skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Bondshotel De Nachtegaal

Er is veel te ontdekken op deze foto van Bondshotel De Nachtegaal in Velp. Zo staat de naam van uitbater (?) G. Peulings én zijn telefoonnummer – 53 - groot op de gevel. Aan de overkant staan meisjes met strikken in het haar met hun fiets en op het terras wordt wat gedronken.

, Velp (foto: Fotostudio Jean Smeets, collectie BHIC: 1907-006602)

Bij de Shell zien we nog net een motorfiets staan en langs de straat de geparkeerde auto van J. Teulings - dat weten we door de nummerplaat die mooi in beeld staat: N-86200. Op onderstaande foto zien we nog een enorme schommel; of deze bij het hotel hoorde, weten wij niet.

Kijk naar Toen

Kun jij ons iets over deze plek vertellen? Herken je zaken op deze foto's? Of weet jij wanneer deze gemaakt kunnen zijn? We horen graag van je.

Alle informatie en herinneringen zijn welkom. Je kunt jouw reactie geven in het vak 'Reageer op dit verhaal' hieronder.

Deze foto-oproep verscheen in de rubriek 'Kijk naar Toen' in de Graafsche Courant, waarin we op zoek zijn naar de persoonlijke verhalen achter een foto.

Ga naar Kijk naar Toen

Reacties (38)

Ria zei op 16 maart 2019 om 23:24
Achter het tankstation was voor de oorlog een druk bezochte speeltuin evenals bij het volgende horecapand "Den Tol".
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 18 maart 2019 om 10:11
Bedankt voor je berichtje, Ria. Kwam je zelf ook in die speeltuin? Wat is je daarvan bijgebleven?
Ria zei op 18 maart 2019 om 11:58
Ja hoor en op de fiets er naar toe en op één dag naar beide speeltuinen. Voor de oorlog en tijdens de bezetting was er verder niet zoveel te beleven.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 18 maart 2019 om 20:07
Ah, duidelijk Ria, moest je lang fietsen voordat je bij de speeltuin was? En wat staat je het meeste bij? De glijbaan, de draaimolen, of misschien heel iets anders?
Ria Wientjens (per mail) zei op 19 maart 2019 om 09:19
Tuurlijk weet ik dat nog. Naar de Speeltuin ons jaarlijkse uitje bij De Nachtegaal. Een begrip in de wijde omgeving. Fietsend, samen met mijn ouders, 3 zusjes en een klein broertje vanuit Overasselt.
Over de brug was zo spannend en... dan waren we er bijna, zei mijn vader. Nog best een eind fietsen voor een meisje van 8 jaar.

Het jaar erna gingen we met de auto. In die tijd nog een van de weinige. Een felblauwe Morris Minor was het. Daar pasten 2 volwassenen en 5 soms 6 kinderen in. Kwestie van een tikkie stapelen. Niks autogordels... deur dicht en het feest kon beginnen.
Maar wat altijd hetzelfde bleef, was de picknicktas met witte puntbroodjes, voor ieder 2, een krentenbol en een fles aanmaaklimonade.

Een, voor die tijd grote speeltuin. En of die bij het Bondshotel hoorde. Schommels in de vorm van bootjes, mijn vader durfde heel hoog. De schommel ging zo hoog dat je over de weg kon kijken.
Een kabelbaantje waar je aan een stang moest hangen, over een watermat van houten vlonders, naar de overkant. Een grote vijver met roeibootjes Een ton die ronddraaide als je meeliep, harder en harder, totdat je maar ging liggen. Moe en voldaan, vaak met kapotte knieën... Gelukkig kon je toen nog gewoon spelen, pleister erop en klaar! Broodjes en limonade op. Tijd om naar huis te gaan.

Als afsluiting, het allerlekkerste ijs van de wereld bij de kiosk van mijnheer Peulings. De kiosk staat precies achter de geparkeerde auto. Je liep naar rechts door een poortje en dan was je in de speeltuin.
Dezelfde heer Peulings had overigens tot halfweg de jaren 70 een ijssalon op de Arnoud van Gelderweg. Hij woonde daar ook. En aan de overkant, waar de meisjes staan, was een bushalte. Mijn vader was buschauffeur bij de toenmalige Zuid Ooster. Ik mocht weleens meerijden... dan riep hij op dit punt altijd: "Bonds Hotel De Nachtegaal!"

