skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

De Commissaris van de Koningin over Dieden, Demen en Langel

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 31 maart 2009
bijgewerkt op 8 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Dieden c.a. te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Dieden, Demen en Langel

Den 11den Mei 1896 bezocht ik deze Gemeente; op de grens van Deursen door eene talrijke eerewacht onder Van den Bergh (den vader van den gemeentesecretaris) gehuwd met de zuster van v.d. Putte, den burgemeester van Deursen ontvangen, reed ik in optocht, met de harmonie van Ravenstein aan het hoofd, naar Demen, alwaar het gemeentehuis staat. Daar werd ik ontvangen door B. en W. De burgemeester, een hoogst zenuwachtig man, verloor zijne goede gezondheid door een aanval van influenza.

Op mijne audientie verscheen niemand dan de pastoor. Na de audientie ging ik met B. en W. naar de school, alwaar mij door de kinderen een paar liedjes werden toegezongen. Daarna begaf ik mij naar de woning van den burgemeester (een welgesteld landbouwer), alwaar ik met diens vrouw en eenig kind, een 10-jarig meisje, kennis maakte. Ik kreeg daar een kop koffie en een stuk mik. Na ± een kwartier ten huize van den burgemeester vertoefd te hebben, reed ik, geëscorteerd door de eerewacht naar Megen.

Van het kerkdorpje Langel, dat aan den dijk ligt tusschen Ravenstein en Demen, en dat aan de gemeente Dieden behoort, kreeg ik niets te zien. Van Demen naar Megen rijdende, passeerde ik het dorpje Dieden.

De administratie van den secretaris en die van den ontvanger werd vrij goed in orde bevonden; schriftelijke opmerkingen behoefde ik dienaangaande aan B. en W. niet te maken. De rekening over 1895 kwam niet tijdig in; ik schreef daarover o.a. den 17n. Nov. 1896 A no. 20. 2e Afd. 3de. Bureau. Den 30sten Nov. 1896 zond ik den Commies Jansen naar Dieden. Hem bleek, dat ik in alles door Dieden belogen en bedrogen was.

Daarop bestelde ik den burgemeester op zaterdag 5 December 1896 op het Gouvernement. De burgemeester kwam niet, omdat de secretarie op dien dag in brand raakte. De burgemeester kwam Maandag 7 December. Hij bracht de secretaris (v.d. Bergh) mede. Als toen bleek, dat de burgemeester onschuldig was en door den secretaris was bedrogen.

De Sint Jan de Doperkerk te LangelDe Sint Jan de Doperkerk te Langel

Den 19 October 1901 kwam ik weer in de gemeente; ik reed van Ravenstein over Langel naar het raadhuis te Demen, waar ik B. en W. vond. Ik vernam daar, dat de familie Van den Berg de gemeente verlaten heeft, en zich heeft gevestigd te Koudekerke bij Middelburg, waar bereids twee zoons een zaak waren begonnen (nl. eene slagerij, en een olieslagerij). V.d. Berg heeft zijne boerderij verhuurd, en behield eenig weiland voor zich, om vee vet te weiden.

Te Batenburg is een liefdehuis; daar gaan de meisjes uit Dieden veelal ter school; zelfs de kinderen moeten daar naar de bewaarschool; zeer bezwarend, vooral des winters, als het water van dijk tot dijk staat, en overtocht per schuit of pont een kwartier duurt.

Tengevolge van historische toestanden bestaan er te Dieden kerkelijk nogal vreemde verhoudingen; Dieden behoorde tot de Meijerij; Demen en Langel tot ’s Lands van Ravestein. De roomsche gemeente te Dieden was daardoor straatarm; die van Demen en Langel zaten er goed bij. Mgr. Zwijsen vereenigde Dieden kerkelijk met Demen; te Demen staat de Roomsche kerk. Te Langel is wel een Roomsche Kerk, maar daar is geen eigen pastoor; ’s Zondags om half acht wordt daar eene H. Mis gelezen door een priester uit Ravestein.

