skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Als Speyart in Den Bosch niest, dondert het in Roermond

Gerard Strijards gaf op BHIC al enige memorabilia aan uit zijn tijd als waarnemend griffier bij de Bossche Rechtbank. Deze keer geeft hij wat inkijkjes over de wijze waarop destijds het Openbaar Ministerie omsprong met politiebeambten, gerechtelijke ambtenaren en onderhorigen ter griffie of de forensische diensten.

De Procureur-Generaal als justitiële autoriteit

Op BHIC gaf ik in de rubriek Verhalen al het een en ander ten beste over mijn periode als waarnemend griffier bij de rechtbank Den Bosch vanaf 1977. De rechtbank en het hof resideerden toen aan de Spinhuiswal. De Hoge Heren zaten aan de frontzijde. Zij keken uit over het polderlandschap dat nog tot aan de horizon bij Vught reikte. En de lage – en een griffier is verschrikkelijk laag in de nomenclatuur – moesten zich behelpen met de perspectieven die de barse bakstenen muren en getraliede ramen van het Huis van Bewaring daarachter plachten te bieden. 

Ik placht mijn ambtsbezigheden te beperken tot het reservaat rondom het koffiezetapparaat in het minuscule keukentje. Het was ook niet geraden dat te verlaten zonder permissie van hogerhand. Dan zwaaide er wat. Op de deftige parterre huisde rechts van de hoofdingang, vanaf de entrade bekeken, een ontzagwekkende magistraat: de Procureur-Generaal. Die was onaannaderbaar. Men diende een afspraak te maken met een spichtige secretaresse van de kabinetschef.

De hiërarchie destijds

Mr E.L.M. baron Speyart van Woerden in 1954 (foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Bron: Stadsarchief Breda, fotonummer 19540062)
Mr E.L.M. baron Speyart van Woerden in 1954 (foto: Fotopersbureau
Het Zuiden. Bron: Stadsarchief Breda, fotonummer 19540062)

Deze laatste was zo hoog in de rangen, dat hij een griffier al niet meer groette, ook al was hij het zelf geweest. Hij liep je voorbij als was je van de honden gevonden. Die secretaresse keek of je de máán wilde gaan tutoyeren, als je je opwachting ging maken. Ze beoordeelde vluchtig of je wel een net pak aan had en ook of je stropdas goed zat. De gezaghebber die had doen weten dat hij audiëntie geliefde te verlenen, zat achter een dubbele deur. Het moest wel in het landsbelang zijn, als een griffier zo iemand dorst te genaken.

Helaas was dat soms in mijn geval zo. Berucht was vooral de voorganger van de huidige autoriteit, die in Vught op zolder met spoortreintjes placht te spelen waarvan hij een verbluffend complex had gebouwd. De mare was dat deze persoon dan de rode pet van een stationschef opzette. Dat gaf deze autoriteit, begiftigd met De Leeuw, wat menselijks. Dat was niet het geval met zijn ambtsvoorganger. Baron Speyart van Woerden. Die sliep met het commandeurskruis op zijn zijden pyjama, deelde mijn chef mij somber mede als ik weer eens naar de enorme zaal ontboden werd waar het strafvorderlijk beleid in het ressort-Zuid werd ontwikkeld.

De zaal

Wie de enorme ruimte betrad waarin de Procureur-Generaal huisde had weinig gelegenheid om de interieure omgeving nauwkeurig in zich op te nemen. Wanneer hij zich door de dubbele sluis had gewrikt zag hij in de verte een enorm gebeeldhouwd bureau, dat nét een slag groter was dan dat van de Rechtbankpresident Ger Cremers. Het was nu zaak rechtop, zonder struikelen, dat bureau aan te naderen en halt en front te maken op ongeveer drie meter van het midden daarvan. Daarachter zat de fungerende directeur van politie, tevens procureur-generaal.

Die eerste titel dateerde nog uit het Souverein Besluit-1813, toen Willem I voorshands had willen aansluiten bij de Rechterlijke Organisatie van het Napoleontisch Rechtssysteem. Dat was sedert 1853 wel gaandeweg stukje bij beetje verlaten. Zoals bij het Gesel en Wurg-besluit van dat jaar, waarbij deze lijfstraffen waren afgeschaft ter humanisering van het strafrecht. Zulks in afwachting van een totale recodificatie van het strafvorderlijk en lijfstraffelijk recht. Die is er, ook al gebood de Grondwet dat, eigenlijk nooit gekomen.

Toen was het al zo, dat op het gebied van de publieke rechtshandhaving, bijna nooit een maatschappij-brede consensus te verkrijgen was onder de kribbige verzameling kruideniers die het actieve stemrecht mochten uitoefenen. Dat hing destijds vooral af van de vermogenspositie van de kiesgerechtigde. Er bleven rudimenten over van de Napoleontische rechtsbedeling, ook al waren die bijna niet te rijmen met de nieuwere inzichten over de strafrechtspleging.

Het ambtsuniform van de gerechtelijke magistratuur

Uniformjas van een Procureur-Generaal
Uniformjas van een Procureur-Generaal

Eén ervan was wel zeer opvallend. Dat was het ambtsuniform van de magistratuur. Een militairement georneerd costuum waarbij de inzittende gerechtigd was een epée te voeren. Een statiedegen, links met het gevest uitstekend onder de van zilveren of gouden eikenbladeren voorziene zakkleppen in de geklede frakjas. De tot dit uniform gerechtigde had een staande hoge kraag dicht te maken die flink schrijnde omdat ze stijf stond van de eikenloveren spiegels, en een zorgvuldig opgegeven getal vergulde knopen met de rijksleeuw links uitvallend.

Een epée
Een epée

Op de zwartlakense broek een dubbele bies waarmede het epée steeds in lijn gedragen diende te worden. Lakschoenen, desverkiezend met strakke chaoutchoucen (wij zouden zeggen: natuur-elastieke) slobkousen, een grote zwarte steek met witte pluimrand. Met rechts de oranje kokarde van geplooid grein met een zilveren of gouden lisse geplooid in zeven gevlochten strengen. De lisse dient rechts op het hoofd te staan met de kokarde midden boven de atlas en draaier. Op foto’s zie je dat vooral na uitbundige besproeide recepties dit dienstvoorschrift niet nauwkeurig in acht genomen placht te worden tot vermaak van de insiders die later de betrokkene zagen figureren op de voorpagina’s van de periodieke pers.

Het uniform met cape
Het uniform met cape

Na 1950 placht bijna niemand dat uniform nog te dragen. Maar in Den Bosch wel, al moest men het zelf betalen. En het was heel duur. Was men toch bezig te verkwisten, dan kon men ook maar beter meteen de wijde cape erbij bestellen met een rode zijden binnenvoering. De Baron droeg dat op officiële installaties en bij recepties. En bij de Koningin. Want die bezocht deze Baron, al kon Juliana hem niet goed velen. Maar een procureur-generaal had recht op tien maandelijkse audiënties om de Majesteit te informeren over de staat van het recht dat tenslotte nog in haar naam werd gepleegd.

Vonnissen, beschikkingen en gewijsden werden nog geveld en geslagen in naam der Koningin. Aangezien de procureur-generaal centrale tenuitvoerleggingsautoriteit was had hij daar ambtshalve dus mee van doen. En de Baron, die toch al niet met zich liet spotten, nam dat zeer serieus, zag niets over het hoofd en kon krachtdadig uitvaren, waarbij hij zo luidruchtig kon foeteren dat het op de gangen gehoord kon worden.

De tuchtigingsaanspraken

De man bleek dan over een uitgelezen vocabularium te beschikken. De getuchtigde moest overigens al die tijd blijven staan. Dat was voor de Baron vanzelfsprekend. Er hing ook een olieverfschilderij van de Baron in die zaal, met dat uniform. Ik heb dat ook nog kunnen zien hangen, maar het werd toch als zijnde wat anachronistisch op den duur weggedaan naar de Dienst der Domeinen. Daar zal het rusten in het depot.

Met een kaartje: Oude Man met generaalsuniform en cape, voorzien van onderscheidingen. Barstte deze Baron in zijn fiolen van toorn uit, dan kwam iedereen op de tweede verdieping aanzetten met de zegswijs die de titel dezer trilogie uitmaakt. Men hoorde het verre gedonder vanuit het galmende trappenhuis vermaakt aan. En begon de anekdotes van dien uit te wisselen. Iedereen had de kantoordeur openstaan. En veinsde niets te horen. Voor de frisse lucht, weet u wel? Een beetje tocht. Dat doet wonderen. Maar bij de lunch bleek wel anders.

Lees ook de andere delen

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.