Deze foto is voor mij een prachtige jeugdherinnering.
Ria zei op 19 maart 2019 om 11:31
Voor de goede orde. Dit is een andere Ria en is haar verhaal al van na de oorlog en mijn vader had geen rijbewijs en gingen wij toen ook nog altijd op de fiets.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 19 maart 2019 om 13:27
Bedankt, beide Ria's! Inderdaad, dat klinkt als een geweldige jeugdherinnering, Ria Wientjens. Maar ook op de fiets moet het een heel avontuur zijn geweest, lijkt me. Wat mooi dat zo'n foto die beelden van toen weer zo terugbrengen! En wat fijn dat jullie die verhalen hier met ons delen.

Veel dank voor jullie reacties, allebei!
Geert Peulings, van Jan van Grad van Hannes van Knillus van Adrianus Peulis de snuifrasper zei op 4 april 2019 om 14:20
Nee, ik was er niet bij toen deze foto werd gemaakt, maar kan er voor de rest wel van alles over vertellen, omdat ik de historicus ben van de familie Peulings.

Het betreffende pand werd aangekocht in 1918 door mijn grootvader (Grad) G. Peulings. Het was toen nog een boerderij, maar had wel een “herberg” functie, omdat op die plek de tolslagboom stond tussen de gemeentes Velp en Grave. Zo’n plek was dan ook een mooie gelegenheid voor een pauze, wat te drinken of te eten, paarden van een postkoets te voeren of water te geven en soms zelfs te overnachten. Hij koos er dan ook voor om het Hotel “Den Tol” te noemen. Het begon als een combinatie van café, hotel, boerderij en kapper.

Grad was van alle markten thuis, hij was van oorsprong paardenhandelaar en zo was hij ook in contact gekomen met mijn oma Johanna Kersten, die als kamermeisje werkte in Hotel de Plasmolen en wiens vader de paardenstal beheerde op de Plasmolen (Mook). Later woonde de hele familie Kersten in Velp op de hei.

Aan het einde van de jaren twintig ontstond er een dispuut over de naam omdat de buurman ook een café begon met de naam Den Tol. Omdat de naam niet beschermd was en de tolslagboom kennelijk tussen de twee panden in had gestaan, werd men het niet eens en besloot Grad de naam te wijzigen in “De Nachtegaal” en liet deze bij de ANWB beschermen en zo werd hij een “bondshotel”. Dat was ook de enige reden waarom er een benzinepomp moest komen.
De mensen in Velp bleven echter tot ver in de vorige eeuw (1970 – 1980) nog spreken over den Tol waar ze de Nachtegaal bedoelden.

Omdat op de gevel G. Peulings staat veronderstelde ik dat de foto van voor WO II was. Mijn opa is immers in 1937 overleden en de naam werd aangepast naar weduwe van G. Peulings. Dit gebeurde kennelijk vele jaren later. De auto op de foto is niet van T. Peulings, maar van J. Th. Peulings (Jan) die voor de oorlog geen auto had.
Het gebouwtje waar de auto voor staat, was “de kiosk” een plek waar consumptie ijs werd gemaakt en verkocht en ook snoep en souvenirs. Later begon mijn vader Jan een cafetaria in Grave in het midden van de Arnoud van Gelderweg (nummer 43) het voormalige politiebureau.

Mijn grootvader heeft na een aantal jaren het boeren opgegeven en het stuk land wat hij had werd omgetoverd tot kampeerterrein. Het was een van de eerste kampeerterreinen in Nederland. Nog later bleek dat daarvoor onvoldoende interesse was en werd het veld het voetbalveld van de plaatselijke voetbalclub van Velp. Je kon er ook ezeltje rijden en er kwamen steeds mee speeltuinattracties.

In de crisisjaren werd met de hand een roeivijver uitgegraven. Het hotel met speeltuin en roeivijver en een enorm terras in een bomentuin, was vele tientallen jaren een enorme trekpleister voor bussen met schoolreisjes en bejaarden. Het was niet ongebruikelijk dat er dagelijks 60 bussen De Nachtegaal aandeden en aan heel veel van die schoolreisjes heb ik nog zelf ijs verkocht. Alle 120 kinderen van een school kregen dan nog een vers schepijsje voor ze terug de bus ingingen.