Te Dieden staat eene Hervormde Kerk; daar is geen dominee; de Hervormde Kerk heeft veel fondsen, welke door den dominee te Raestein beheerd worden. Het eenige protestantsche huishouden in de gemeente is Romijn, brievengaarder te Dieden, tevens koster van de hervormde kerk, voor welke bediening hij een goed salaris moet trekken, terwijl hij de kerk gebruikt tot berging zijner landbouwgereedschappen. Hij moet te Ravestein naar de kerk.

De Hervormde kerk te Dieden, gebouwd in de 13e eeuwDe Hervormde kerk te Dieden, gebouwd in de 13e eeuw

De burgemeester, die naar het schijnt te Dieden goed op zijn plaats is, heeft de woning van v. Vorst gehuurd. De gemeente gaat achteruit in zielental; als oorzaken moeten gelden: a. de ongunstige landbouwtoestanden, ten gevolge waarvan veel bouwland werd omgelegd tot weiland; daardoor is er minder werk; b. de schoenfabrikant De Waal te Ravenstein bracht na zijn faillissement zijne zaak over naar Den Haag; zijn werkvolk volgde hem derwaarts, of vertrok naar eene schoenfabriek te Goch.

Tot mijn leedwezen vernam ik, dat de Pastoor zich nog niet met de gewijzigde toestanden in Dieden kan vereenigen; hij zette Broekman en Konings aan, om de aftredende raadsleden, v. Huisseling en v. Uden te doen vullen, en hield daarover eene scherpe preek in de kerk. Hij slaagde gelukkig niet in zijn pogen: de aftredenden werden herkozen met 53 stemmen, terwijl de tegencandidaten R. v. Uden en C. van Schadewijk slechts 18 en 20 stemmen bekwamen.

Jurgens heeft heerlijk jachtrecht van Dieden (niet van Demen en Langel; voor eenigen tijd liet hij jachtpalen plaatsen; de gemeente vroeg hem, waarop zijn recht steunde, maar kreeg op dien brief geen antwoord. Een paal werd uit den grond getrokken gevonden; Jurgens’s jachtopziener nam die paal mede. Thans staan er nog 2 van die palen. In rechten is het heerlijk jachtrecht van Jurgens nog niet aangevochten.

De eigendommen van Dieden bestaan vooral in dijkweiland, binnen- en buitenglooiing van den Maasdijk, verpacht door de gemeente om te hooien of te weiden, al naar gelang de menschen willen. Van den Heer Van Cooth erfde de gemeente 7 H.A. goed land; met de opbrengst zal men het herhalingsonderwijs bekostigen. De los- en laadplaats in de Maas ligt tusschen twee kribben en is op het moment vrijwel verzand; men hoopt, dat het Rijk op den duur een goede loswal zal bouwen, en dat de gemeente die in exploitatie zal krijgen.

Op mijne audientie verscheen niemand als Pastoor Tielen. Na wat ik omtrent zijne houding in zake de Raadsverkiezing vernomen had, achtte ik het voorzichtig daarover niet te beginnen. In ons gesprek heb ik de vroegere toestanden niet aangeroerd. Op de secretarie te Dieden werkt een volontair, Coenen, van de Coenen’s kunstmestbereiders te Uden een descendent.

Den 21 Maart 1905 kwam ik weer in Dieden. Ik bezocht dien dag eerst Ravenstein, toen Dieden en daarna Deursen, waarna ik naar Ravenstein terugkeerde. Van Ravenstein naar Demen rijdende (daar staat het Raadhuis) viel het mij op, dat de dijk zoo geweldig doorkwelde. Op sommige plaatsen zag men het water met een spreng opborrelen en als een beekje wegvloeien. Toen ik B. en W. daarop wees, antwoordde men mij, dat ze het nooit anders gewend geweest waren. De les van de bij toeval voorkomen doorbraak te Ravenstein voor éénige jaren, maakt men zich blijkbaar niet ten nutte.

