
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
In die tijd maakten de mensen nog geen afspraak, niemand had trouwens een telefoon. Je ging maar als het zo uitkwam. In de salon stond een stel stoelen langs de kant, waarin je plaatsnam tot je aan de beurt was. Het was een komen en gaan. De salon was daardoor tevens de plaats waar de dorpsnieuwtjes verteld werden, net als bij de smid en de molenaar.
Op een dag zaten enige klanten op hun beurt te wachten, onder wie Willem van Gemert. Willem was een plezierige man, altijd in voor een grapje. Zo had hij een speciale droge humor. Terwijl het gesprek over ditjes en datjes ging, kwam “de Snor” binnen. Die naam had de drager ervan te danken aan zijn geweldig grote snor; de Duitser keizer zou er jaloers op zijn geweest. De Snor nu was een fantast, iemand die de meest ongelooflijke verhalen kon vertellen. Hij zat dan ook amper of hij begon al.
“Ik heb in de krant gelezen dat daar in Japan, waar die atoombom is gevallen, de gewassen heel hard groeien. De kolen zijn zo groot als een wasketel!” Helaas hij had pech, niemand reageerde. Na een korte stilte zei Willem van Gemert: “het was gisteren zulk prachtig weer, dat ik met mijn vrouw ben wezen fietsen. Helemaal door de Kampen en het Donksbroek, tot aan het kanaal. Toen zijn wij linksaf gegaan. Bij de fabriek van Van Thiel waren ze een hele grote koperen ketel aan het maken. Die was zo groot dat ze die niet ín de fabriek konden maken, want dan kon die niet eens meer door de deur.”
En ja hoor, de Snor trapte er in. “En wat moeten ze met zo'n grote ketel doen?” vroeg hij. “Die grote kolen van jou in koken!” was Willems antwoord. De mensen bulderden van het lachen.