
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De term seminarie of seminarium wordt in het algemeen gebruikt voor een katholieke priesteropleiding (meestal in internaatsvorm). De basis voor deze katholieke kweekscholen is gelegd tijdens het Concilie van Trente (1543-1565) dat de oprichting van een seminarie in elk bisdom voorschreef, als onderdeel van de Contrareformatie. We kennen twee soorten seminaries: het Klein-Seminarie, eigenlijk een klassieke gymnasiumopleiding voor jongens in de leeftijd van 12 tot 18 jaar, als vooropleiding voor het Groot-Seminarie, de eigenlijke priesteropleiding.
Voor het bisdom Den Bosch (opgericht in 1559) stichtte bisschop Metsius in 1571 het eerste seminarie. Het bisdom werd in 1663 een zogenaamd Apostolisch Vicariaat. De priesters kregen sindsdien hun opleiding in Leuven. In 1798 stichtte vicarius Anthonius van Gils een nieuw seminarie in ’s Hertogenbosch, dat al snel vertrok naar het kasteeltje Nieuw-Herlaar onder Sint-Michielsgestel. Toen Herlaer te klein werd, vatte men het plan op om het seminarie naar Haaren te verplaatsen.
Op 12 april 1835 gaf Koning Willem I toestemming voor de bouw van het nieuwe seminarie (dat was toen nog iets voor een Koninklijk Besluit!), volgens plannen van architect H. Essens uit Oisterwijk en seminariepresident Jacobus Cuyten. Henricus den Dubbelden, de apostolisch vicaris, legde op 30 juni 1836 de eerste steen en ruim drie jaar later, op 16 juli 1839, kon president Cuyten zijn professoren, theologanten en filosofiestudenten in de hal van het nieuwe seminarie begroeten. In de loop van de tijd werd er natuurlijk veel verbouwd en bijgebouwd. De zijvleugels werden verlengd, er kwam een bibliotheek en een klooster voor de zusters. De oorspronkelijke kapel werd in 1939 vervangen door de monumentale kapel van de bekende architect M.J. Granpré-Molière.
Het betrekkelijk geïsoleerde bestaan van de priesterstudenten werd ruw verstoord toen de Duitse bezetter het seminarie op 8 september 1941 vorderde. Men verhuisde naar Mariaoord, een voormalig Ursulinenklooster in Vught. Maar op 10 maart 1942 werd ook dit gebouw gevorderd.
Het seminarie vertrok naar Tilburg, gedeeltelijk in het parochiehuis van St. Theresia en gedeeltelijk in het voormalige gymnasium van de Fraters van Tilburg. Intussen deed het Haarense complex dienst als gijzelaars- en gevangenenkamp. Dat duurde tot september 1944. Na de bevrijding van Haaren nam het Brits-Canadese Hoofdkwartier het gebouw in gebruik, later gevolgd door de U.N.R.R.A., een Internationale Hulporganisatie van de Verenigde Naties.
Maar op 8 maart 1946 konden de seminaristen eindelijk weer hun eigen huis betrekken. Waarschijnlijk hadden zij toen geen flauw vermoeden, dat het Groot-Seminarie Haaren nog maar zo’n 20 jaar zou functioneren. In 1967 sloot het zijn poorten als gevolg van kerkelijke vernieuwingen en gebrek aan priesterroepingen. De studenten maakten plaats voor geestelijk gehandicapten.
In één van de afleveringen van De Wandeling van Omroep Brabant bezocht René Bastiaanse o.a. Haarendael. Bekijk hier aflevering 16 van het zesde seizoen (2003) van De Wandeling.