Pastoor Tielen kreeg in 1899 quaestie met den jachtopzichter Van de Loo. Hij eischte van Jurgens, dat deze Van de Loo zou verplaatsen anders zou Jurgens de jacht kwijt raken. Toen Jurgens niet wenschte toe te geven, verhuurde de Pastoor het jachtrecht op de gronden van de kerk, van den armen en van enkele particulieren voor zes jaren aan den wethouder v.d. Sandt. Van toen af schonk Jurgens geene bijdragen meer aan de gemeente en aan den arme voor het jachtrecht onder Demen en Neerlangel (Dieden is heerlijk jachtrecht).

Burgemeester v.d. Henij bracht de zaak weer op den ouden voet; v.d. Sandt stond zijn recht af aan Jurgens; deze betaalde sinds 1901 weer f. 75 aan de gemeente en f. 10 aan den arme. De pastoor zond de f. 10 voor den arme aan den burgemeester terug; deze besteedde toen dat geld in het belang van arme menschen. Het huurcontract van v.d. Sandt loopt in 1905 af; men vreest, dat Pastoor nu weer een spaak in het wiel zal steken, en dat dan noch de gemeente, noch den arme iets zullen krijgen.

Legaat Van Cooth brengt ± f. 400 op; daarvan gaan f. 100 af voor lasten. De rest wordt gebruikt voor onderwijs in de nuttige handwerken (f. 50), en voor herhalingsonderwijs + onderwijs in landbouw en natuurkunde. De pastoor wil niet, dat de jongens ’s avonds op straat komen; daarom nemen slechts zeven kinderen aan het herhalingsonderwijs deel; om den pastoor durven de ouders hunne kinderen niet te zenden.

In 1905 zal het Rijk het vak kribben vanaf Ravenstein tot Megen besteden; dan krijgt Dieden een mooie loswal, door het Rijk aangelegd als grand depôt. Gemeente heeft dan slechts kleine kosten te maken voor palen, voor eene steenbestrating, voor eene trap enz.

Van de raadsleden waren er vier in Dieden, twee in Demen en een te Langel; de verhouding van het zielental is daarmede in overeenstemming. B. en W. sterk aangeraden, om een uitgewerkten staat van gemeente eigendommen te maken, waarin alle détails omtrent cultuur en exploitatie uitvoerig en nauwkeurig worden genoteerd.

Voor onderhoud van de wegen wordt zandgrint (zoogenaamde ballastgrint) gebruikt; door gemeentenaren met een baggeraak uit de Maas gebaggerd; kost f. 0,55 per M3 gemeten op de wal. Kolensintels komen per wagon tot station Ravenstein; kosten f. 4,50 à f. 5,- per wagon, = 6 tot 8 karvrachten. Uit nood geslacht vee wordt gekeurd door den veearts Paimans uit Oss, alvorens het in consumptie gebracht wordt.

Veldwachter heeft f. 200 + vrij wonen; hij is er keuterboer bij. Veel varkensfokkerij, zoowel door de boeren als de keuters. Sinds de levendige exportslagerij voor Engeland worden er haast geen varkens meer gemest.

Den 3 April 1909 kwam ik weer in Dieden; ik had tevoren Ravenstein en Deursen bezocht; te Ravenstein nam ik weer den trein naar Den Bosch. Burgemeester Caners is secretaris van Deursen; ik nam hem in mijn rijtuig mede van Deursen naar Dieden. Tot zijn groote schrik was de kachel uit; we moesten in de koude zitten praten. Op het raadhuis vond ik de wethouders van Huisseling en Van der Sand; twee oude geschikte menschen. Er was niemand voor de audientie, zoodat ik tijdens mijn bezoek uitsluitend op B. en W. was aangewezen.

