skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

De Commissaris van de Koningin over Terheijden

Rien Wols
Rien Wols Bhic
vertelde op 2 april 2009
bijgewerkt op 29 augustus 2018
Tussen 1894 en 1928 was Mr. A.E.J. baron Van Voorst tot Voorst Commissaris van de Koningin in Noord-Brabant. Een van zijn taken was het regelmatig bezoeken van alle gemeenten in de provincie. Van die werkbezoeken hield hij nauwkeurig verslag bij. Dit had hij in al die jaren over Terheijden te melden:

Nieuwsgierig naar zijn handgeschreven tekst? Lees die dan hier.

Terheijden

Den 30n Mei 1896 bezocht ik de gemeente Terheijden. Ik reed van Breda per rijtuig naar deze gemeente, en kwam daar te omstreeks negen uur aan. De heele gemeente had gevlagd; voor het raadhuis stond de harmonie met haren beschermheer, den notaris Wolters. Op het rijk met groen versierde raadhuis vond ik B. en W. met wie ik mij onderhield tot het uur dat mijne audiëntie moest beginnen. De burgemeester deelde mij mede, dat hij vermoedelijk spoedig als zoodanig zou bedanken, en recommandeerde mij eventueel den wethouder Van Dijk als zijn opvolger.

Op de audiëntie verscheen de Katholieke en Hervormde geestelijkheid en notaris Wolters, alleen om hunne opwachting te maken. Na de audiëntie bezochten we de Katholieke kerk, eene mooie gothieke kerk uit de vijftiende eeuw. Na geruimen tijd in handen van protestanten te zijn geweest, en gedeelteijk door hen te zijn verknoeid geworden, zijn de Katholieken weer in het bezit getreden, en hebben de kerk gerestaureerd en zeer mooi in orde gebracht.

Daarna ging ik naar de openbare school, waar ik een les in natuurkunde bijwoonde; het hoofd, sinds ± één jaar aan die school verbonden, had blijkbaar het oor zijner geheele klasse. Terwijl ik door de andere klassen liep, en mij in de laagste klasse een oogenblik ophield, had het hoofd de kinderen uit de andere klassen in den gang opgesteld en liet hij mij een Wilhelmus toezingen. De burgemeester (die mij een collation had aangeboden, waarvoor ik bedankt had) deed veel moeite om mij bij zich aan huis te krijgen, om mij een collectie porcelein te laten zien; te vergeefs! Ik verliet om elf uur Terheijden en reed over Zevenbergschen Hoek en Lage Zwaluwe naar Hooge Zwaluwe.

Toen ik des avonds van Made, over Wagenberg en Terheijden naar Breda terugreed, vond ik in Wagenberg de harmonie van Wagenberg opgesteld, om mij nog eene serenade te brengen. Ik onderhield mij een oogenblik met den wethouder Biestraten (die te Wagenberg woont, en wiens werk het was, dat ik daar de harmonie nog vond) en den pastoor, den Heer Roels, en reed toen naar Breda. Onderweg vond ik de heele bevolking voor de huizen of op straat, om mij nog eens te begroeten. De administratie, zoowel die van den secretaris als die van den ontvanger, wordt, blijkbaar met kunde en nauwkeurigheid gevoerd. Dat neemt echter niet weg, dat er toch nog enkele kleine op- en aanmerkingen vielen te maken.

Den 1 September 1900 kwam ik weder te Terheyden. Zes leden van den raad, onder welke de burgemeester en de wethouder Van Dijk wonen te Terheyden; vijf leden, onder wie de wethouder Biëstraten, wonen op Wagenberg. Op mijne audientie verscheen notaris Wolters; op mijn verzoek gaf hij mij nadere toelichting omtrent zijn ruzie met den burgemeester Loonen, naar aanleiding van stukken in De Avondster, van welke stukken de burgemeester meende, dat Wolters de schrijver was. De burgemeester had aan Wolters ongelijk bekend, en excuus gevraagd; daarmede was de zaak uit geweest.

De wethouder Van Dijk zou in die zaak een valsche rol hebben gespeeld; hoewel Van Dijk wist, dat Wolters de schrijver niet was, had hij toch aan den burgemeester verteld, dat Wolters de auteur was: Van Dijk had daarmede de bedoeling een brouille te verwekken tusschen burgemeester en notaris. Aangezien de burgemeester bereids overhoop lag met den pastoor zou daardoor de positie van den burgemeester onmogelijk worden; hij zou moeten bedanken, en Van Dijk was dan de aangewezen opvolger.

