Onderzoeker Bert van de Brandt kwam twee opmerkelijke overlijdensaktes tegen, waarbij de aangifte van overlijden werd gedaan door de Officier van Justitie van Breda. Bert ging verder op onderzoek en stuitte op een dramatisch artikel.
De jongetjes (twee broertjes van 9 en 6 en een 6-jarig vriendje) waren op woensdagavond 6 maart 1963 rond half zeven nog gezien spelend op de ijsschotsen in de haven van Raamsdonk. Daarna waren zij spoorloos.
Omdat de kinderen op het ijs in de haven waren gezien, werd uiteraard al het zoeken en speuren op de haven en directe omgeving gericht. Aanvankelijk geschiedde dit door buurtgenoten rond de haven. Pas op 21 uur werd de rijkspolitie ingelicht, die manschappen met schijnwerpers inzette. De hele nacht bleef men zoeken, echter tevergeefs.
Donderdagmorgen werd nog de hulp ingeroepen van de pontonniers van Keizersveer, in drie groepen van militairen werd begonnen aan een stelselmatig afzoeken van de haven en directe omgeving daarvan. Aan de havenmond bleef de rijkspolitie te water in de weer met de dreg. Intussen was een groepje militairen begonnen om de werkplaatsen, schuren en andere bouwsels in de omgeving van de haven nauwkeurig af te zoeken.
Om circa 12 uur 15 werd de lijken gevonden in een ijskast, bestemd voor inbouw in schepen. Deze kon evenwel niet van binnenuit geopend worden. Bij gebrek aan zuurstof zijn de kinderen de verstikkingsdood gestorven. De ijskast is in beslag genomen voor een nader onderzoek.
De begrafenis heeft maandagochtend om 9 uur plaats gevonden. Tragische bijkomstigheid het gezin van de twee kinderen zou rond dit gebeuren hun twaalfenhalvejarig huwelijksfeest hebben herdacht!
Uit Dagblad de Stem 08-03-1963 via Krantenbank Zeeland