Burgemeester F. G. Caners, 1906-1923Burgemeester F. G. Caners, 1906-1923

Tegenwoordig is het gelukkig rustig in de gemeente; in 1907 werden de aftredende raadsleden bij enkele candicaatstelling gekozen; in dit jaar zal dat hoogst waarschijnlijk weer gebeuren. Burgemeester Caners is in Mei 1907 in de gemeente komen wonen; hij heeft daar eene groote voor boerderij ingerichte woning met wat land gekocht, aan den dijk te Demen. Hij maakt alles netjes in orde; het ziet er goed onderhouden uit. Hier is wel een staat van exploitatie van gemeente-eigendommen aangelegd; echter niet zoo als ik bedoelde; men heeft alleen de opbrengst van ieder perceel afzonderlijk van jaar tot jaar genoteerd. De burgemeester zal den staat nu wat bijwerken.

Men tracht de wegen zoo goed mogelijk in orde te maken; vóór alles is daarvoor noodig, dat ze watervrij zijn; de weg Langel-Demen werd in 1908 gemiddeld 60 c.M., op sommige plaatsen wel een Meter opgehoogd; daarover kwamen gruissintels, en daarover zandgrint. Die verbetering heeft meer dan f. 500,- gekost.

De oude gemeenteveldwachter van Dieden werd in 1908 tijdelijk, voor één jaar, tevens benoemd tot gemeenteveldwachter van Deursen. Hoewel de man 70 jaren is, zou men den bestaanden toestand gaarne bestendigen. De man heet nog flink; voor politiedienst heeft men hem eigenlijk niet noodig; feitelijk is hij niets dan boodschappenlooper, en daarvoor is hij nog zeer geschikt. Hoewel de arbeidende klasse over het algemeen goed geld verdient, gaat zij niet vooruit; het begrip “sparen” is haar geheel vreemd.

Oude woning van burgemeester Caners en tevens het gemeentehuis (ca. 1980)Oude woning van burgemeester Caners en tevens het gemeentehuis (ca. 1980)

Den 8 April 1913 bezocht ik Deursen, Dieden en Ravenstein. Op het Raadhuis werd ik ontvangen door B. en W.; bij een volgend bezoek zal ik den ouden wethouder van Huisseling (77 jr.) wel niet meer vinden. De verstandhouding tusschen B. en W. is uitstekend; ook in de gemeente bestaan geene partijschappen meer, al meent men zich over het ageeren van pastoor Tielens soms te moeten beklagen; de raadsverkiezingen loopen thans steeds bij enkele candidaatstelling af.

Jurgens uit Nijmegen is dood; v.d. Elzen uit Oss betaalt thans f. 75 voor de jacht; het is voor dezelfde combinatie. Gemeente werkt nogal tot verbetering harer bezittingen; exploitatiestaat is thans door burgemeester behoorlijk ingericht. Onderhoud waterleidingen laat te wenschen over; het komt ten laste van ‘s Lands van Ravenstein, en van het Waterschap Dieden, Deursen en Megen.

Goede grint kost op de loswal f. 2,30 per M3; daar komt dan nog f. 0,50 van transport bij. Gemeente is druk bezig met verhoogen van kleiwegen; men heeft reeds veel gedaan; als de St. Janstraat nu ook in orde is, dan is men er voorloopig af, en blijven slechts hier en daar kleine stukjes in orde te brengen over.

Als gemeentebode Wolters – hij was vroeger veldwachter – sterft, krijgt tegenwoordige veldwachter Gijsbers het salaris van Wolters er bij, en kan dan bestaan. Armoede wordt in Dieden niet geleden. Landbouwcursus wordt gegeven door Van Dooren, hoofd der school te Dennenburg, een bekwaam man, maar een slecht docent; hij daalt veel te minutieus in allerlei bijzonderheden af. Zijne lessen trekken maar matig belangstelling.

Handkrachtboterfabriek werkt uitstekend; op den duur hoopt men te komen tot groote stoomzuivelfabriek voor alle dorpen in den omtrek van Ravenstein. Afdeeling N.P.V. (eierveiling Roermond) werkt niet best; de kleine man houdt nog te weinig kippen, niettegenstaande daarin eene aardige bijverdienste zit. Loswal aan de Maas van Rijk gehuurd; is te laag; niet hooger dan de gewone kribben; schiet met hoogen waterstand onder water; men heeft er niet veel aan.

