgave van Breda geëist. Hij weet hoe de stadsbevolking na een half jaar omsingeling door honger wordt geteisterd. In eerste instantie krijgt hij nul op het rekest van de commandant van het garnizoen, Justinus van Nassau (een bastaardzoon van Willem de Zwijger, dus een bastaardbroer van de prins). Op 15 mei waagt Frederik Hendrik een ultieme poging de stad Breda te ontzetten. Bij het plaatsje Terheijden komt het tot een vuurgevecht van twee uren tussen de Spaanse en de Staatse troepen. De Engelse soldaten in het leger van de prins lijden grote verliezen; Frederik Hendrik verliest vierhonderd man. Met kleerscheuren is de prins binnen een week weer terug in Waalwijk.

Nu beseft Frederik Hendrik dat hij Breda moet prijsgeven. Hij seint naar Justinus dat die met Spinola moet gaan onderhandelen over een gunstige aftocht. Op 5 juni geeft de stad zich aan de Spanjaarden over. De aftocht is eervol. Spinola toont zich een heer. Hij omhelst Justinus. Diens garnizoen mag de wapens houden en de stad ongehinderd verlaten met wapperende vaandels, slaande trom en trompetgeschal. De burgers van Breda wordt geen haar gekrenkt.

Diego Velazquez, Justinus van Nassau overhandigt de sleutel van Breda aan generaal Spinola (Origineel in museum Prado, Madrid. Bron: Wikimedia Commons. Publiek domein)
Diego Velazquez, Justinus van Nassau overhandigt de sleutel van Breda aan generaal Spinola (Origineel in museum Prado, Madrid. Bron: Wikimedia Commons. Publiek domein)

De inname van Breda is wereldnieuws. De katholieke godsdienst triomfeert. In de Grote Kerk is er voor het eerst sinds 1590 weer een heilige mis. Het turfschip, dat in de haven van Breda ligt als symbool van Maurits’ overwinning van toen, gaat in vlammen op. Spinola ontvangt felicitaties, zelfs de paus stuurt een warme brief.

Nawerking

De provisorische eedafleggingen in Waalwijk worden op 5 september in Den Haag bevestigd in een plechtigheid waarop de Staten-Generaal zijne Excellentie prins Frederik Hendrik inhuldigen als stadhouder van alle gewesten behalve Friesland en Groningen.

De prins is dan somber gestemd. Hij denkt niet graag terug aan zijn verblijf in het obscure Waalwijk, laat staan dat hij er nog een ogenblik over peinst hoe hij die arme dorpelingen daar schadeloos kan stellen. Zijn echtgenote Amalia troost hem. ‘Hou toch op jezelf te straffen! Er is nog niets verloren. Die Spanjaarden kunnen toch onmogelijk de hele Republiek stad voor stad belegeren!’

Ze krijgt gelijk. Weldra zullen de krijgskansen keren. Al in 1626 zal Frederik Hendrik Oldenzaal veroveren, het jaar daarop is Groenlo aan de beurt. De grootste prestatie, de verovering van ’s-Hertogenbosch in 1629, zal hem een erenaam bezorgen: ‘de Stedendwinger’. Zijn militaire successen rijgen zich verder aaneen. De tuin van Holland wordt weer gesloten. Aan de Europese vorstenhoven wrijven koningen zich de ogen uit. Hoe is het mogelijk, zo’n klein landje dat de wereldmacht Spanje trotseert. Het is de opmaat voor de Gouden Eeuw. De herovering in 1637 van Nassaustad Breda door ‘de Stedendwinger’ is de zoete wraak voor de afgang van ‘Mooi Heintje’ in 1625.

En Spinola? Wat een contrast met zijn opponent! Het verlies van Oldenzaal en Groenlo wordt de veldheer zwaar aangerekend. Na een verblijf van twintig jaar verlaat hij de Nederlanden. Geldgebrek heeft hem opgebroken. Zijn eer is aangetast. Hij sterft in 1630 tijdens een beleg van de stad Mantua, ziek, roemloos en platzak.

