Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Dat kapje zat met een heel klein kettinkje aan de steel vast en diende om te voorkomen dat gloeiende tabak uit de pijp waaide en brand kon veroorzaken. Zo is in Gemert een hele straat afgebrand, na opbouw kreeg die de toepasselijke naam de 'Nieuwstraat'. Bij gemeentelijke verordening is toen bepaald dat men een kapje op de pijp moest hebben.
Lucifers waren er evenmin, de rokers hadden een tonteldoos. Dat was een platte doos van blik of van geel en rood koper, daarin zat een snel ontvlambaar goedje. De stengels van de biezen zijn hol en voorzien van zachte sponsachtige haartjes. Deze waren in droge toestand uiterst geschikt als brandstof en werden in de tonteldoos bewaard. Met een vuursteen en een metalen vuurslag sloeg men hard tegen elkaar, dan sprong er een vonk af. Na enige keren vatte de inhoud vlam en kon men de pijp aansteken waarna alles snel werd gedoofd voor de volgende keer.
Nu was het op zich al een hele toer en zeker als er iets wind stond. Een herberg (café) is een openbare gelegenheid, zo ging menig pijp roker de herberg in om zijn pijp aan te steken. Eenmaal binnen was men toch verplicht een borrel te kopen, dat gaf de mannen een ideale gelegenheid om een herberg te bezoeken. Hij moest toch zijn pijp aan kunnen stoken! Zo ontstond het gezegde “Zullen we hier eens aanstoken?” of “Ik ga daar even aanstoken.”
Zo zie je maar weer hoe slim mannen kunnen zijn om op een verantwoorde manier aan een borrel te komen!