Den 6den. Augustus 1918 bezocht ik per auto vanuit Grave de gemeenten Dieden, Deursen en Ravenstein. Burgemeester Caners is daar zeer goed op zijn plaats; hij is een goed administrateur en een tactvol ambtenaar. Hij heeft daar eene moeielijke positie, doordat de Heer Tielens nog altijd pastoor is van Demen, en zich veel te veel met de gemeentezaken bemoeit; op het oogenblik staan de beide wethouders, Lorskens en Bijl aan de zijde van den pastoor; er wordt groote zeemanschap vereischt, om conflicten te vermijden, tot nu toe slaagde de burgemeester daarin wonderwel.

Distributiebedrijf wordt beheerd door een ambtenaar van f. 250,-. Voor dat bedrag beheert hij de bedrijven van Dieden, Deursen en Huisseling; voor iedere gemeente een eigen bedrijf; het loopt uitstekend. Dieden, Deursen en Huisseling hebben samen ééne stoomzuivelfabriek, staande te Huisseling; 600 koeien; nog hetzelfde getal als vroeger; tegen den aanstaanden winter zal men het moeten verminderen; er is weinig hooi gewonnen, terwijl er geen krachtvoeder is.

Zuivelfabriek te HuisselingZuivelfabriek te Huisseling

Er wordt thans landbouwonderwijs gegeven door schoolhoofd te Demen; deze heeft beter het oor van de leerlingen, dan Van Dooren, het schoolhoofd te Dennenburg. Maar de lessen worden maar zeer schaars in praktijk gebracht.

De varkensfokkerij is voor 2/3 gedaan. De kippen zijn voor 75% opgeruimd. De loswal is goed in orde, maar overstroomt bij hoog water; gemeente kan die niet ophoogen, zij behoort aan het Rijk, en werd voor 20 jr. door gemeente gehuurd. Gemeente deed enkele jaren over de verhooging van de St. Jansstraat; thans in het werk gereed; geld om die straat te verharden is er evenwel voorloopig niet; de kolensintels kosten tegenwoordig f. 5 de M3 + f. 2 à f. 3 voor vervoer van station Ravenstein naar den weg; de ballastgrint f. 1,28 geleverd op de wal.

Van de exploitatie der gemeentelijke bezittingen valt niets te beschrijven; het bezit is allemaal weiland, dat publiek verpacht wordt; er wordt niet aan gewerkt; zelfs de slooten worden niet opgehaald of schoon gemaakt; de Raad oordeelde dat niet noodig.

De meisjes gaan allen naar eene bijzondere school te Batenburg; toen er eene onderwijzersplaats aan de openbare school te Dieden moest vervuld worden, plaatsten B. en W. twee onderwijzeressen op de voordracht; buiten de voordracht werd een onderwijzer benoemd. De pastoor had de Raadsleden bewerkt; hij vreesde, dat, wanneer eene onderwijzeres mocht benoemd worden, sommige meisjes van de bijzondere school te Batenburg zouden overgaan naar de openbare school te Dieden. Het bezwaar, dat jonge zwakke meisjes bij slecht weer en ontijde de rivier moeten passeeren om de school te Batenburg te bereiken, telt Heeroom blijkbaar heelemaal niet.

Den 6den. Juni 1922 bezocht ik vanuit Den Bosch de gemeenten Deursen en Dieden. Voor dien dag stond ook Ravenstein op het programma, maar men had mij vanuit die gemeente bericht, dat de Raadszaal geschilderd werd, dat men geen ander lokaal beschikbaar had, en dat men daarom gaarne zou zien, dat ik mijn bezoek uitstelde.

In Ravenstein schijnt men te vreezen, dat bij eene vereeniging van de omliggende gemeenten met Ravenstein de boeren-Raadsleden voor Ravenstein geen gelden zullen willen beschikbaar stellen; vandaar dat men, zoolang men nog in eigen huis baas is, daarvan gebruik maakt om het Raadhuis nog eens goed onder handen te nemen.