Toen mijn oma in 1951 kwam te overlijden, werd de nachtegaal voortgezet door de dochter Fien die getrouwd was met Karel Euwens en werd de naam vervolgens aangepast. Uiteindelijk heeft de jongste dochter Carla en haar man het nog enige jaren overgenomen, maar na een grote brand werd de zaak niet meer heropend en startte de ABC corner in het pand. Overigens zijn aan buitenkant van het pand nog veel zaken gebleven zoals ze waren. Het bomenterras werd parkeerterrein en een deel van de speeltuintoestellen zijn nog altijd te zien en te gebruiken in het Openlucht Museum in Arnhem.

Voor mensen die nog meer willen weten over de familie Peulings verwijs ik naar de stamboom van Peulings op my heritage. In 2020 staat een boek gepland over het geslacht Peulings.
Truus zei op 5 mei 2019 om 19:37
Een mooi verhaal, maar wij waren erg benieuwd wanneer, in welk jaar, de speeltuin gestopt is!
Geert Peulings zei op 6 mei 2019 om 09:51
Helemaal precies weet ik dat nu niet. Zou het bij mijn nicht na moeten vragen. Op het moment dat zij de zaak overnam, hebben zij zicht geconcentreerd op het café restaurant en zich niet meer bekommerd om de speeltuin. Het zal ergens rond 1980 zijn geweest
Vincent zei op 29 juni 2019 om 10:58
Ik ben opgegroeid niet ver van de speeltuin. Zo af en toe nam moeder ons mee naar de speeltuin als een speciale verassing: dat was heel bijzonder.

De schommel die je op de tweede foto ziet hoorde bij de speeltuin: dat waren de metalen schuitjes, zilver en rood geverfd, waar anderen hier over geschreven hebben. Je kunt de houten afrastering eromheen zien: dat was geen overbodige luxe: de schuitjes gingen hoog en hard and als je erdoor geraakt werd zou dat zeker een ernstig ongeluk geweest zijn.

Jaren later heb ik delen van de speeltuin teruggezien in het openlucht museum in Arnhem. De minder gevaarlijke speeltoestellen waren een voorbeeld van hoe speeltuinen eruit zagen in de jaren '30-'50. Wat later was dat ook weer verdwenen, misschien omdat zelfs de veiligere speeltoestellen te gevaarlijk waren geworden. Toen ik de groen geverfde metalen buizen van de wip daar zag kon ik me de smaak van bloed in mijn mond herinneren: een bezoekje aan de speeltuin in Velp was altijd onlosmakelijk verbonden met kleine verwondingen en ongelukjes: een open knie, tand door de lip etc. Een nat pak was een standaard deel van dat pakket: de houten loopbrug door het water zat altijd onder de algen en was spekglad, dus een slippartij in het groene water eindigend op de betonnen rand, houten bielzen of metalen kettingen was onlosmakelijk met een bezoekje aan de speeltuin verbonden. Maar ondanks dat kan ik me geen grote ongelukken herinneren.

Je leerde snel wat wel en niet kon. De houten glijbaan was hoog en snel en spectaculair, maar je moest er altijd op een van de jute matjes af. Je hoefde maar een keer zonder matje te gaan om uit te vinden hoeveel spijkertjes and splinters uit het hout staken.

De roeivijver achter de speeltuin was 's zomers een attractie als roeivijver. In de winter, als het vroor, was het ook de plek waar de lokale jeugd schaatste. Ik heb daar op mijn botjes leren schaatsen in de jaren '70. Er was een eilandje in het midden waar 's zomers een fontein spuitte. In de winter schaatste je daar om heen: hoe slechter je kon schaatsen hoe dichter je bij het eilandje bleef.

In de vroege jaren 70 had the Nachtegaal nog een andere attractie: een aantal jaren was er een friet machine: je gooide er munten in, en dan produceerde de machine een kartonnen punt met friet! Dit was niet lang na de eerste maan landing. Als kind was dit het toppunt van de vooruitgang en technologische ontwikkeling! Wat moet je nou op de maan, maar een machine die friet voor je maakt, daar heb je nog eens wat aan! Lang heeft het niet geduurd, en eigenlijk was de friet van Tien Koolen in de friettent aan de andere kant van de weg veel lekkerder.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 2 juli 2019 om 10:00
Bedankt voor je vrijmoedige reactie, Vincent! Met zeer veel plezier gelezen!

