skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Lisette Kuijper
Lisette Kuijper Bhic

Stoomzuivelfabriek Sint Antonius Budel (1914-1966)

Begin 1986 werden de restanten van de oude stoomzuivelfabriek aan de Maarheezerweg, beter bekend als "Het Boterfabriek" afgebroken. Op dezelfde plaats is een nieuw gebouw verrezen. De aloude gipsen St. Antonius-gevelsteen is gespaard gebleven en teruggezet in het nieuwe gebouw.
Vóór 1914

In de negentiende eeuw karnden de boeren thuis hun melk. Men moest de boter zelf aanleveren aan winkeliers en particulieren. In Budel werd onder het raadhuis een zaterdagse botermijn (botermarkt) ingesteld.

Op het eind van de 19e eeuw werden er verschillende coöperatieve fabriekjes – in onze omgeving een zestal - opgericht. De boeren brachten de melk er zelf naartoe. Na verwerking in  een handgedraaide centrifuge bleef ondermelk of zwaai over, dat aan de varkens gevoerd werd. De boter werd gespoeld en gezouten en was dan geschikt voor consumptie.

Oprichting nieuwe fabriek

De Stoomzuivelfabriek, c. 1950-1965 (coll. BHIC)
De stoomzuivelfabriek, c. 1950-1965 (coll. BHIC)

De handkrachtfabriekjes waren primitieve gedoetjes, met als kenmerkend apparaat de met de hand aangedreven ontromer (centrifuge). Dit was zwaar en arbeidsintensief werk. De overschakeling op een grote centrifuge op stoomkracht vergde enkele tienduizenden guldens, waarvoor grotere coöperaties nodig waren. Op initiatief van de Budelse burgemeester A. van Uden vond in ons heemgebied een eerste concentratie plaats van zuivelfabriekjes. De kleine coöperaties in Budel (2x), Budel-Schoot, Gastel, Maarheeze, Soerendonk fuseerden tot de "Coöperatieve Stoomzuivelfabriek Sint Antonius".

Burgemeester van Uden werd op 17 januari 1913 de eerste (ere)voorzitter van het bestuur, wat hij tot 21 december 1920 zou blijven. Als directeur-secretaris kwam J.L. (Laurentius) de Laat in dienst.

Men ging op zoek naar een geschikte plaats voor de nieuwe stoomzuivelfabriek tussen Budel en Soerendonk. Het werd perceel sectie A nr. 9 van de gemeente Budel. Een beeld van St. Antonius werd in de voorgevel van het gebouw ingemetseld. De naam "COÖPERATIEVE STOOMZUIVELFABRIEK" werd in goudkleurige letters aangebracht in de zijgevel.

Op 14 augustus 1948 werd de kring Ament opgericht en gingen St. Antonius Budel, St. Martinus Weert, St. Lambertus Nederweert, St. Antonius Abt Stramproy (met Tungelroy) en "De Hoogstraat" Ell-Hunsel samen. In 1962 werd dat de Coöperatieve Zuivelvereniging Ament G.A.

In 1963 volgden nieuwe fusiebesprekingen waarbij de coöperaties:
1. Ament G.A. Weert
2. St. Martinus G.A. Weert
3. St. Lambertus Nederweert
4. St. Antonius Abt Stramproy
5. St. Antonius Budel
6. De Kempen Eindhoven
besloten om op te gaan in de ‘coöperatieve zuivelvereniging Campina’. Organisatorisch ging de fusie in op 29 december 1964, economisch en fiscaal twaalf dagen later. In Weert werd een nieuw melkontvangststation gebouwd. In Budel bleef de melkleverantie in werking tot op 1 juli 1966, daarna moest alle melk in Weert afgeleverd worden.

Gevelbeeld van Sint Antonius in het fabrieksgebouw (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant; coll. BHIC)
Gevelbeeld van Sint Antonius in het fabrieksgebouw (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant, 1981; coll. BHIC)

De boeren kregen vroeger eens per veertien dagen uitbetaald op zaterdag. Het geld werd op de bank gehaald, op het kantoor uitgeteld voor iedere boer, in zakjes gedaan en door twee personen nageteld. De melkrijders moesten het geld afleveren bij de boeren. Vaak werden kinderen hierbij ingeschakeld, die dat graag deden vanwege fooien, snoep, koek e.d. Vanaf de jaren vijftig werd via de bank uitbetaald.

Het melkrijden was vroeger een zwaar beroep, vooral in de wintertijd met de slechte wegen en de altijd koude melkkannen in de vaak snijdende wind.

Vroeger waren het stalen kannen van 10, 20 en 25 liter. In de jaren zestig kwamen er aluminium bussen van 30 en soms 40 liter. Voordat er op de melkfabriek een spoelmachine stond, moesten de boeren die kannen thuis zelf reinigen. Op iedere kan stond een nummer dat behoorde bij een boer zodat de melkrijder wist van welke boer de kan was.

De producten

In de zuivelfabriek werden de volgende producten gemaakt:

Boter.
Karnemelk: restproduct dat gedeeltelijk met spoelwater vaak terugging naar de boeren als varkensvoer.
Gortepap: karnemelk gekookt met gort en bloem, verkocht in flessen met kartonnen (later aluminium) dop.
Gepasteuriseerde melk: Gestandaardiseerde melk, in flessen gepasteuriseerd; was drie dagen houdbaar. 

