Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
De Ordedienst wilde aanvankelijk een organisatie zijn die de openbare orde moest bewaren als de Duitsers waren vertrokken. Toen dat langer en langer duurde, werd de Ordedienst steeds meer actief in het plegen van verzet. Treinverbindingen en telefoonkabels werden gesaboteerd en informatie over de bezetters werden naar Engeland gestuurd. Door die laatste activiteit ontstond een nauwe band met Londen waar de regering, samen met koningin Wilhelmina zetelde. Zonder afbreuk te doen aan kleinere verzetsgroepen waren er in 1944 drie grote organisaties over: de Ordedienst, de Raad van Verzet en de Landelijke Knokploegen.
De Ordedienst ontstond kort na mei 1940. Direct na de capitulatie op 15 mei begon reserve luitenant-kolonel der Artillerie J. Westerveld met de opbouw van een organisatie die – na een vertrek van de Duitsers – de leiding op zich zouden nemen. Het doel: “het zoo spoedig mogelijk en uiterlijk 24 uur na bedoeld tijdstip (vertrek Duitse bezetter) verzekeren van orde en rust in het land.” Alles was gericht op de voorbereidingen om in de laatste fase van de oorlog aan de strijd deel te nemen en daarna militair gezag uit te oefenen.
De nadruk lag op spionage maar ook ander verzetswerk werd gedaan. De aanvankelijk structurele passiviteit werd soms uitgelegd als gebrek aan lef, tot ergernis van sommigen na de oorlog. Het aantal actieve leden is geschat op 4000 maar het aantal sympathisanten moet veel groter zijn geweest. De Ordedienst stond bekend als rechts, militair, conservatief en autoritair. Hoewel er tijdens de oorlog soms werd gedacht dat het de OD vooral ging om na de oorlog veel politieke invloed te kunnen uitoefenen, is dat volgens J. Schulten niet het geval. Schulten schreef een proefschrift over de Ordedienst. Volgens Schulten weet O. Six (‘Van Santen’) in 1942 de OD nieuw leven in te blazen. Six komt aan het roer na diverse arrestaties en deportaties van de eerste leiders. In een memorandum van 10 oktober 1942 werd de taak van het OD beschreven: “ordehandhaving achter het front (…) door zich daarvoor thans beschikbaar gestelde personen en door het militair gezag op te roepen personeel (…) alles georganiseerd in de OD.”
In september 1944 werden Binnenlandse Strijdkrachten (BS) opgericht met als doel de grote verzetsorganisaties te verzamelen. In de BS ging de OD door de krachtige leiding van Six al snel domineren. Dat schoot bij velen in het verkeerde keelgat. Schulten: “Het domineren van anderen was een organisatorische aangelegenheid omdat de Ordedienst goed in elkaar stak.” Op initiatief van de regering in Londen werd in februari 1944 het samenwerkingsverband Kern tussen de verschillende verzetsorganisaties gevormd. Op 7 mei 1944 werden de “Negentien punten” van Gerbrandy uitgegeven en hierin stond dat “de verhouding van Regeering tot OD gemakkelijk te omschrijven is. Van haar diensten voor ordebewaring zal gaarne gebruik worden gemaakt, mits zij zich onmiddellijk stelt onder bevel dezerzijds voorgenomen militaire organisatie.”
Na de Duitse capitulatie ging het ‘Bureau Algemeen Hoofdkwartier Ordedienst’ zich belasten met de afwikkeling van de lopende zaken van de OD. Ook werden gegevens verzameld over personen die rechtstreeks of zijdelings actief aan de OD hebben meegewerkt. De generaal commandant van Gewest 17 – actief in Brabant – was A. Mathon die in 1942 krijgsgevangen werd gemaakt. Mathon werd opgevolgd door Carl Thomas.