In 1921 werden met Rijkspremie vier woningen gebouwd: twee boerderijen en twee middenstandswoningen. Vier Raadsleden wonen in Dieden; drie in Demen; Langel is niet in den Raad vertegenwoordigd. Als Dieden een raadszetel afstond aan Langel, dan waren de zetels behoorlijk verdeeld. Bij raadsverkiezingen, en somtijds bij stemmingen in den gemeenteraad, kan men bemerken dat er partijschappen zijn in de gemeente; anders merkt men er niet veel van.

Veldwachter Gijsbers woont in Dennenburg; hij is eerlijk en soliede; maar hij is bang; hij is geen politieman. Als er wat te doen is, wordt steun gevraagd van de Rijkspolitie. Voor boodschappen en derg. is veldwachter ijverig en bijzonder geschikt.

Finantien van Dieden zijn redelijk; hoofd. omslag in 1921 f. 5.500; in 1922 f. 45.000; zal het volgende jaar nog wel een beetje lager kunnen. Met het oog op de vereeniging van Dieden met Ravenstein zal men dit jaar nog f. 1.000 à f. 1.500 extra aan de wegen ten koste leggen. Deursen handelt ook zoo; besteedt dit jaar nog f. 2.000 extra.

Blik op de Maasoevers. Op de achtergrond is de toren van Batenburg zichtbaar (PNB)Blik op de Maasoevers. Op de achtergrond is de toren van Batenburg zichtbaar (PNB)

De veerweg is eigendom van, en moet onderhouden worden door den Vorst van Bentheim te Burg Steinfurt; Rentmeester is de Heer Hiebendaal te Nijmegen. In Dieden heeft hij geen andere goederen liggen, maar in Batenburg zooveel te meer; Roomschen hebben daar geen kans; alle pachters zijn Protestant, zoo deelde Caners – tevens Burgemeester van Batenburg – mij mede.

Veel liefhebberij voor de burgerwacht; men moet naar Herpen voor de schietbaan voor scherp. De toestand van den landbouw is meer dan bedroevend; in 1921 stond er een ton op de Boerenleenbank; daarvan werd tot nu toe f. 80.000,- terug gevraagd. Pastoor Tielens is niet meer zóó lastig als vroeger; hij wordt een dagje ouder. Volgens eene oppervlakkige berekening zal de uitvoering van de lager-onderwijswet 1920 aan Dieden f. 3 à f. 400 per jaar kosten.

Van eene electriciteitsbedrijf kan niets komen; dat zou veel te veel kosten. In Deursen doet men het wel met het oog op de annexatie; Ravenstein mag het later betalen!

Reacties (27)