Van Dijk is looier van zijn ambacht; hij is ongehuwd, en brengt, door zijn gedrag, zich zelven meermalen in opspraak; hij loopt heel veel in herbergen, in welke hij heelemaal niet moest komen, omdat de vrouwen er eene bijzondere slechte reputatie hebben. Burgemeester Loonen is van Terheyden geboortig; hij had geen fortuin; door den invloed van den vorigen pastoor, Smits, een broeder van het toenmalige lid van de Eerste Kamer, was hij benoemd tot burgemeester van Terheyden. Hij huwde later met eene vrouw, welke hem ± f. 80.000 aanbracht; hij deed gekke dingen, en collectioneerde vooral porcelein; van de f. 80.000 is geen f. 10.000 meer over.

Loonen is ofwel geen ernstig man, ofwel, een van de vijf is soms bij hem op den loop. Er had zich eene commissie gevormd om Terheyden aan een tram te helpen; Van Wessem, de directeur van de Zuid Nederlandsche, kwam over, om met de commissie den weg op te nemen. Na afloop zouden zij ten huize van den burgemeester rapport komen brengen. Toen de Heeren bij hem kwamen, liet hij hen niet aan het woord komen; hij sprak uitsluitend over zijn porcelein; en zonder van de tram te hebben kunnen gewagen, moesten de Heeren weer vertrekken. De invloed van Loonen is in de gemeente zeer gering; daarom doet hij er betrekkelijk weinig kwaad. Tot zooverre notaris Wolters.

Na hem kwam pastoor Van Aert op audientie; ofschoon voorzichting in zijne uitdrukkingen, erkende hij toch geheel de juistheid van wat Wolters verteld had; zou Loonen bedanken, of moest hij springen, dan vroeg hij, dat v. Dijk niet benoemd zou worden, maar dat er een vreemde burgemeester mocht komen. Loonen was vroeger leerlooier; hij leerde het vak bij den vader van zijn tegenwoordigen wethouder Van Dijk.

Ongeveer 30 peemeiden uit Wagenberg werken op de suikerfabriek te Breda; zij blijven de heele week in Breda, wonen daar in kotten, werken afwisselend bij ploegen en keeren des Zaterdags avonds naar Wagenberg terug. Haar werk bestaat in het vullen der manden, bij het lossen der schepen; in de fabriek worden geen vrouwen te werk gesteld. Zij slapen thans in afzonderlijke keten; vroeger lagen ’s nachts de jongens en meiden bij elkaar in ééne keet. Zij leeren drank drinken en gaan zedelijk achteruit. Ook op de suikerfabriek te Zwartenberg werken onder dergelijke omstandigheden vele “peemeiden” uit Wagenberg.

Medewerkers Stoomluciferfabriek De Vlinder van Ch. Loyens werkzaam in de houtzagerij (collectie Stadsarchief Breda, 19980826)

Op de lucifersfabriek te Teteringen werken ± 30 personen, meestal jongens en meisjes beneden de 16 jaren; zij gaan om 5 uur ’s ochtends van huis en komen ’s avonds om 8 uur weer terug. Groote bezwaren, wat zedelijkheid betreft, werden daardoor tot heden niet ondervonden. De suikerfabriek “Zwartenberg” ligt op de grens van 3 gemeenten: Terheyden, Leur en Zevenbergen. De houtzagerij van Aerden ligt in diezelfde buurt, uitsluitend op grondgebied van Terheyden.

Ik verweet den burgemeester, dat hij inzake de vraag of een weg publiek was of niet, nadat G.S. op advies van het gemeentebestuur dien weg als publieken weg hadden gehandhaafd, de kinderen Berende (die aanspraken op dien weg hadden doen gelden en door G.S. in het ongelijk waren gesteld) geraden had, om advies te vragen bij Mr. Van Dam; ik zeide hem, dat het zijn plicht was geweest, een verzoenend woord te spreken, in plaats van het vuurtje aan te blazen en een proces uit te lokken.

Hoofdstuk X (armwezen) van het verslag over 1899 was beslist verkeerd ingevuld; ik wees B. en W. daarop, evenals ook op het feit, dat het verslag omtrent hoofdstuk IX (onderwijs) onvolledig was, en zelfs geen melding maakte van het bestaan van twee bijzondere scholen voor meisjes, eene te Wagenberg en eene te Terheyden! Te Wagenberg komen er heel geen meisjes op de openbare school; te Terheyden slechts drie.

