
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Ik werd geboren in Oss in 1954 en toen ik 3 was verhuisden we van de Vogelwijk naar de gloednieuwe Schadewijk. Daar groeide ik op en mijn jeugd speelde zich af tussen het schoolplein vlak bij mijn huis en de polder die daar achter lag.
In de zomervakantie gingen we bijna nooit weg en dus moest ik mij vermaken in de buurt en met mijn broer Tonnie, die 3 jaar ouder was. Dat was geen straf, we vermaakten ons prima. 's Ochtends gingen we bijvoorbeeld 'konthamers' vangen in een sloot in de Waterstraat. Dat was destijds een prachtige straat met mooie oude boerderijen en een slootje. We namen de beestjes mee naar huis en keken iedere dag in de bak of ze al pootjes kregen. Als ze uit bak konden springen als minikikkers dan brachten we ze terug naar de sloot.
Tonnie was heel actief bij circus Vabebo als lid van de Marpello's, een acrobatengroepje. Ieder jaar in de zomer konden we gaan kijken waar hij het hele jaar voor geoefend had. Dat was het hoogtepunt van het jaar! In een meestal bloedhete tent keken we gefascineerd naar alle optredens van clowns, een koorddanseres en paarden. Maar stiekem was Tonnie liever goochelaar, met zijn verjaardag vroeg hij altijd een goocheldoos. Dan hingen we borden op de poort met 'gratis optreden om 15.00 uur' en dan duwden we in de buurt briefjes in de brievenbus. Alle kinderen kwamen kijken naar zijn trucjes.
Als we ons ooit een beetje verveelden dan zei ons Mam: "Ga maar efkes naar Opoe en Opa".
Dan liepen we samen over de Singel 40/45 naar de Oijenseweg en Opoe en Opa waren altijd blij als we kwamen, Opoe lag vaak nog op de divan haar middagslaapje te doen. Ze stond dan op, trok haar korset goed en joeg de kippen uit de keuken. Ze zei dat Opa naar het winkeltje van "de Poot" moest gaan om 'unnen ollinge mik' te kopen. Als Opa weer terug was aten we 'kroezels' en rode bessen met suiker uit de moestuin.
Als we weer naar huis gingen met een grote bos rabarber in een krant onder de arm dan liepen we langs het 'Juffie' voor een ijsje omdat we van Opoe een dubbeltje hadden gekregen. Geduldig wachtten we totdat ze onze ijsjes afstreken in een bakje en als we genoeg geld hadden kwam er ook nog slagroom op! Genietend liepen we naar huis langs de mooie oude houtfabriek, waar het altijd zo heerlijk rook naar pas gezaagd hout en langs het winkeltje waar mijn moeder altijd garen en knopen haalde van 'de gezusters Jans'. Daarna langs de Gruyter op de Berghemseweg met de mooie muurbetegeling en het snoepje van de week.
We waren gewend om te lopen omdat ons Mam niet kon fietsen en we geen auto hadden. Een van onze ooms had er wel een en die nam ons soms mee voor een ritje. Ook gingen ons Mam en Pap ook wel eens een dagje mee en dan mochten wij naar tante Jans die vlak bij ons woonde. Dat was ook al geen straf, haar dochter werkte boven bij Speet op de speelgoedafdeling en dan mochten we iets leuks uitzoeken. Ik koos meestal kleertjes voor mijn poppen en onze Tonnie een Dinky Toy.
Als het heel heet was gingen we zwemmen in het zwembad aan de Macharenseweg. Een fles Exota en wat geld mee voor de fietsenstalling en voor een strooppegel. Maar al gauw moest ik afscheid nemen van onze Tonnie, hij ging in het jongensdiep omdat hij zwemmen had geleerd van zijn neef en ik moest in het ondiep.Tussen de 'katviskes 'en kikkers zwommen we en op de bodem lag gewoon zand.
Halverwege de middag zocht ik mijn broer op, hij had immers een kluisje en de portemonnee, maar ik liep een meter van het diep af, ik mocht daar ook helemaal niet komen. Je zou er eens invallen! Als we naar huis gingen kleedden we onszelf onder een handdoek aan of we lieten ons badpak opdrogen en trokken onze kleren erover.
Als we thuis kwamen en het was vrijdag dan aten we lekker sla met een gekookt ei en aardappels met 'juinsaus'. Want vlees, nee dat mocht niet op vrijdag!
Op zondag was het helemaal feest dan kregen we maar liefst een kwartje zakgeld! Dan gingen we naar Toon Timmermans oftewel het Olieboerke het snoepwinkeltje bij ons in de straat. We stoorden hem altijd bij zijn zondagmiddagdutje, hij kwam geeuwend en met zijn galgen afgezakt naar het winkeltje, likte aan zijn potloodje en telde op een briefje op of of we al voor een kwartje snoep hadden uitgezocht uit de glazen vitrinebakken. Nou, dat duurde meestal wel even. Want namen we nou een kalkblok, trekdrop, snoeppapier, salmiakpoeder of zoethout?
Eigenlijk bracht Toon olie rond met zijn kar en paard, dat gewoon in de woonwijk achter het huis stond!
Ook een markante figuur in onze straat was Piet Vossenberg de fietsenmaker, bijgenaamd Den Del. Ons Pap maakte onze fietsen altijd zelf maar we moesten wel eens naar Pietje voor een' ventieleke.' Dan ging Pietje aan het rommelen in zijn werkplaats als een ware Malle Pietje van Swiebertje en ongelooflijk maar waar: hij vond altijd wat je zocht.
Ondertussen vroeg hij : "Van wie ben de ge der enne," en als je antwoordde dan zei hij: "Ik ken ullie Pap, die hi mar een or." En als je dan zei: "Nee," dan zei hij: "on enne kant!"
Dit zijn mijn herinneringen aan het Oss in mijn jeugd in de jaren '60. Toen het leven nog eenvoudig was.
Opa en Opoe stierven helaas kort na elkaar, nadat hun mooie huis moest wijken voor de kruising Singel 40-45 - Oyenseweg.
Ik draag dit verhaal op aan mijn broer Tonnie, hij stierf in 2003, kort na zijn 52e verjaardag.
Dit verhaal verscheen eerder in het tijdschrift Brabeau, zomer 2018