Mooi om te lezen hoe vroeger veel meer de "boem-is-ho"-methode werd toegepast. Geen rubberen tegels of andere aanpassingen, maar zoals jij zegt: een bezoekje aan de speeltuin in Velp was altijd onlosmakelijk verbonden met kleine verwondingen. Je voorbeelden maken vast ook veel herinneringen bij anderen los, lijkt me zo.

Het meest moest ik lachen om het toppunt van technologische vooruitgang: de frietmachine. A small step for men... naar de friettent van Tien Koolen ;)
Vincent zei op 3 juli 2019 om 00:18
Dank Marilou

Nou, in de praktijk was boem alleen ho als je nat werd, bloed op je kleren kreeg of ons mam het zag gebeuren.

Je kunt op de fotoos zien waar het frietmachien stond: in de derde foto zie je rechts van de kiosk een ruitvormig houten traliewerkje. Dat was een soort van prieeltje waar altijd iets instond waar je munten in kon gooien. Heel vroeger was het iets wat bewoog (ik kan me niet herinneren wat dat was), maar dat werd later een softijs machine, die voor enige tijd plaats maakte voor het frietmachien. Ik denk dat het tussen 1971-73 is geweest.

Hier is een foto van de loopbrug in de speeltuin.
https://www.flickr.com/photos/brabantbekijken/4706003790
In mijn herinnering is de loopbrug een stuk groener
Geert van Jan van .... etc. zei op 3 juli 2019 om 10:53
Ik kan me niet herinneren dat er ooit een automaat in het prieeltje heeft gestaan. Er stonden diverse automaten bij de zijkant van het hotel. Onder andere een met een kip die dan een plastic ei legde met snoep en een verrassing erin. Er was ook een Donald Duck die op en neer bewoog en er waren automaten waar je naar een stomme film kon kijken. Tot aan de tijd dat mijn vader daar in de kiosk ijs verkocht en dat is zeker tot 1970, mocht er op het terrein geen ander ijs verkocht worden.
Vincent zei op 3 juli 2019 om 13:16
Dank Geert

Ja, een kip, dat was het! En de filmpjes. De waren altijd hetzelfde en in die tijd al wat ouderwets, dus keek je daar een keer na en daarna liep je eraan voorbij.

Het is best mogelijk dat mijn kinder herinneringen dingen ingvuld hebben of incorrect zijn.

Dit is na 1970 geweest denk ik, mijn beste schatting is 1973, misschien eerder. De ijmachine verscheen, mogelijk nadat de kiosk minder vaak open was of misschien zelfs dicht was: dit waren al de jaren waarin de speeltuin wat minder onderhouden werd. Ik had een discussie met mijn broer gehad over de machine, waarbij hij stellig beweerde dat ik het mis had omdat daar een ijmachine stond, en friet machines bestonden niet, vond hij. We gingen op onderzoek. Ik herinner me dat ik mijn fiets daar neer zette, vlak bij de kiosk en in mijn herinnering zie ik die machine tegen de achtergrond van de ruitjes van het prieel. Ik herinner me de opluchting dat het, inderdaad, een heuse frietmachine was, die we dus ook onmiddelijk uitprobeerden. Maar heel best mogelijk dat ik dat de locatie in het prieeltje later ingevuld heb