Toen de Heer Loonen den 10 Mei 1901 door mij opnieuw als burgemeester beëdigd werd, heb ik hem over zijne tekortkomingen ernstig onderhouden, en hem gedreigd, hem als burgemeester te zullen laten springen bij het minste, wat hij weer zou misdoen.

Den 21 Juni 1904 kwam ik weer in Terheyden; ik reed er vanuit Breda heen, en bezocht denzelfden dag nog Teteringen en Oosterhout. Sinds de lijn Breda-Moerdijk tot stand kwam, gaat Terheyden sterk achteruit; er rijden nu geen diligences meer van v. Gend en Loos. Vroeger waren er zeker een tiental woningen, die ruim f. 200 huur deden, en waarin gepensionneerde generaals enz. woonden. Thans is er geen enkele gepensionneerde meer, en doen die woningen een huur van f. 60 tot f. 80.

De bevolking is bijna uitsluitend Katholiek; er zullen ± 150 Protestanten wonen, meest allen arme menschen. Maar er is altijd een dominee op een Rijkstractement van f. 900 + f. 300 van de gemeente. Ik heb er bij B. en W. sterk op aangedrongen, dat zij het onderhoud der waterleidingen ten laste der gemeente zouden nemen; het ging er bij de Heeren niet best in. Sinds ± 10 jaren is Dr. Kok belast met de geneeskundige armen praktijk; men is over hem zeer tevreden.

Er is weinig werk in de gemeente; bevolking is daardoor gedwongen buiten de gemeente werk te zoeken. Uit Wagenberg gaan vrouwen en meisjes (de zoogenaamde peemeiden) op de suikerfabrieken werken; uit Terheyden gaan er velen naar de lucifersfabrieken in Teteringen. Eene fabriek van kunstwol (grondstof zijn lompen) werd vanuit Ginneken naar Terheyden verplaatst; deze werkt goed, en geeft nog al werk. Broodsgebrek wordt er door niemand geleden.

Volgens B. en W. laat de moraliteit van de bevolking veel te wenschen over: veel dronkenschap, veel vechten enz. Er zouden echter niet meer dan 8% gedwongen huwelijken voorkomen, en 2% onwettige geboorten. Burgemeester Loonen maakt den indruk van een geheel versleten man; het is, alsof hij zit te slapen. Hij ligt overhoop met den wethouder Van Dijk; deze doet het mogelijke om en évidence te komen en den burgemeester te verdringen.  Zoo liet Van Dijk, toen er een bezoldigd ambtenaar van den Burgerlijken Stand moest benoemd worden, zich als zoodanig benoemen, terwijl de burgemeester tot plaatsvervanger benoemd werd, iets waarvoor deze begrijpelijkerwijze bedankte. Van Dijk zou gedreigd hebben als lid van de Gezondheids Commissie het een pr raadsleden te zullen lastig maken, als ze hem niet benoemden tot ambtenaar v.d. burgerlijken stand. Aldus notaris Wolters, die, evenals de plaatselijke geestelijkheid op audientie kwam, en verder niets bijzonders te vertellen had.

Bij zijn beëdiging (8 Mei 1907) na zijne benoeming klaagde burgemeester Loonen steen en been over wethouder Van Dijk, door wien hij op alle manieren werd tegengewerkt. Volgens hem zou Van Dijk sterk misbruik van drank maken, en zelfs tot tweemaal toe een aanval van delirium gehad hebben, laatstmaal in 1904, als wanneer hij door broeders van Johannes de Deo uit ’s Bosch was verpleegd. Van Dijk had al het mindere volk, vooral dat uit Wagenberg, heelemaal op zijn hand.

Den 7 Mei 1908 kwam ik weer in de gemeente. Ter audientie verschenen pastoor en kapelaan van Terheyden; zij hadden niets bijzonders te vertellen; en notaris Wolters, van wien ik vernam, dat het den menschen in Terheyden niet goed gaat, doordat er geen tram is. Menschen, die zaken willen gaan doen, vestigen zich buiten de gemeente; ambachtslieden enz, die veel in Breda werk vinden, begint het heen en weer fietsen te vervelen; zij gaan in Breda wonen.

De boeren maken echter goede zaken; vooral de boeren te Wagenberg; die hadden uitstekende jaren en bleven oudvaderlijk eenvoudig; vandaar, dat ze sterk vooruit gaan. De melk uit Wagenberg wordt daar geleverd aan de roomboterfabriek van Damen; Verschuren uit Oosterhout laat groote wagens loopen in Terheyden, om daar de melk voor zijne margarinefabriek in ontvangst te nemen.

Nog geen tram; men hoopt op Van Marle; die schijnt zelf vertrouwen in de zaak te hebben, en op finantieelen steun te kunnen rekenen. Althans: hij deed groote uitschotten voor het opmaken der plannen, en vroeg tot nu toe geen cent vergoeding. De Bredasche tram: directeur Loder, president-commissaris wethouder Fick uit Oosterhout, deed het mogelijke om Van Marle tegen te werken en te voorkomen, dat men aan Van Marle concessie gaf; de heeren beloofden zelve den tram te zullen bouwen, maar meenden daarvan blijkbaar niets.

Er heeft zich eene nieuwe industrie in Terheyden gevestigd, nl eene kunstwolfabriek, uit oude lompen wordt het katoen, het linnen enz chemisch verwijderd, zoo dat alleen de wol overblijft; deze wordt gezuiverd, geverfd en gaat dan naar Tilburg; met nieuwe wol vermengd wordt die dan weer in de weverijen verwerkt. Vooral wanneer de wol duur is, zijn de verdiensten van die fabriek schitterend; hoewel geen groote zaak, schatte notaris Wolters de verdiensten op 7 à 8 mille.

Aerden is een uitstekend werkgever; ten behoeve van zijn werkvolk gaat hij eene hulpkerk bouwen, welke zal bediend worden van uit Slikgat door de paters Capucynen. De burgemeester was omtrent schier alles bijzonder slecht op de hoogte; hij werd bij zijne antwoorden voortdurend getikt door zijne wethouders. De Heer Haagh uit Wagenberg maakte een aangenamen indruk.

Den 30 Maart 1912 kwam ik weer in Terheyden; vanuit het hotel “de Kroon” te Breda was ik per auto eerst naar Zevenbergen gegaan; daarna naar Terheyden en eindelijk naar Teteringen, van waar ik naar Breda terugkeerde. Op mijne audientie verscheen notaris Wolters, die mij kwam bedanken, voor wat ik gedaan had voor zijn broer te Heesch. Ik deelde hem mede, dat het Kamerlid De Kanter aan het Gouvernement te ’s Bosch inlichtingen gevraagd had, inzake de klacht van Vos tegen den burgemeester van Heesch, en dat het aan mijne informaties te danken was, dat de Tweede Kamer, op voorstel van de Kanter, het advies van Vos voor kennisgeving had aangenomen. Pastoor Mies en Kapelaan De Kerf kwamen eenvoudig hunne opwachting maken.

Van B. en W. vernam ik dat gemeente niet meer achteruit gaat, maar dat nog veel menschen buiten de gemeente hun brood moesten gaan verdienen; vele metselaars (misschien wel 50) werken voortdurend in Breda; vele arbeiders werken te Breda bij de hoveniers; vele polderwerkers werken op groote werken buiten de gemeente.

De firma Jansen en Storms te Wezep heeft, in combinatie met de firma Johan Völcker te Veghel, eene fabriek opgezet te Wagenberg. Vanaf 1 April aanst. zal daar dagelijks 30.000 Liter ondermelk, afkomstig van de roomboterfabrieken te Wagenberg en te Zevenbergschen Hoek verwerkt worden. Het is ondermelk (de room is er afgeroomd) en kost per Liter 2 cent, vracht uitgesloten. Ze maken gecondenseerde melk, en laten het water verdampen; daaraan wordt 45% suiker toegevoegd. Het product gaat naar Engeland, en wordt daar door het volk op het brood gegeten; soms ook, na aangelengd te zijn met water, als drank genuttigd.

In die fabriek werken 16 menschen; directeur is de Heer Danussen eene Limburger. Terwijl de fabriek gemonteerd werd, was de Heer Storms voortdurend daar; hij wordt zeer geprezen. Vooral het vervoer van twee zware stoomketels, ieder van 25000 K.G. baarde veel zorg; ze werden te Moerdijk aangevoerd en vandaar per as naar Wagenberg vervoerd; voor het niet beschadigen van den provincialen weg waren uitgebreide voorzorgsmaatregelen genomen en was aan de provincie f. 2.000,- cautie gesteld. Het vervoer van den eersten stoomketel over een traject van anderhalf uur, duurde vijf weken; dat van den tweeden stoomketel drie weken.

De leden van den Raad wonen nog goed over de gemeente verdeeld; 6 in Terheyden, 5 in Wagenberg. Gemeente heeft geene waterleiding te onderhouden; daarvoor zorgen de polders; ten laste van gemeente komen slechts enkele brandslooten. Het gaat den boeren over het algemeen goed; het afgeloopen jaar was echter een kwaad jaar voor de weiboeren door het heerschen van het mond-en-klauwzeer. Door Schoenmaeckers uit Oosterhout werd eene – pas gesloten – tweejarige landbouwcursus gegeven, die door twintig leerlingen van zeer verschillenden leeftijd met veel belangstelling werd gevolgd. Te Wagenberg is een boerenbond; eene Boerenleenbank; te Terheyden schijnt men te slapen.

Te Wagenberg is eene roomboterfabriek, waar dagelijks 12.000 Liter melk verwerkt wordt; directeur dier fabriek op eene jaarwedde van f. 1.400 is een jongen uit Wagenberg. De fabriek van kunstwol te Terheyden werkt goed; 60 arbeiders. B. en W. op het hart gedrukt, om toch alle ten dienste staande middelen aan te wenden, om de jongens uit Terheyden de Ambachtsschool te Breda te doen volgen.

R.K. Parochiekerk St. Antonius Abt, Terheijden, 1917 (RAT, 88934)

Den 6den Augustus 1917 kwam ik weer in Terheyden; later ging ik nog naar Zevenbergen. De nieuwe burgemeester Van Hooff maakt een goeden indruk; hij toonde zich omtrent gemeentelijke aangelegenheden goed op de hoogte; voor zoover ik het kan beoordeelen, was zijne verhouding tot de wethouders goed.

Het Wilhelminakanaal trekt nogal industrie; sinds 1916 vestigde zich te Terheyden een betonfabriek (van Vriens); een terpentijnfabriek; twee groentedrogerijen (van Buys). Er is dan ook volop werk in de gemeente; nauw verband houdt daarmede groote woningnood voor de arbeidende klasse; tot nu toe werd er nog niet veel gedaan om daaraan te gemoet te komen: het bouwen is zoo duur!

De fabriek voor kunstwol maakte bijzonder goede zaken; naar men meent voor 3 ton O.W.er! De fabriek van Janssen en Storms + Johan Völcker mag sinds een maand of drie geen gecondenseerde melk meer maken; zulks verboden door de Regeering. De fabriek is thans ingericht geworden voor de vervaardiging van melkpoeder; die nieuwe installatie was eene affaire van f. 35.000 aan machines. Dat er aan die fabriek veel omgaat bewijst wel de omstandigheid, dat den vorigen winter de op het fabrieksterrein aanwezige hoeveelheid steenkool verzekerd was voor f. 30.000.

B. en W. deden erg hun best om den ontworpen locaalspoorweg Tilburg-Dongen-Oosterhout doorgetrokken te krijgen naar Terheyden; te Zwaluwe of Zevenbergschen hoek kon hij dan in den grooten spoorlijn vallen. Gemeente wordt reeds electrisch verlicht; het Raadhuis is ook al heelemaal in orde; vooral de gemeentesecretaris is erg dankbaar, dat hij goed licht kreeg, om op de secretarie te werken.

Den 22 Juli 1921 kwam ik weer in Terheyden en Breda. Ik werd ontvangen door de wethouders Nieuwensteeg (Terheyden) en Van Alphen (Wagenberg). Burgemeester Van Hooff had zich misdragen en werd deswege ontslagen; zijn opvolger moet nog benoemd worden. De Raadsverkiezingen brachten 6 nieuwe Raadsleden; van de elf wonen er 5 in Terheyden, 5 in Wagenberg en 1 in Slikgat (Lange weg). Eén arbeider, nl H.J. Diepstraten. Het Raadslid W.G. Rompa kwam in 1919 voor het eerst in den Raad; hij agiteert tegen alles en iedereen: hij was de man, die altijd oppositie voerde tegen Burgemeester van Hooff; thans ageert hij tegen de distributie-afrekening; tegen het deelnemen van de gemeente aan de waterleiding West-Brabant enz. Volgens de beide wethouders geheel ten onrechte; hij schijnt een onmogelijke man te zijn. In de keuze van zijn argumenten is hij niet kieskeurig; hij staat met de waarheid dikwijls op erg gespannen voet.

Ook in Terheyden maakt de industrie een moeielijken tijd door; de loonen van de arbeiders zijn dalende; zeer velen moeten buiten de gemeente hun brood gaan verdienen. In Terheyden werden 12 woningen gebouwd door eene bouwvereeniging; in Wagenberg 4. Met Rijkspremie zullen in Terheyden 2, in Wagenberg 3 woningen worden gebouwd. De beide wethouders maakten mij een goeden indruk; Nieuwensteeg is een Hollander, sinds 11 jaar in Terheyden woonachtig – wethouder Van Alphen is de directeur van de coöperatieve Roomboterfabriek St. Gomarus te Wagenberg.

Leerlooierij Rompa in Terheijden, 1914 (RAT, 88986)

Den 16 Juli 1925 kwam ik weer in Terheyden en Breda. Burgemeester Van der Meulen, die zijn verlof doorbracht bij zijne familie in Oldenzaal, was in verband met mijn bezoek naar Terheyden teruggekomen. Hij maakte mij een goeden indruk: kalm, goed op de hoogte van de zaken, zijn standpunt vastberaden, wel doordacht verdedigend; bij zijn verdediging was hij echter wel wat te lang van stof. Blijkbaar kon hij heel goed met zijn wethouders.

Terheyden gaat niet vooruit; in zielental was het in 1924 zelfs met 79 zielen verminderd. Er heerschte dan ook geen woningnood. Bij de Raadsverkiezingen is er veel strijd; alles gaat om persoonlijke quaesties. Bij de laatste Raadsverkiezing kwamen er 5 nieuwe Raadsleden. Van de Raadsleden zijn 7 burgers en 4 boeren. Voor Terheyden zitten 5 Raadsleden, voor Wagenberg 4 en voor Slikgat 2. Omdat hij zijn zin niet kon krijgen heeft Rompa als Raadslid bedankt.

Van de drie zoons van den oud-secretaris Beljaars is er één secretaris van Zundert, één secretaris en één ontvanger van Terheyden. De secretarie te Terheyden zag er vrij goed uit. Uit de kas van de gemeente werd aan het electriciteitsbedrijf f. 15.000 cadeau gedaan; toen de exploitatie een vrij hoog batig saldo aanwees – ruim f. 3.000 – werden de tarieven wat verlaagd. Op een Januari ll werd eene tweede verlaging doorgevoerd; er werd weer te veel petroleum gebruikt; dit hoopt men thans te voorkomen.

De warenkeuringsdienst werkt nuttig; vooral met de melk werd tevoren erg geknoeid. Van de waterleiding voelen de menschen blijkbaar niet veel; nog slechts 50 aansluitingen. Men kon nu de brandweer reorganiseeren, en schafte zoowel voor Wagenberg als voor Terheyden voor elk drie standpijpen met bijbehoorende slangenwagen aan.

Bij de Capucijnen in Slikgat gaan 150 à 160 leerlingen, verdeeld over 7 klassen. Geen werkeloosheid; geen armoede. De fabriek van gecondenseerde melk van Janssen en Storms te Wagenberg ging langen tijd slecht; het zou nu weer wat beter gaan. De houtzagerij van Aarden ging ook een tijd lang beroerd; thans ziet men weer wat meer houtwagens rijden, zoo dat het nu weer beter schijnt te gaan. De kunstwolfabriek van de weduwe De Beer gaat heel slecht. Mevrouw De Beer houdt de zaak aan en laat de fabriek draaien, om daar later een van haar zoons aan eene betrekking te kunnen helpen.

De autobusdienst Wagenberg-Terheyden-Breda wordt goed bediend. Hij is eene uitkomst voor de streek. De groote parochiekerk, in der tijd door den ouden Cuypers gerestaureerd, brandde voor drie jaar door blikseminslag af; alleen de muren bleven staan. Voor 2 ton verzekerd. Door den jongen Cuypers prachtig weer opgebouwd, gepolychromeerd enz. Ook bij deze kerk wordt de electriciteit toegepast; de klokken worden electrisch geluid; automatisch wordt ’s ochtends, ’s middags en ’s avonds, zoodra de klok slaat, de Angelus geluid.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.