De schade opgemaakt

Grazende paarden op de kaart van 1625 (bron: Het leger inde Lange-straet, 1625, detail. Rijksmuseum RP-P-OB-81.105. Publiek domein)
Grazende paarden op de kaart (bron: Het leger inde Lange-straet, 1625,
detail. Rijksmuseum RP-P-OB-81.105. Publiek domein)

Er is een verslag bewaard gebleven van 30 augustus 1625 van de hand van de gemeentesecretaris van Besoijen, Adriaan Molengraeff. Hij geeft een droeve opsomming. Alleen al in het dorp Besoijen steken de krijgsbenden van de prins in de winter van 1624-1625 vijftien huizen in brand. In het voorjaar van 1625 is het legeronderdeel van Ernst Casimir uit Roosendaal naar de Langstraat getrokken, wat de ellende voor de Langstraters verdubbelt. De paarden vreten alle weilanden kaal. Nog eens 25 huizen worden al dan niet moedwillig in de as gelegd. Dat betekent dat bijna de helft van de woningen in Besoijen is verwoest. Wanhopig zoeken mensen die have en goed zijn kwijtgeraakt onderdak in de dorpen ten noorden van de Oude Maas. Ook het kasteel van Besoijen ondergaat het droeve lot van verwoesting; tot eind negentiende eeuw zal de mistroostige ruïne van het ooit zo trotse bouwwerk getuigen van deze ramp. Doordat er veel schepen in beslag zijn genomen, raken ook de Langstraatse vissers hun broodwinning kwijt.

Na de overgave van Breda blijven de Staatse troepen nog tot eind juli 1625 hangen in de Langstraat. Tot overmaat van ramp breekt onder de Engelse troepen de pest uit. De epidemie draagt niet alleen militairen, maar ook veel dorpelingen ten grave.

Vier eeuwen later

Crispijn van de Passe, Allegorisch ruiterportret van Frederik Hendrik na de verovering van Maastricht, 1632 (bron: Rijksmuseum, RP-P-OB-81.344. Publiek domein)
Crispijn van de Passe, Allegorisch ruiterportret van Frederik Hendrik
na de verovering van Maastricht, 1632 (bron: Rijksmuseum,
RP-P-OB-81.344. Publiek domein)

Inmiddels heeft de tijd alle wonden geheeld. De naam Spinola is vrijwel vergeten, buiten de naamgeving van het buurtschap Spinolaberg op de Brabantse Wal. Met carnaval noemen inwoners van Halsteren zich Spinolen. En tussen Breda en Terheijden ligt de Spinolaschans.

Naar de Stedendwinger Frederik Hendrik zijn in ons land natuurlijk vele straten en pleinen vernoemd. In Waalwijk is er het ‘Fredrik Hendrikhof’. Maar wie voor de brede gevel van het pand Grotestraat 184 staat, zoekt vergeefs naar een plaquette met de vermelding dat de prins van Oranje hier een half jaar heeft geresideerd.

Hoewel … op een steenworp van het hoofdkwartier van de prins verrijst binnenkort een appartementencomplex genaamd ‘De Stadhouder’. Monumentale architectuur met een knipoog naar de allure van weleer, zo verzekert ons de folder. Die heeft als achtergrondillustratie de prins te paard in volle triomf.

Blijkbaar is het kaalvreten van de Langstraat vergeven en vergeten.

Bronnen

A. Th. Van Deursen, Maurits van Nassau, de winnaar die faalde (Amsterdam 2000).
J. van der Hammen, „Uit Waalwijks verleden”, in: tijdschrift De Echo van het Zuiden, 2 december 1933, p. 5 en „Geschiedenis der Hervormde Kerk van Besoijen”, in: tijdschrift De Echo van het Zuiden, 15 juni 1935, p. 5.
J.J. Poelhekke, Frederik Hendrik, prins van Oranje. Een biografisch drieluik (1978).

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen