skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Oswald in Boxmeer

Voor alle duidelijkheid: dit artikel gaat niet over Lee Harvey. De latere moordenaar van Kennedy verbleef weliswaar op 3 en 4 juni 1962, op terugreis vanuit de Sovjet Unie, zo’n 28 uur op Nederlands grondgebied, om in Rotterdam scheep te gaan naar de Verenigde Staten. Maar Boxmeer heeft hij nooit aangedaan. Wél gaat dit artikel over de voornaam Oswald die vooral in de zeventiende en achttiende eeuw opvallend vaak voorkomt in Boxmeer en omgeving.

De cijfers: Boxmeer / Sambeek tegenover de rest van de provincie

Oswaldus Franciscus van Afferden in 1661, Oswaldus Dericx in 1662, Oswaldus Vischel in 1664; alle drie gedoopt in Boxmeer. Een kleine eeuw later: Wilhelmus Oswaldus Leopoldus de Raet in 1752, Oswaldina Fio in 1753, Antonius Oswaldus Tervooren in 1753, Oswaldus Antonius Franciscus van Cooth in 1754, en in 1757 in Sambeek: Oswaldus Vinck. En dat is nog maar een kleine bloemlezing, want wie de doopboeken van Boxmeer (en in mindere mate die van Sambeek) doorbladert komt de naam Oswald, Oswaldus, Oswaldina opvallend vaak tegen. Vergelijking met de rest van de provincie Noord-Brabant onderstreept die bijzondere voorkeur voor de doopnaam Oswaldus: in de zeventiende eeuw 26 dopen in Boxmeer en Sambeek tegen één in de rest van de provincie, in de achttiende eeuw 49 tegenover 10, in de negentiende 34 tegenover 11. In een grafiek uitgezet ziet dat er als volgt uit:

Graaf Oswald III van den Bergh (1646-1712)

Een verklaring voor de populariteit van de doopnaam Oswald is niet zo moeilijk te geven: die naam komt herhaaldelijk voor in de familie van de graven van den Bergh, die sinds het begin van de zestiende eeuw ook heren van Boxmeer waren.


Oswald III van den Bergh (Foto Berghapedia)

En inderdaad, de eerste Boxmeerse dopeling met de naam Oswald is een telg uit die grafelijke familie: op 4 oktober 1646 wordt Oswaldus Albertus Franciscus, zoon van graaf Albertus van den Bergh en Magdalena de Cusance in Boxmeer ten doop gehouden. Het jongetje was al op 5 september van dat jaar geboren, maar pas een maand later vond de doop plaats, een nooddoop, zonder doopgetuigen, zonder de gebruikelijke ceremoniën, omdat het leven van de zuigeling zeer ernstig gevaar liep. Toch bleef de kleine Oswald in leven, en tien jaar later, op 24 september 1656, kort na het overlijden van zijn vader, werd zijn doopplechtigheid officieel ‘voltooid’, ditmaal met vol ceremonieel. Toen zijn oudere broer Frederik Frans in 1661 overleed volgde Oswald hem op als graaf Oswald III van den Bergh. Na het overlijden van zijn jongste broer Willem Leopold in 1673 kreeg Oswald ook Boxmeer in bezit. Overigens bezat zijn moeder het vruchtgebruik over deze goederen en weigerde ze tot haar dood in 1689 om haar zeggenschap hierover op te geven. In 1686 was Oswald in het huwelijk getreden met Maria Leopoldina Catharina van Oostfriesland-Rietberg (1649?-1718), maar het huwelijk bleef kinderloos. Oswald benoemde in zijn laatste dagen Frans Wilhelm (1704-1737), de kleinzoon van zijn zuster Maria Clara uit haar huwelijk met Maximiliaan van Hohenzollern-Sigmaringen, tot zijn opvolger.

Meer Oswalden in Boxmeer

Na deze eerste Oswald volgden in Boxmeer snel meer dopelingen met die naam. De verklaring ligt voor de hand: vernoeming naar (familieleden van) de plaatselijke heer. De Boxmeerse historicus A.F. van Beurden constateerde al in 1934: Een bewijs voor het innige verband van den Vorst en Vorstin en de hofhouding met het volk, zien wij in het menigvuldig optreden van de bewoners van het kasteel bij den doop van kinderen van ingezetenen, ook van het voorkomen van den naam Oswald en Maria Catharina in de oude Boxmeersche families.
Bij nadere beschouwing lijken overigens niet zozeer inheemse Boxmeerse families, maar vooral grafelijke ambtenaren en personeel van het grafelijke huishouden de doopnaam Oswald te hebben gekozen Zo liet bijvoorbeeld Arnt Peelen, schout van Boxmeer, in 1658 een zoon Oswaldus dopen, evenals Jan van Afferden, drost van Boxmeer, in 1661, en in 1664 Gerard Vischel, hofsecretaris van de graaf. In 1673 hield Peter Sam, rentmeester van de graaf, een zoon met doopnamen Albertus Oswaldus Guilielmus ten doop. Bij deze vier dopen en bij veel van de andere Oswalden stonden leden van de grafelijke familie als doopheffer. Overigens waren de hoge dames of heren slechts zelden ook werkelijk fysiek aanwezig bij de doopplechtigheid, meestal lieten ze zich vertegenwoordigen door plaatsvervangers. Dat neemt niet weg dat het doophefferschap van de graaf of gravin natuurlijk voor de familie van de dopeling een prestigieuze aangelegenheid was, die wel gepaard zal zijn gegaan met een mooie pillegift.

Bufflée

De meeste Oswalden vinden we in Boxmeer bij de familie Bufflée. Geen typisch Boxmeerse naam, en zeker in het begin heeft men in Boxmeer dan ook moeite met de spelling. Vele varianten passeren de revue: Burile, Buvlé, Burlé, Buvelt, Beuvelet, Beufelet. Maar na verloop van tijd stabiliseert zich dit tot Bufflée of Buflé.
De stamvader van de Boxmeerse Bufflées, Peter, kwam rond 1650 naar Boxmeer als hortulanus dominae comitissae, hovenier van mevrouw de gravin, tuinman op het kasteel dus. Peters vrouw, Agatha Simal (Cimal, Sumal) was afkomstig uit het bisdom Namen in het huidige België; waar Peter vandaan kwam weten we niet, waarschijnlijk ook uit de Zuidelijke Nederlanden, of misschien was hij wel met gravin Magdalena uit Frankrijk meegekomen?
Het schema hiernaast bevat uitsluitend afstammelingen van Peter en Agatha die de naam Oswald (of een andere voornaam uit de grafelijke familie zoals Leopold, Maximiliaan etc.) droegen (doopnaam in rood) en/of bij wie één of meer leden van de grafelijke familie doopheffer waren (rood kader).
Wat opvalt is dat de grafelijke doopheffers zelf vaak nog jonge kinderen waren: Willem Leopold (1652) was in 1656 doopgetuige bij Wilhelmus Bufflée, Oswaldus Albertus Franciscus (1646) bij Oswald Bufflée (1658). Een generatie later was graaf Oswald bovendien doopheffer bij Oswaldus Leopoldus (1690) en Oswaldus Sigismundus (1701); Oswalds vrouw was dat bij de naar haar genoemde Leopoldina Maria Catharina (1703) en bij Leopoldina Maria Bufflée (1710).
In de derde en vierde generatie na Petrus blijft de naam Oswald in verschillende vormen terugkomen. Het moge duidelijk zijn: we hebben hier te maken met een soort tweetrapsraket: in eerste instantie doet de naam Oswald zijn intrede via de relatie van de familie Bufflée met haar grafelijke werkgevers. Want ook een aantal van Peters kinderen werkten voor de graaf: Willem werd tuinman in ’s-Heerenberg, zijn broers Frederik en Oswald werden chirurgijn, respectievelijk in ’s-Heerenberg en Boxmeer en waren in die hoedanigheid regelmatig de grafelijke familie van dienst. Later verwatert de band tussen de Bufflées en de grafelijke familie, maar dan is de naam Oswald al zodanig geworteld, dat die via de gebruikelijke naamgevingsconventies ook in de volgende generaties terug blijft keren.
En zo zal dat bij veel meer Boxmeerse families zijn gebeurd: het Oswald-zaadje werd geplant door de grafelijke familie, waarna de naam in de volgende generaties op gebruikelijke wijze tot bloei kwam. Ziedaar de verklaring voor de opvallend hoge frequentie van de doopnaam Oswald in Boxmeer en omgeving in vergelijking met de rest van de provincie.

