skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Als Speyart in Den Bosch niest rommelt het in Roermond

Gerard Strijards gaf op BHIC al enige memorabilia aan uit zijn tijd als waarnemend griffier bij de Bossche Rechtbank. Deze keer geeft hij wat inkijkjes over de wijze waarop destijds het Openbaar Ministerie omsprong met politiebeambten, gerechtelijke ambtenaren en onderhorigen ter griffie of de forensische diensten. Deel 2.

De geborneerde Bossche justitiële elite

Het naoorlogse Paleis van Justitie (Foto: Wies van Leeuwen / provincie Noord-Brabant. BHIC, fotonummer PNB001034061)
Het naoorlogse Paleis van Justitie (Foto: Wies van Leeuwen / provincie
Noord-Brabant. BHIC, fotonummer PNB001034061)

Eduardus Leopoldus Maria Hermanus baron Speyart van Woerden was als karakter een weldaad voor sociale cohesie van de kleine justitiële côterie in dat enorme langgerekte Paleis van Justitie aan de Spinhuiswal. Want de baron was een buitengemeen autoritair, eigengereid en uitmiddelpuntig heerschap die de kunst verstond vele onderhebbenden tegen zich in opmerkelijk korte tijd tegen zich in het harnas te jagen. Op dit punt had hij echt een staat van bijzondere dienst. Nu ik terugzie op mijn lange opmars door de rangen van het justitiële apparaat blijf ik dat beamen, want ik kwam waarachtig in alle arrondissementen en ressorten wel merkwaardige deelnemers tegen aan de Pelgrimstocht der mensheid, op weg naar de onstoffelijke plaats die geen oog heeft gezien, maar waarover het oor zoveel heeft gehoord. Maar toch niet van het kaliber van Speyart.

Ik was nog niet zolang aan de rechtbank verbonden, of ’s mans naam viel in de dagelijkse roddel. En hij gaf er moeiteloos aanleiding toe. Zo’n persoonlijkheid verenigt mensen in vele opzichten. Het is een fermentatiepunt voor de ambtelijke omgang en niet eens slechts anekdotisch. Speyart was zwaar katholiek. En liet dat in zijn bediening ook flink blijken. Op de meest ongedachte wijzen, ook op het punt der landspolitiek.

Ger Cremers, de rechtbankpresident, was ook dezelfde levensbeschouwelijke gedrevenheid toegedaan. Maar die had minder ambtshalve mogelijkheden om ze ook feitelijk effectief te praktiseren. Dat had Speyart wel. Mede vanwege dat ambt van “fungerend directeur van politie”. Dat wel bekend was via het Souverein Besluit van 1813, maar waarvan eigenlijk niemand wist wat het nog beduidde. Ik vermoed dat Speyart dat ook niet wist. Maar hij máákte er deswege heel wat van. En dat is ook een kunst en zelfs een verdienste. Historiografisch, dan. Je moet er niet het slachtoffer van zijn.

Een roomse ongehuwde zeloot

Speyart werd op zijn vierenveertigste geïnstalleerd als Procureur-Generaal. Bij zijn aanstelling telde het feit dat hij een geducht katholiek was beslist mee. Destijds waren bij dit soort hoge staatsambten diverse factoren van belang. Men moest uiteraard van onbesproken gedrag zijn, niet onbemiddeld en in Den Haag bekend als maatschappijbevestigend. Want Nederland was in 1934 echt een conservatief land. Verder was de godsdienst of levensbeschouwing van belang. Een katholiek was niet eerder op een dergelijk zwaarwichtige post benoemd, maar in het kabinet-Colijn was minister van justitie de katholiek van Schaik die vooral na de oorlog furore zou maken en die goed bekend was met de publieke rechtshandhavingsperikelen in Noord-Brabant. Daar had men eigenlijk een houwdegen nodig, omdat eigenlijk veel gemeentes daar een soort jurisdictionele enclaves waren geworden binnen de Nederlandse territoriale rechtsorde.

Mr. J.R.H. van Schaik, 1933-1937 minister van Justitie (foto: Rijksvoorlichtingsdienst. Bron: Nationaal Archief, 151-0167. CC0)
Mr. J.R.H. van Schaik, 1933-1937 minister van Justitie
(foto: Rijksvoorlichtingsdienst. Bron: Nationaal Archief, 151-0167. CC0)

Oss was daar op dat moment een typerend voorbeeld van. Maar ook Helmond, in mindere mate Eindhoven, maar zeker de streek rondom Sint Willebrord. Er waren in deze regio’s veel grotere woonwagenkampen en achterbuurten die onderling bestendige connecties in een ondoordringbaar crimineel circuit  vertoonden. Met een eigenstandige hiërarchie, expertisegroepen en een achterland van helers en begunstigers. In dit verband was belangrijk, dat Speyart vrijgezel was en voor geen kleintje vervaard was gebleken. Want eigenlijk was een ongehuwde zondermeer al verdacht. En een katholiek in een hogere ambtsbediening al helemaal.