Anton van Grunsven zei op 25 december 2016 om 14:51
In begin jaren 50 gingen wij als kind nog naar de bewaarschool in Batenburg.
Werden door onze moeders naar het veer gebracht en door de juf aan de overkant opgehaald en einde dag het omgekeerde. Als de pont stuk was gingen we met de roeiboot. Overigens maakte hier maar enkel gezinnen gebruik van.
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 28 december 2016 om 13:19
Wat 'n leuke herinnering aan je schooltijd Anton. Bedankt! Was de pont regelmatig stuk of kwam dat slechts sporadisch voor?
Anton van Grunsven
Anton van Grunsven zei op 28 december 2016 om 15:35
Dat de pont stuk was gebeurde enkele keren per jaar maar als in de winterdag het water hoog stond en de pont niet kon aanleggen aan de veerstoep omdat die onder waterstond dan werd er ook gevaren met roeiboot. Als het dan slecht weer was met veel wind en een hoge golfslag werd er helemaal niet gevaren.
Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman bhic zei op 29 december 2016 om 15:16
En dan had je mooi een dag vrij van school ! Of had je moeder dan wel andere karweitjes voor je bedacht Anton?
R.vanRijn zei op 24 april 2018 om 11:53
Prachtig verhaal van wat ik ook niet wist. Heb wel op de st.aloiusius school
gezeten . hoofd was meester Bominaar.in Demen
Lisette Kuijper
Lisette Kuijper bhic zei op 24 april 2018 om 13:19
Fijn dat je dit verhaal zo op prijs stelt! Weet je nog in welke periode je op deze school in Demen hebt gezeten? En ken je misschien nog meer namen van meesters en juffen?
Ria van Rijn zei op 24 april 2018 om 13:54
1953 tot? Bij juffrouw Co van Huisseling, die ook onze buur was vroeger.
Kon me niet goed concentreren, En bij Jan van Uden. heb daar heel slechte
herinnering aan. Dat was ook nadat ons mama is overleden. Zal dat hier niet schrijven. Daarna meester Bominaar die had de 5de en 6 de klas.
Lisette Kuijper
Lisette Kuijper bhic zei op 24 april 2018 om 15:09
Beste Ria, wat verdrietig dat je slechte herinneringen hebt aan je schooltijd in Demen. Bedankt ook nog voor je telefoontje van vanmiddag. Het was fijn om te horen dat je bij meester Bominaar wél een goede tijd hebt gehad.
Anton van Grunsven
Anton van Grunsven zei op 24 april 2018 om 16:40
Ja Ria van Rijn, dat is lang geleden dat Demen en Dieden rouwden om het overlijden van je moeder. Dat moet al wel 60 jaar geleden zijn maar ik weet het nog als de dag van gister. Vandaag de dag was dat waarschijnlijk niet zo afgelopen.
Ook weet ik nog dat je vader molenaar was van de Diedense molen ik ben daar vaak geweest. Dat was voor ons als kind altijd wel leerzaam en spannend. Ja en inderdaad de familie van Huiseling waren jullie buren. De Juf woonde vlakbij.
Lisette Kuijper
Lisette Kuijper bhic zei op 25 april 2018 om 14:10
Bedankt voor je reactie, Anton en wat fijn om te horen dat je je de familie van Ria van Rijn nog kunt herinneren. Wat leuk dat je in het bijzonder de spannende bezoekjes aan de molen noemt. Weet je misschien ook nog wat je daar zoal hebt geleerd?
paul maas zei op 10 augustus 2019 om 19:21
Zijn er nog inwoners die Maas heten?
Ria van Rijn zei op 13 augustus 2019 om 11:20
Paul, Er zijn geen inwoners van Demen, Dieden Neerlangel die Maas heten. En er zijn er zoveel ik na ga ook niet geweest. Zou mooi geweest zijn Maas aan de maas.
Norah zei op 13 augustus 2019 om 11:39
Wanneer je zoekt bij het BHIC op -stamboom-; > personen zoeken, kom je de naam Maas daar veelvuldig tegen, van 1778 tot 1922.
Wat de huidige tijd aangaat, probeer eens de telefoongids.
Mvg.
Norah zei op 13 augustus 2019 om 11:42
Ik bedoel natuurlijk specifiek in Demen, Dieden en Langel.
Ria zei op 13 augustus 2019 om 13:54
Mijn vader is geboren in 1916, en ik heb er gewoond. Van de broers en zusters
is de laatste 7 juni verhuist . En van alle met de naam van Rijn is er geen een meer
die er woont allemaal vertrokken zo kan het ook. En dat meer dan 100 jaar.
paul maas zei op 13 augustus 2019 om 19:25
Norah, Dank!
meer achtergronden heb je niet?
Ik kan er voorlopig mee vooruit. Weet je ook waar ze woonden? of ben je niet van daar?
vr grts paul Maas
Norah zei op 13 augustus 2019 om 19:53
Graag gedaan, Paul. Ik ben niet van daar, veel meer naar het zuiden.
Maar als je met de stamboom beginnen wilt, en je vader/grootvader kwam daar vandaan, dan kun je hier ook je vragen stellen.
Mvg.
Norah zei op 14 augustus 2019 om 00:23
Probeer ook eens -Heemkundekring Land van Ravestein-.
Mvg.
R.van Rijn zei op 14 augustus 2019 om 12:09
de vraag van Paul Maas was , zijn er nog inwoners die Maas heten. En daar heb ik op gereageerd. En die heb ik nooit gekend in Dieden en Demen.
Dat was de vraag. Groet
Norah zei op 14 augustus 2019 om 12:21
Je gaf ook als antwoord- en er zijn er zoveel ik na ga ook niet geweest-.
Dat laatste klopte dus niet...
R.vanRijn zei op 14 augustus 2019 om 12:59
Niet dat ik er ooit een naam van heb horen noemen, en iedereen kende elkaar.Zo veel inwoners hadden Demen en Dieden niet. En de vraag was ook zijn er nog
inwoners die Maas heten. En ook niet op het kerkhof . En jij komt er niet vandaan.
Norah zei op 14 augustus 2019 om 20:05
Goed, we gaan weer vrolijk verder;)
Paul, de laatste mannelijke Maas uit deze omgeving was Regardus Maas (schoenmaker), geboren 10-06-1850 te Langel, zoon van Hendrikus Maas en Helena Janssen.
Hij overlijdt te Dieden 19-01-1914, en was eerst getrouwd met Petronella van Thiel/Tiel, naderhand met Petronella Janssen.
Het is mij dus niet bekend of je van deze tak afstamt.
Mvg.
paul maas zei op 14 augustus 2019 om 21:40
Norah kijk's wat ik al weet maar hoe komen die Maas figuren in Langel terecht?
Grootvader: Johannes Maas geb in Wanssum L , diens vader Johannes Henricus Maas komt uit omstreken Demen; geboren 17 jul 1808 vermoedelijk verhuisd vanwege zijn huwelijk want zijn vrouw Johanna Jacobs is geboren in omstreken Meerlo en alle kinderen zijn daar geboren zijn vader Jacobus Henricus Maas geboren 1781 ook omstreken Demen zijn vader Gerardus Maas geboren 30 okt 1759 ook van daar woonachtig Neerlangel zijn vader Jacobus Maas weet ik (nog) niet waar hij geboren is maar overleden 27 mei 1806 in Heumen en is ook getrouwd 20 apr 1754 in Heumen met Wilhelmina Wenders. Zij zijn 1758/1759 van Heumen naar Neerangel verhuisd want Gerardus was het 4e kind maar de eerste daar geboren. Wilhelmina, Antonius en Maria zijn in Heumen geboren.
paul maas zei op 14 augustus 2019 om 21:47
en waar wonen ze Ik vondB68 en B26 en A14 en A5 en een Marstraat 126 Ravenstein.
Die A en B nummers zijn wijken en moet ik zoeken denk ik op de Minuutplannen van het kadaster. Of het zijn huisnummers en waar vind ik dan die huizen.
Norah zei op 15 augustus 2019 om 00:06
Degenen die ik hiervoor doorgaf hoeven niet persé familie van elkaar te zijn. Maas is een patroniem, afgeleid van Thomas.

Hendrikus Maas (x Helena Janssen), heette volledig Cornelius Hendrikus, m.a.w. twee voornamen.
Hij was een zoon van Gerardus Maas, geboren in Demen, getrouwd met Johanna Piepers, geboren in Neerlangel. Men is getrouwd in Ravestein 14-05-1805.
N.B. De huisnummers + wijken heb ik geen verstand van, misschien een ander?
paul maas zei op 15 augustus 2019 om 10:19
Dat is de lijn die ik hebben moet!!
Norah zei op 15 augustus 2019 om 11:39
Okay, je vroeg je ook af hoe men in Langel verzeild is geraakt. Mogelijk had men op een of andere manier een connectie met de Maas, schippers/veerlieden?
Ik las dat je in Heumen uitgekomen bent, dan wordt het zoeken bij www.geldersarchief.nl en bij www.genver.nl

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.