Het frietmachien was een grote, metalen kast met een glazen luikje waar de friet in verscheen. Frit-o-matic heette het.
Geert van Jan van .... etc zei op 3 juli 2019 om 13:31
Ergens na 1970 werd de kiosk gesloten. Dat kan wel vrij snel daarna zijn. Mogelijk dat het prieeltje daarna daarvoor werd gebruikt. Na de sluiting van de kiosk ben ik er tot 2010 nooit meer geweest.
Anja Jansen zei op 27 augustus 2019 om 13:58
Mijn vader, Toon (Tontje in de volksmond) Jansen heeft lang bij de Nachtegaal gewerkt als ober naast zijn dagelijkse baan. Wij woonden in het twee - onder - een - kapwoning naast Harrie Linders, de kruidenier. Na school kropen we door het gaas de speeltuin in en schommelden in de grote kuipschommels, zo hoog dat we bijna rond zwaaiden. We gleden van de hoge, houten glijbaan en renden in de houten ton. Van Jan Peulings kregen we een ijsje, zo’n heerlijk softijsje met échte slagroom. ‘s Zondags ‘vergat’ mijn vader weleens de huissleutel. Dan mochten we van m’n moeder die wel even naar ons vader brengen, liepen dan op het paadje dat naast de Bosche baan lag, en dan kregen we een ijsje van vader. Wat een feest was dat.
Geert van Jan van Grad .....etc. zei op 27 augustus 2019 om 17:58
Kan met Tontje Janssen nog goed herinneren van de Nachtegaal maar heb me nooit gerealiseerd dat we kennelijk ooit zo dicht bij elkaar woonden. Wij woonden twwe huizen verder in de eerste van de tweekapper die ernaast stond, Ik had de twee huizen samen ooit nog kunnen kopen voor 10.000 gulden. Onvoorstelbaar, dat was in 1971.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 28 augustus 2019 om 09:32
Prachtige herinneringen, Anja! Dat bijna rondzwaaien in een kuipschommel moet vast bij veel mensen bekend voorkomen. En wat een voorrecht om zo'n 'vergeten' sleutel te mogen brengen; ik kan me de vreugde daarover goed voorstellen.

En Geert, wat een toeval dat je op deze plek erachter komt dat je zo dichtbij elkaar woonde. Ik kan me trouwens wat betreft die tweekapper voorstellen dat je nu nog wel eens denkt: had ik destijds maar... Of werkt dat zo niet?
Arjen zei op 30 augustus 2019 om 10:41
Die automaten met stomme films kan ik me ook herinneren. Ze stonden inderdaad aan de zijkant van het hotel. Wij kwamen helemaal uit Nijmegen fietsen om naar de speeltuin te gaan. Ik praat hier over de jaren midden-vijftig van de vorige eeuw. Op onze gammele fietsen was dat nog een hele tocht. Wat ik me nog goed kan herinneren is dat er een vliegtuig op een paal was. Hoog boven de grond. Een tweedekker. Ik geloof een Tiger Moth. Kan iemand van de lezers zich dit vliegtuig nog herinneren? Een foto zou leuk zijn.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 30 augustus 2019 om 20:24
Ah bedankt voor je berichtje, Arjen. En mooie oproep wat betreft het vliegtuig. Klik anders eens hier: https://www.bhic.nl/ontdekken/verhalen/en-dan-gaan-we-naar-de-speeltuin

Staat het vliegtuig daar nou helemaal boven?

