Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
“Zal ik er mee naar een dokter gaan?”
“Ben je gek, doe er maar een zakdoek om dan stopt het bloeden van zelf.”
“Kom je nog Anne?” Het was prachtig weer. Loek, die thuis zijn zwembroek al had aangedaan, deed zijn bovenkleding uit.
We hadden een minuut of tien geroeid toen Loek zei: “Je roeit zo goed, ik kan wel even een duik nemen. Hier pak mijn riem ook maar”. Hij gaf mij zijn roeispaan en dook van de boot af het water in. Toen zijn hoofd boven water uitstak zei ik: “Niet te lang hè.”
Maar Loek hoorde me al niet meer. Ik keek eens om me heen. Waar was hij nu? “Loek, Loek waar ben je?” Maar er kwam geen antwoord. Ik probeerde het opnieuw. “Loek, Loek, geef nu antwoord.” Ik begon te tellen: “een, twee drie”…ik was al bij de vijftig, ik kreeg het benauwd, hij zou toch niet…nee daar moest ik niet aan denken. Ik sloot mijn ogen en begon hardop te bidden: “Onze Vader die in de hemel”, de tranen liepen over mijn wangen.
Ik besloot om hulp te roepen. Een bibberend “help, help” klonk over het water. Plotseling hoorde ik tegen de onderkant van de roeiboot kloppen. Ik boog over de rand en keek recht in het lachende gezicht van Loek. “Heb je me gemist? Wat lief van je dat je voor me wilde bidden. Ik zag dat hij met een paar vingers een ijzeren ring, die aan de boot zat vasthield. Eerst was ik bang geweest dat hij verdronken was maar nu werd ik kwaad, erg kwaad.
“En jij gelooft dat je deze boot nog in komt? Je kunt toch zo goed zwemmen, dan kun je dat nu mooi laten zien. Zwem maar naar de kant en loop maar terug. Als je ook maar probeert om in de boot te komen dan sla ik je met een roeispaan op je hoofd.” Enkele minuten later zei hij voorzichtig: “Anne, de stuw is weer geopend, wil je er rekening mee houden dat er schepen aan komen, we liggen bijna midden in de vaarroute.”
Er zat niets anders op dan dat ik Loek vroeg om in de boot te klimmen. “Wil je echt dat ik weer naast je kom zitten en ben je niet meer kwaad op me?” “Nee, nee klim er maar vlug in, die schepen zijn zo hier.” “Als je me het netjes vraagt, wil ik dat wel doen, dus…” “Alsjeblief Loek, wil je in de boot komen en naar de kant roeien?”
Even later roeide Loek de boot naar de kant. De golven, gemaakt door de vrachtschepen, klotsten tegen de roeiboot en maakten dat we flink heen en weer schommelden.