Zevende zoon

Een directe band zoals tussen de grafelijke familie en de familie Bufflée is voor een behoorlijk aantal Oswalden niet vast te stellen. Mogelijk dat er toch een professionele relatie bestond die we nu niet meer kunnen achterhalen, mogelijk was het toch een bewijs voor het innige verband van den Vorst en Vorstin en de hofhouding met het volk, zoals Van Beurden het uitdrukte, en vernoemden ook ‘gewone’ Boxmerenaren zo nu en dan een kind naar de graaf.
Zeker gebeurde dat in één bijzondere omstandigheid, namelijk bij de geboorte van een zevende zoon. De geboorte van zo’n filius septimus binnen één gezin was een uitzonderlijke gebeurtenis, die ook in de naamgeving van het kind tot uiting kwam. Volgens oud gebruik kreeg zo’n jongetje de naam van de plaatselijke heer, zo ook in Boxmeer. Daar vinden we in de doopboeken twee expliciete vermeldingen van een zevende zoon: Oswaldus Ludovicus van Odenhove in 1702 en Oswaldus Leopoldus Hubers in 1708: vernoemd naar graaf Oswald, die inderdaad ook van beide zuigelingen de doopheffer was.

De voornaam Oswald in zijn diverse verschijningsvormen komt tegenwoordig minder dan 700 keer voor in heel Nederland en is dus behoorlijk zeldzaam. In vroeger tijden was dat al niet veel anders, op lokale uitzonderingen na, zoals in en rond Boxmeer. De toevallige omstandigheid dat de plaatselijke heer de naam Oswald droeg leidde in Boxmeer tot een kleine vloedgolf aan andere Oswalden, waarvan, gezien een piek in de jaren twintig van de negentiende eeuw, het effect zo’n twee eeuwen later nog steeds niet helemaal was weggeëbd.

 

Literatuur:

A.F. van Beurden, Schetsen uit de geschiedenis van Boxmeer (Boxmeer 1934)
Rien van den Brand, 750 jaar Kasteel Boxmeer. Een brandpunt tussen Brabant en Gelre (Venlo 1991)
A.P. van Schilfgaarde, het Huis Bergh (Maastricht 1950)

 

Reacties (4)

Maurits Stoetzer zei op 28 augustus 2023 om 12:44
Leuk verhaal. Toch moet je oppassen met verwijzingen naar A.F. van Beurden. In mijn onderzoeken (en algemeen bekend) erachter gekomen dat deze meneer zijn bronnen niet goed bestudeerde en daardoor haastige en veelal verkeerde conclusies trok. Hij heeft echt een dubieuze reputatie en echt geschiedvervalsing 'gepleegd'. Alles om zijn boekjes te kunnen verkopen.
De naam Johan-Baptist, komt juist de 2e helft van de 18e eeuw veel voor, verwijzend naar Johan-Baptist van Hohernzollern, ook wel de Dolle Graaf vernoemd. Misschien ook leuk om die eens chronologisch te vermelden.
Norah zei op 28 augustus 2023 om 16:55
De zevende zoon werd vaak Louis/Lodewijk/Ludovicus genoemd, voornamelijk een gebruik in de zuidelijke provincies.
Dan Johan-Baptist/ Jean-Baptist, oftewel Johannes de Doper, naamdag 24 juni. Mijn vader vierde deze dag i.p.v. zijn verjaardag. Dat weet tegenwoordig ook bijna niemand meer.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 29 augustus 2023 om 15:55
Met dank voor jullie reacties, wijze raad en opmerkingen. Goed dit allemaal in ons achterhoofd te houden.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.