Zeker in Zuidoost Brabant waar God noch Gebod enig ontzag scheen af te dwingen. Men had het overigens eerst wel geprobeerd via de kazernering van Marechaussees waarvan vele bereden brigades. Dit Wapen gold als orthodox Hervormd. En zou dus niet gauw handjeklap spelen met de wat smoezelige roomsen. Verder werden deze brigades gelicht in protestantse streken. In Oss waren bovenwereld en onderwereld dermate verstrengeld, dat het Den Haag zorgen baarde. De hofhond Speyart zou daar op los te laten zijn. Zo ontstond de Zaak-Oss die nog jaren de landspolitiek zou blijven teisteren. Maar er was méér.

Een molensteen door het spinnenweb

Speyart was eigenlijk theocraat. Hij vond de scheiding van kerk en staat een van de ellendigste staatkundige gevolgen van de Franse Revolutie die hij met terugwerkende kracht ongedaan wilde maken. Hij kon daarom niet goed hebben, dat binnen zijn rechtsgebied politionele brigades opereerden die buiten zijn jurisdictie dachten te vallen. Verder zag hij geestelijken als personen die een immuniteit genoten krachtens hun sacramentele bediening. Zij konden niet zomaar strafvorderlijk vervolgd worden.

Daarvoor was eigenlijk een ministeriële aanwijzing noodzakelijk op voordracht vanwege het Openbaar Ministerie. Beide zienswijzen beleed Speyart persistent. Van Schaik, die een conciliant en apaiserend man was, moest daarvan niets hebben. Maar al spoedig bleek Speyart in dit opzicht hardnekkig, vooral omdat hij meende dat Van Schaik niets te vertellen had over de wijze waarop hij het ambt van fungerend directeur van politie uitoefende. Dat was deels een zaak van Binnenlandse Zaken en deels van het ministerie van Oorlog, daar de marechaussees een militair onderdeel waren van het weermachtsapparaat. Zij traden ook op als grensbewakingsautoriteit. Speyart vond dat hij hen kon instrueren geheide Duitse nationaalsocialisten in vreemdelingenbewaring te nemen en verder uit te zetten. Dat deed hij dan ook. Zodat Den Haag grote moeilijkheden kreeg met de net aangetreden Hitlerregering.

De Zaak Oss een eerste steen des aanstoots in de landspolitiek

De marechausseebrigade te Oss trad verder onverdroten op tegen de beruchte bende van Toon de Soep. Ze rolde die kundig op. Maar kwam daarbij ook, min of meer als bijvangst, verdenkingen van ontucht ten laste van Osse geestelijken tegen. De brigade had terzake daarvan al opsporingshandelingen aangevat, zulks onder de verantwoordelijkheid van hun districtscommandant. Wilhelmina was in persoon naar Oss gereisd. En had twee ijverige onderofficieren gedecoreerd met gouden onderscheidingen met de zwaarden in de Orde van Oranje-Nassau, zonder dat Speyart tevoren was ingelicht harerzijds. Bij het Stadsarchief Oss zien we op diverse foto’s in de galerij Speyart staan voor de eerbiedig aangetreden decorati die hem de klewang en het zijdgeweer presenteren.*)

PG Speyart van Woerden en de Osse Marechausse, 1935 (foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Bron: Stadsarchief Oss, fotonr. BCO010735)
PG Speyart van Woerden en de Osse Marechausse, 1935 (foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Bron: Stadsarchief Oss, fotonr. BCO010735)


Wachtmeester Chris de Gier van de marechaussee in Oss, 1930 (foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Bron: Stadsarchief Oss, fotonr. BCO010716)
Wachtmeester Chris de Gier van de marechaussee in Oss,
1930 (foto: Fotopersbureau Het Zuiden. Bron: Stadsarchief Oss,
fotonr. BCO010716)

Er staat bij dat Speyart zijn mensen huldigt. Maar dat was voor de bühne.

Wil je daar meer over weten?

Klik dan hier

Hij was schuimend van woede met de dienstauto komen aanjakkeren om de wachtmeesters Chris De Gier (later bevorderd tot opper) en de Brigadecommandant opper Arend Mintjes eens flink uit te kafferen, omdat hij te dezen gepasseerd was met medeweten van hun districtscommandant. Speyart zon op wraak. Ook, omdat hij duchtte dat de ijverige militairen met strafvorderlijke bevoegdheden de geestelijkheid niet met rust zouden laten. Dat was vooral Mintjes inderdaad niet van plan. Speyart meende met De Gier te beginnen. Die liet hij naar Den Bosch komen. Om hem spitsroeden te laten lopen. Met De Gier lukte dat. Maar met Mintjes niet. Die zocht het hogerop.

*) Noot van de redactie: in de fotocollectie van het BHIC staan kopieën van deze foto's.

Lees ook de andere delen

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.