(Laat jouw vraag trouwens gewoon staan hoor: kunnen mensen dit herinneren, of zijn er meer/betere foto's? Van harte welkom!)
Geert Peulings zei op 31 augustus 2019 om 18:26
Historisch gezien kan dit allemaal niet kloppen. De hier bedoelde foto is uit de beginjaren dus dat zou eind jaren 20 of begin 30 geweest moeten zijn toen het hotel nog Den Tol heette. De naamsverandering naar de Nachtegaal dateert uit tussen 1930 en 1935, in elk geval nog voor de dood van Grad Peulings in 1937. Dat vliegtuig op de glijbaan (die overigens later omgedraaid is) heb ik nooit gezien en ik ken(de) er ook geen enkele foto van. Ik kan me dan ook niet voorstellen dat dit vliegtuig er in het midden van de vijftiger jaren nog zou zijn geweest.
Arjen zei op 31 augustus 2019 om 20:10
Hier is een correctie op z’n plaats. Het gaat helemaal niet om het vliegtuigje boven op de glijbaan. Het gaat hier om een “echt” vliegtuig. Een tweedekker (Tiger Moth) op een stalen paal. Vrij hoog boven de grond. De neus van het toestel stond in de richting van Den Bosch. Verboden in te klimmen. We deden het toch. Toen de speeltuin sloot voor die dag liep een man door de speeltuin. Hoogstwaarschijnlijk om te controleren of iedereen vertrokken was. We durfden niet te bewegen. Toen hij weg was zijn we naar beneden geklommen en als een haas met onze fietsen richting huis vertrokken. Het lijkt een fantastisch verhaal, toch is het waar gebeurd. Midden vijftiger jaren.
Geert Peulings zei op 4 september 2019 om 15:00
Nu ben ik ook erg benieuwd waar dit vliegtuig precies gestaan moet hebben. Ik heb het er nooit gezien (ben van 1953) en ik heb er ook nooit een foto van gezien, noch mijn vader er ooit over gehoord.
Anja Jansen
Anja Jansen zei op 9 september 2019 om 11:04
Ergens, heel diep in mijn geheugen, herinner ik me ook nog een beeld van een vliegtuig. Ik ben ook van 1953 Geert. We hebben in de twee-onder-een-kap-woning naast Harrie Linders getoond. Aan de andere kant woonde Verhaak, Roos Verhaak. Mijn vader en moeder legden weleens een kaartje met jouw vader en moeder. Tot mijn achtste hebben we op de Bossche Baan gewoond, daarna verhuisd naar de Bronkhorstweg. Later, heel veel later, werkten mijn en jouw vader in De Bergen te Wanroy, jouw vader runde de kampeerwinkel en mijn vader de horecafaciliteiten. En weer heel veel later ben ik op de Arnoud van Gelderweg gaan wonen en daar ontmoette ik natuurlijk je vader en moeder in de snackbar. Vriendelijke mensen. Afijn, dit alles heeft niets met het onderwerp te maken, maar ja, ook dit is geschiedenis.
Anja Jansen zei op 11 september 2019 om 23:05
Sorry Geert, ik heb me enorm vergist in de campingwinkel: dat was niet jouw vader maar dhr. Wolters.
Bert Peters zei op 13 november 2019 om 13:22
Het was traditie om èèn keer per jaar , met ons gezin en mijn ouders, per fiets vanuit Wijchen naar Velp te fietsen. In eerste instantie naar de "kleine"speeltuin, want De Nachtegaal was voor ons nog " veel te groot !" Ik herinner mij de witte houten afrastering bij de ingang met stoeltjes en tafeltjes waar wij een flesje chocomel kregen. Ook de bruine houten draaimolen die nooit stil stond en eindeloos langzaam draaiend voort ging. De kettingbrug met water was zo spannend en... die oude rode fietsendraaimolen. De rode schommel schuitjes en de chineese schommel. Later gingen wij naar de Nachtegaal met vijverbootjes. Zo,n leuke herinneringen aan. Ook het jaarlijkse schoolreisje eindigde prompt met een bezoek aan deze speeltuin waar we van onze laatste centjes nog net een lepeltje in plastic doosje konden kopen voor moeders! Ik herinner mij de lampjes verlichting over het hele terrein en de souvenirkiosk. Kassian, alles verdween.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 13 november 2019 om 15:00
Ah, wat mooi beschreven, Bert! Dat heeft duidelijke diepe indruk op je gemaakt. Nooit een tand door je lip gevallen, of misselijk geworden van de schommelschuitjes? Of heb je er gewoon echt de tijd van je leven gehad?
Geert van Jan van Grad ... zei op 18 november 2019 om 13:40
Ongevallen waren er altijd wel. Meestal bleef het beperkt tot schaafwondjes en een kapotte knie. De houten glijbaan werd afgegaan zonder matjes en vaak in korte broek of jurk. Dat leidde nogal eens tot flinke splinters in de bovenbenen. Maar goed dat mijn vader EHBO had. Zelf ben ik een keer 's avonds laat toen er niemand meer was uit een roeibootje gevallen en kon er niet terug in. Ik kon niet zwemmen en durfde het bootje niet los te laten. Na "een eeuwigheid roepen" werd ik gered door Toon Siebers doe achter de roeivijver woonde. Het enige serieuze ongeval wat ik me herinner was een jongen die een van de schommelschuitjes tegen zijn hoofd aan kreeg. Het was een flinke hoofdwond en naar later bleek een hersenschudding, maar Cor Adriaans en de ambulance moest er toch aan te pas komen.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 18 november 2019 om 19:36
Nou Geert, zo'n gebeurtenis met een bootje lijkt me toch ook niet in de koude kleren gaan zitten... heb je daarna zwemles genomen, of had je er geen 'last' meer van?

