Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Peeter Henricx van Duynhoven woont te Aarle bij Beek en is op 28 augustus 1644, nu ruim elf maanden geleden, in de herberg geweest van een zekere Peeter Marcelissen. Op de bovenkamer hebben Matthijs Adriaens, de zwager van van Duynhoven, en Aert Jan Aertssoen onenigheid gekregen. Ook zij zijn inwoners van Aarle. Nu is ook Anthonis Jacob van Couwenberch in de buurt van het gezelschap aanwezig, maar hij bevindt zich met anderen in de zgn. ‘neercamer’. Tussen hem en het gezelschap van de bovenkamer volgt een hevig gekrakeel, maar gelukkig keert de rust terug. Het vuur is echter wel aangestookt!
Couwenberch vertrekt vervolgens vanuit de benedenkamer via de keuken naar buiten en draait om het huis heen. Even later keert hij weer terug in de benedenkamer, waar men hem natuurlijk vraagt wat hij in zijn schild voert. Het spant er al meteen, want hij pakt zijn bloot mes of opsteker en bedreigt van Duynhoven daarmee. Uit pure zelfverdediging grijpt die naar een stoel en trekt tegelijkertijd ook zijn mes. Ze vallen elkaar aan en steken maar raak, zodat er veel bloed is gevloeid. Van Duynhoven krijgt negen steekwonden te verduren, waarvan vijf zeer ernstig en gevaarlijk. Tot overmaat van ramp vangt hij ook nog de nodige klappen. In levensgevaar gilt hij naar Couwenberch of die alsjeblief wil ophouden, want hij heeft hem nu wel genoeg geslagen en verwondingen toegebracht. Daarna komen ze los van elkaar.
Op dat moment ontdekt Couwenberch twee fikse steekwonden aan zijn linkerarm, waardoor hij tenslotte is dood gebloed en nog dezelfde nacht is gestorven. De dader heeft zich ondanks al zijn verwondingen uit de voeten gemaakt, bevreesd als hij was voor de ‘rigeur der justitie’. De vijf levensgevaarlijke verwondingen genezen maar zeer langzaam, vandaar dat hij regelmatig behandeld wordt. Hij is van huis uit iemand die de katholieke beginselen nastreeft en heeft nooit strafbare feiten gepleegd. Dit blijkt uit een scabinale acte van de schepenen van Aarle. Die constatering heeft als verzachtende omstandigheid gewerkt en hem wordt een remissiebrief toegezonnen vanuit Brussel.
Deze bijdrage van Henk Beijers maakt onderdeel uit van een serie korte verhalen over 16de – en 17de – eeuwse Brabanders, ontleend aan de Remissieboeken uit de Rekenkamer Delen van het Algemeen Rijksarchief Brussel RANB - toegangsnummer 1107 inventarisnummers (661.2.32 – augustus 1645).
Illustratie via Rijksstudio