
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
![]() |
Op deze plek stond ooit de boerderij van Cornelis Rombouts. Door brandstichting brandde deze boerderij in 1842 af, samen met de kerk en een aantal omliggende panden. Rond 1890 woonde hier Adriaan H. van Honsewijk, de latere burgemeester van Dussen, en zijn vrouw Elisabeth Sprangers. Bij de grote dorpsbrand van 1892 ging ook de boerderij van Van Honsewijk (en het naastgelegen raadhuis) verloren en verhuisde deze naar de hoeve naast het kasteel in het Binnen.
Het vrijkomende perceel werd aangekocht door Willem Garsten, een herbergier uit Hank. Kennelijk was hij van plan zijn negotie op deze gunstig gelegen locatie voort te zetten. Kort na de brand, op 19-11-1892, vroeg hij bij B&W toestemming zijn tapperij met drankvergunning over te plaatsen van Wijk C216 naar B34. De vroede vaderen vonden echter een concentratie van drankgelegenheden zo dicht bij de kerk moreel niet verantwoord en wezen zijn verzoek af.
Willem was inmiddels al gestart met de bouw van zijn woning, waarin ongetwijfeld ook een gelagkamer zat. Hij was dan ook niet plan het er zo maar bij te laten zitten en richtte zich tot de Commissaris der Koningin om het besluit van B&W aan te vechten. In februari 1893 diende hij een geheel nieuwe aanvraag in. Geen verzoek tot overplaatsing meer, maar een nieuwe aanvraag als herbergier en rijtuigverhuurder. Na ampel beraad kwamen B&W echter tot het besluit dat het maximum aantal van de te verlenen vergunningen in Dussen reeds bereikt was en dat er bovendien voldoende drankgelegenheden in de buurt van de kerk waren.
In hoeverre de lobby van de pastoor en van concurrenten zoals Heesels en Van Beurden (in de Dorpsstraat) bij deze besluitvorming een rol gespeeld hebben laat zich raden. Van pastoor Baekers weten we dat hij ijverde voor het terugdringen van het drankge(mis)bruik. In een brief aan de bisschop schreef hij: "na de middag wordt hier bijna niets anders dan genever gedronken". Van Van Beurden is bekend dat hij zijn positie als gemeenteraadslid nog wel eens misbruikte ten eigen voordele. Zo was hij sterk gekant tegen de uitbreiding van het plein aan De Sluis, wat hem de minachting opleverde van de gemeentesecretaris die hem betichtte van kuiperijen, "omdat hij een stukje extra open ruimte voor de herberg aan een concurrerende kastelein misgunde."
Ook het argument van het beperkt aantal drankvergunningen houdt geen steek als je bedenkt dat in januari 1894 aan P.A. van der Pluijm te Hank vergunning werd verleend tot het uitbaten van een café in het pand C56. Hoe dan ook, Willem Garsten kreeg te horen dat zolang het getal van uitgegeven drankvergunningen boven het maximum bleef, er geen vergunning aan hem zou worden verleend. Opnieuw ging hij in beroep bij Gedeputeerde Staten. Het vervolg hiervan is niet feitelijk bekend, maar volgens historisch onderzoek uitgevoerd door oud-gemeenteambtenaar Jan Vriens, startte in 1898 H.H. Gasten (vermoedelijk de zoon van Willem Garsten, Hubertus Wilhelmus Hendrikus) de bouw van café De Koppelpaarden.
Waarschijnlijk had Willem Garsten al eerder vergunning gekregen om zijn bedrijf op te starten, dat naast het verkopen van drank ook het verhuren van rijtuigen en het verversen van paarden (stalhouderij) inhield. In 1914 deed hij de zaak over aan Janus H. Kamp (tevens gemeente-ontvanger) en Geertruida Wagenmakers. In 1919 werd Koos Leemans de eigenaar. Bij Koos vond vooral het verenigingsleven een warm onthaal. Zo spande hij zich persoonlijk in om voor RKVV Dussensche Boys naast zijn café een voetbalveld te creëren op de Kerkweide, die hij huurde van de R.K. Parochie.
In 1956 nam zijn neef Wim de bedrijfsvoering over en in 1963 werd het pand voor tien jaar verhuurd aan de brouwerij Stella Artois die een pachter vonden in Bertus Verhoeven uit Dongen. Daardoor kwamen de investeringen in de zaak wel op een laag pitje te staan. Dat beeld veranderde totaal, toen de jonge, aankomende hotelier Jan van der Westen het pand in 1974 kocht. Hij sloot de caféfunctie en bouwde De Koppelpaarden uit tot een modern hotel-restaurant. Na 35 jaar droeg Van der Westen het bedrijf in 2009 over aan zijn zoon Björn.