En is Cor Adriaans een begrip uit die tijd? De huisarts wellicht? Praat je ons nog even bij? Bedankt alvast!
Geert zei op 24 november 2019 om 17:10
Ja later wel zwemles gehad op school, maar was vroeger nooit een held in het water. De vijver was echter niet zo diep. Had er bijna kunnen staan. Cor Adriaans was vroeger onze achterbuurman in Velp en later woonde hij in Grave in dezelfde straat als wij. Hij deed taxi, ambulance en uitvaarten.
Albert
Albert zei op 25 november 2019 om 16:35
Marilou, het klopt dus wel, dat ik de firma Adriaans kende als begrafenis onderneming. Nu wil ik nog graag de voornamen weten van de genoemde heer Hulsman op de foto om hem te plaatsen in de genealogie van mijn moeder Maria Hulsman.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 26 november 2019 om 09:32
Uiteraard Albert, ik twijfel ook zeker niet aan jouw herinneringen - die zijn maar al te vaak zeer betrouwbaar gebleken.

Nu kan hopelijk iemand hier meer vertellen over de voornamen van meneer Hulsman? We horen het graag!
Geert zei op 27 november 2019 om 11:19
Marilou, ik denk inderdaad dat dit dezelfde Cor Adriaans is, alhoewel het een foto is uit een tijd waarin ik hem niet kende. Volgens mij was Cor een aantal jaren ouder als mijn vader (en die was van 1925). Ik ben van 1953 dus ken Cor als een man van boven 45 jaar en op deze foto is hij veel jonger.

Overigens een ander historisch aspect, Anja Janssen had het er ook al over dat er in de buurt vaak een kaartje werd gelegd. Mijn ouders, die van Janssen, Adriaans en Siebers. Ze speelde allemaal het mooie oude kaartspel tachtigen. Waar die naam vandaan komt weet geen mens want het getal tachtig komt op geen enkele manier voor in dit spel. Het werd ook wel "hogen" (spreek uit heugen) of opbieden genoemd en is een variant op klaverjassen, maar heeft ook bepaalde trekken van het rikken. Jammer dat bijna niemand dit spel meer speelt.
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 27 november 2019 om 12:55
Bedankt voor je toelichting, Geert. Dan houden we het inderdaad op dezelfde Cor Adriaans; alles wijst daarop.

Fascinerend trouwens, dat kaartspel van vroeger. Werd er nog ergens om gespeeld, of was het puur de gezelligheid? En speel je het zelf nog wel eens?
Geert zei op 28 november 2019 om 11:52
Vroeger speelde ik met mijn ouders en kennissen uit Grave. Later nog met mijn moeder en de zoon van een van die kennissen. Een aantal jaren ook met mijn kinderen, mar sinds die het huis uit zijn dus maar heel zelden.

Er werd gespeeld om geld. Je moest bieden op een aantal punten dat je dacht te halen in de slagen, samen met een maat (de vraagaas). Voor iedere 10 punten die je meer haalde dan het gedane bod kreeg je een cent en je maat ook. Voor iedere 10 punten die je te kort kwam betaalde je twee cent en je maat ook. Was het echter meer dan 50 punten tekort dan had je onverantwoord hoog geboden en moest jij ook voor je maat betalen. Toen de cent alsmaar minder waard werd, werd het bedrag verdubbeld, maar met de invoering van de eurocent, gingen we weer terug naar 1 cent bij winst en 2 cent bij verlies.

Het ging zeker niet om wereldbedragen, maar er kon wel een "wereldoorlog" ontstaan als de maat 'er langs kaartte' en er zo een zekere winst verloren ging. Soms werd er tijdens het spel langdurig gebuurt en dan riep een van de spelers: "Wordt er nog gekaart? Want ik krijg een stieve duum van het kaarten vasthouden."
Marilou Nillesen
Marilou Nillesen bhic zei op 28 november 2019 om 13:23
Haha, prachtig verwoord, Geert, ik krijg een heel goed beeld hoe dat er aan toe moet zijn gegaan. De oplopende spanning als je maat telkens onderpresteert, maar ook het veelvuldig geklets dat bij anderen dan weer reacties uitlokt.

Mooi beschreven hoor. Als je kinderen het lezen, krijgen ze vast ook weer zin een kaartje met je te gaan leggen (gok ik zo, maar ik zet er maar geen geld op in ;) )

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen