skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Een pastorale brandstichting met politieke consequenties

De Strijpse pastoor Werners had, zo werd gefluisterd, zijn kerk in de brand gezet. Om de herbouwwaarde in klinkende munt te ontvangen. Teneinde, in hartje crisistijd, eindelijk de lang begeerde toren met kapellenkrans aan zijn bedehuis te kunnen bouwen. De buitenververvolgingstelling van Zijn Eerwaarde baarde nationaal opzien. Het vierde kabinet-Colijn ging ten onder aan de spanningen tussen de protestanten en de katholieken, die al héél lang geziekt hadden. De immuniteit die de pastoor kennelijk genoot was de spreekwoordelijke druppel.


De ministers van het kabinet-Colijn IV vooraf aan een ministerraadsvergadering in 1937

Sedert 1918 hadden de katholieken en protestanten een monsterverbond gesloten om het regeerkasteel definitief te bezetten. Het éne confessionele kabinet na het andere nam plaats aan de groene regeringstafel in de voormalige balzaal van stadhouder Willem V, de behuizing van de Tweede Kamer. Liberalen, socialisten en fascisten konden kakelen wat ze wilden. De christelijke karavaan liet de honden blaffen. En trok verder.

Maar boteren deed het toch niet tussen de protestanten en de roomsen. Die laatsten waren, zo zeiden de eersten, een soort alternatieve staat in de staat aan het vestigen. De roomse zuil. Met de spreekwoordelijke roomse geitenfokvereniging, metaalbewerkersbond, schoolvereniging en middenstandsbank. Die zich eerder aan het kerkelijk recht onderworpen voelden, dan aan de Nederlandse wetten. Sedert 1853, toen de kerkelijke organisatie van de katholieken weer openlijk werd toegestaan, hadden de roomsen duchtig aan hun parastatale zuil getimmerd. Ze hadden nog nét geen eigen leger.

Maar vanaf 1866 gingen ze waarachtig nog zouaven rekruteren óók. Pauselijke, fraai geüniformeerde soldaten met moderne bewapening, beter gedrild en gemotiveerd dan de schamele infanteristen van de vier vale divisies die het Nederlandse veldleger op been kon brengen. Koning Willem III sprak er jegens zijn ministers van oorlog wrevelig over.

De katholieke priesters plachten zich steeds nadrukkelijker in het publieke domein te manifesteren. Het leek er op, of zij met de grondwet weinig te doen hadden. Ze konden zich héél wat permitteren. Als ze iets flikten, wat de geestelijkheid onmiskenbaar onder de gelding van de strafwet zou moeten brengen, dan ging om een of andere duistere reden de vervolging tóch niet door. De getoogden schenen immuun voor wereldlijke jurisdictie. De zaak Marietje Kessels uit 1900 had de gemoederen al duchtig beroerd. Het uitblijven van een gerechtelijk vooronderzoek veroorzaakte landelijke opschudding. De protestantse pers liet zich niet onbetuigd. Zulke dingen kwamen vaker voor. Waren de katholieken niet bezig sluipenderwijs een theocratie te vestigen?

De Ossche affaire

Nadat de protestanten het regeerkasteel hadden bezet met de roomsen, nam deze verdenking toe. Samen moesten ze nu de politiek maken. Maar de roomsen, overtuigd van hun groeiende getalsmatige dominantie, eisten steeds meer privileges op voor hun zuil, nog met staatssubsidie óók. De confessionele blokken begonnen elkaar steeds argwanender te bekijken. De Nationaal Socialisten, die fascistisch waren, joegen die onmin graag op.

Zo was daar de Osse affaire, die al jaren sleepte. Er was te Oss een grote vleesconserven-industrie, waarvan één der directeuren verdacht werd van ontucht met minderjarige fabrieksmeisjes. Die waren van zijn onderneming om den brode afhankelijk. Een kapelaan die ze de biecht afnam, selecteerde, zo wisten de Ossenaren, de meisjes die wel bereid waren de directeur seksueel te gerieven. En meldde ze dóór bij de levenslustige directeur, die nog joods was óók. Intussen deed die kapelaan ook nog eens zijn gevoeg met de minderjarige schepsels. Een andere bedienaar van de sacramenten werd van hetzelfde verdacht, maar nu ten aanzien van jochies, die misdienaar waren of hoopten te worden. De protestantse marechaussee-brigade ter plaatse pakte de directeur op. Die sloeg dóór. Maar verried heel wat ten laste van de priesters en hun deelhebbers. De directeur werd strafvorderlijk flink aangepakt.

Maar hogerhand wilde niet, dat doorgepakt werd ten laste van de bedienaren van het altaar. Men wees vooral naar de zeer katholieke procureur-generaal Baron Eduard Speyart van Woerden, die hier tegen scheen te liggen. Dat scheen een familietraditie te zijn. Zijn vader, officier van justitie in Brabant, had ook allerlei vervolgingen ten laste van roomse geestelijken tegengehouden. De protestantse wachtmeester Mintjes van het Wapen der Koninklijke Marechaussee (hier rechts op de foto) liet zich echter niet intimideren. Hij wilde een voortgezet opsporingsonderzoek tegen de getoogden. Dat zat hem niet glad.

Hij kreeg verschrikkelijk er van langs door de Baron zelf, en vervolgens werd iedere opsporingsbevoegdheid aan de hele Marechaussee-brigade ontnomen. Daarop werden de ambtenaren uit de brigade overgeplaatst naar rottige standplaatsen. Bevorderingen konden ze vergeten. Weer werd het een nationale rel. De Nationaal-Socialisten bliezen het vuur bekwaam aan. Het kwam zelfs tot een flink handgemeen in de zo tamme tweede kamer.

De Strijpse kerkbrandstichting

De bewijzen ten laste van de Strijpse pastoor waren sterk. Maar de gemeentepolitie van het zo katholieke Eindhoven durfde letterlijk zijn handen niet aan de sintels die nog nasmeulden in pastoorstuin en op het kerkhof te branden. De hoofdcommissaris van politie, Brinkman, wilde nog hogerop. Hij droeg zijn fantasie-generaalsuniform met de martiale gouden zaagranden op kraag en manchetten met zwier in het openbaar. En hij wilde ook wel eens wat mooie onderscheidingen op de nog zo maagdelijke linker borstzak. Brinkman wist hoe het met de voortvarende districtscommandant van de Marechaussee te Oss was gelopen.

Nu kwam Ir Otten, president-directeur van de Philipsfabrieken veel in regeringskringen. En ten hove was hij gepresenteerd. Hij wist wat een afkeer de landsvrouwe van de katholieken had. De commandant van de bedrijfsbrandweer van zijn lampenbedrijf had over de toedracht van de Strijpse kerkbrandstichting heel wat verteld aan de grootondernemer. En hij wist dat Colijn, de minister-president, ook steeds meer afstand begon te nemen van de roomsen in zijn kabinet. Het werd eens tijd om her en der in de betere kringen op de Witte Heerensociëteit aan het Plein Nr 2 te Den Haag eens wat woordjes te laten vallen. Goseling, een rabiaat katholiek die minister van justitie was geworden, werd daar al niet meer zo goed verdragen in de woensdagtafels. Sedert hij de wit-bepluimde ministerssteek mocht dragen met de goud-galonneerde frak wilde deze Goseling consequent met “Excellentie” aangesproken worden, zelfs door Baron de Vos van Steenwijk die toch al zo de pest had aan roomse middenstanders.

Reacties (2)

Aart zei op 27 februari 2023 om 12:36
Wat een bijzonder verhaal. De schrijfstijl is trouwens ook een juweel. Gerard, ik ga de komende tijd meer van je al verschenen verhalen lezen.
Strijards zei op 3 april 2023 om 04:26
Dit doet de auteur innig deugd. Deze zaak had immers tot lang in de zestiger jaren van de vorige eeuw consequenties: de katholieken moesten zeker geweerd worden uit hogere organen van de rechterlijke macht, dat werd het parool van socialisten, liberalen en protestanten. Bijvoorbeeld uit de strafkamer van de Hoge Raad. Daarover kom ik later nog eens terug, in verband met de Bossche eigenaardigheden toen daar de oer-katholieke Mr G. Cremers als rechtbank-president de scepter zwaaide.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.