De onderstaande producten werden bereid uit gestandaardiseerde en gesteriliseerde melk.
Gesteriliseerde melk: melk werd op 115°C gekookt en afgevuld in flessen met een kroonkurk.
Vanille- en chocoladevla (pudding): In een ketel werd melk met vanille of chocolade poeder vermengd en daarna in flessen gedaan.
Chocomel: Chocoladepoeder met melk. Een tijdje heeft men het eigen merk "Bucomel" gevoerd.
Yoghurt: melk werd in een ketel met yoghurtcultuur vermengd, afgevuld in 1/2 liter flessen en verzuurd.

Achterzijde van de fabriek (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant, 1981; coll. BHIC)
Achterzijde van de fabriek (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant, 1981; coll. BHIC)

De melkcontrole

De aangeleverde melk werd op de fabriek gecontroleerd en gewaardeerd op o.a. vetgehalte. Later kregen de boeren een waardering van 1 (de beste), 2 of 3 en naar waardering betaald. Als boeren vaak kwaliteit 1 leverden kregen zij een vermelding in het jaarverslag. Boeren die vaak de slechtste kwaliteit leverden kregen minder betaald en om hun kannen een rode band.

De melkventers

In 1935 begon men met de bereiding van andere melkproducten dan boter, waartoe een distributiesysteem met venters werd gerealiseerd.

Lange tijd brachten de melkventers hun producten aan de man. Later kwamen er SRV-wagens met meerdere producten. Ook deze verdwenen uit het straatbeeld na de opkomst van de supermarkten.

Slot

Toen op 1 juli 1966 de melkontvangst sloot, bleef ‘St. Antonius’ nog dienst doen als depot voor de melkproducten voor de venters. Het depot is gebleven tot september 1977, toen de venters aan huis een koelcel kregen en daar de producten kregen aangeleverd. Het gebouw is toen verkocht.

Na als opslagplaats gediend te hebben is het gebouw van binnen uitgebrand op 10-9-1983. Na enige jaren leegstand is het gebouw in 1985 gesloopt. Het jaar daarop is op deze plaats een nieuw gebouw op gerealiseerd, dat later  nog enkele malen werd verkocht en verbouwd. Momenteel in gebruik door ‘Beerten keukens’.


Kantoor (foto: Wies van Leeuwen / Provincie Noord-Brabant, 1981; coll. BHIC)

Het kantoorgebouwtje staat er nog steeds en daarnaast is Sint Antonius, de enige "overlevende" en getuige van het roemruchte boter- en melkverleden op deze plaats.

Dit verhaal is een ingekorte versie van het hele verhaal (met dank aan Heemkundekring De Baronie van Cranendonck voor de toestemming en de suggesties voor aanpassingen van de tekst). Wil je dat lezen? Klik dan hier

Harrie Jaspers publiceerde in de Aa-kroniek 1986-04 en 1991-01:
De Stoomzuivelfabriek Sint Antonius en haar voorgangers
Een wikkel van de Sint Antoniusboter

Reacties (4)

Rini de Groot. zei op 16 januari 2021 om 00:17
Melkrijders, waren al een soort van 'Gend&Loos.' In Uden stond tegenover de Zuivelfabriek een eikenhoutentafel, wie de eigenaar was is me niet bekend.
O.a. m'n Vader maakte er met zijn timmerbedrijf gretig gebruik van, voor een karwei elders maakte hij een afspraak met de melkrijder uit de omgeving van zijn karwei. Vooral voor grotere materialen er waren hiermee twee mensen gediend. Ook was er jaloezie een boer deed aangifte bij de directie van de fabriek, zijn melkkannen waren vervuild met meelresten. Doordat de melkrijder op zijn route de Molenaar in Uden passeerde en een boer had gevraagd producten mee te nemen.
Paul Huismans
Paul Huismans bhic zei op 18 januari 2021 om 08:59
Dat is interessant, Rini. Gebeurde dat op meer plaatsen, dat meegeven van spullen aan melkrijders?
Zelf heb ik op het Griekse eiland Chios weleens iets dergelijks gezien: daar werd de reservesleutel van een huurauto meegegeven aan een buschauffeur, toen de huurder zijn exemplaar kwijt was. De huurder kon bij de bushalte wachten op zijn sleutel.
Rini de Groot. zei op 18 januari 2021 om 20:18
Paul, dat is me niet bekend. Enkele jaren terug hoorde ik van een destijdse, 'Ròmboer' de term, 'we waren een soort van Gend&loos.' en verdiende er meteen wat mee.
Een verhaal over de 'Romboere' staat op de lijst van nog te schrijven verhalen.
Rini de Groot. zei op 18 januari 2021 om 21:16
Prachtig de stand van die schoorsteenbouwer. Tijdens de verbouwing in Uden 1953-'54 van de Stoomzuivelfabriek. St. Henricus in Uden werd de nieuwe 35 meter hoge schoorsteen +- 10 meter verder opnieuw opgebouwd met de stenen van de eerste. Halverwege werden, tijdelijk uitlaten gemaakt en door gemetseld. Ik heb me weleens afgevraagd voor een kleine sanitaire stop waar het vocht bleef.

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.