skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg
Menu
sluit
Hualp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Ans Holman
Ans Holman RA Tilburg

Het mysterie van de Milheezense molen

Over molen Laurentia in Milheeze doet een mysterieus verhaal de ronde. Het zou een verbouwde poldermolen uit Bleskensgraaf zijn, maar klopt dat wel? Barend Bode en Jan de Witte onderzochten welke waarheid er achter het mysterie schuil gaat.

De Laurentiamolen in Milheeze (foto: BHIC / Frans van de Pol, 2016)
De Laurentiamolen in Milheeze (foto: BHIC / Frans van de Pol, 2016)

Op woensdagavond 16 december 1891 rond half twaalf breekt brand uit in de door wind aangedreven graan- en oliekorenmolen van Ludovicus Verheijen in Milheeze. De molen valt niet meer te redden en brandt geheel af.

Volgens overlevering koopt Verheijen vervolgens in Bleskensgraaf (Zuid-Holland) een oude poldermolen, die hij in Milheeze herbouwt en omtovert tot zijn korenmolen Laurentia – thans inmiddels een rijksmonument. Hij wacht niet op de uitkering van de verzekering, maar sluit een lening af van 3.000 gulden voor de wederopbouw – aldus de overlevering.

Echter, één vraag heeft niemand tot nu toe goed weten te beantwoorden: van wélke poldermolen zijn de herbouwde onderdelen dan afkomstig?

De belangrijkste aanwijzing blijkt te vinden op de molenas. Daarin zijn niet alleen fabrikant en fabricagenummer meegegoten: No. 77 F.J. Penn & Comp. Dordrecht 1856, maar ook de namen van acht poldermeesters.

'No. 77 F.J. Penn & Comp. Dordrecht 1856', ingegoten in de molenas (foto: © Maikel Versantvoort)
'No. 77 F.J. Penn & Comp. Dordrecht 1856', ingegoten in de molenas (foto: © Maikel Versantvoort)

Deze poldermeesters vormen uiteindelijk de sleutel die leidt tot meer duidelijkheid. Aan de hand van hun woonplaats kan de oorsprong van de molenas worden herleid tot molen De Kraak, eens de noordelijkste van vier molens van de polder Giessen-Oudebenedenkerk in de Alblasserwaard.

'H. van der Laan Fabrijk', ingegoten in de molenas. Een fabriek is de 'technische  man' van de polder (foto: © Maikel Versantvoort)
'H. van der Laan Fabrijk', ingegoten in de molenas. Een fabriek is de 'technische man' van de polder (foto: © Maikel Versantvoort)

De bouw in 1889 van een stoomgemaal in een van de andere molens maakt De Kraak – die niet in Bleskensgraaf maar in Molenaarsgraaf staat – overbodig. In 1891 wordt de bovenbouw gesloopt en in 1912 ook de onderbouw.

Molen ‘de Kraak’ (rechts) zonder bovenhuis (bron: collectie Jan de Witte)
Molen ‘de Kraak’ (rechts) zonder bovenhuis (bron: collectie Jan de Witte)

Op 13 juli 1891 besteedt het polderbestuur het gedeeltelijk slopen en opruimen van de watermolen De Kraak aan. Metselaar en molenkoopman Marinus Breedveld uit Oud-Alblas koopt voor 375 gulden de ijzeren bovenas en enkele andere onderdelen.

Het is precies déze bovenas die Breedveld daarna verkoopt aan Verheijen. Het ligt voor de hand dat de Milheezense molenaar ook de andere onderdelen van zijn ‘bouwpakket’ bij Breedveld heeft aangeschaft, maar daar zal verder weinig of niets van De Kraak uit Molenaarsgraaf / Giessen-Oudebenedenkerk bij zijn geweest. De Laurentia is immers een achtkante molen en De Kraak was dat niet. Waar de andere onderdelen van de Laurentia dan wél oorspronkelijk vandaan komen – dát blijft voorlopig nog even een onopgehelderd mysterie.

De as van de Laurentiamolen (foto: © Jan de Witte)
De as van de Laurentiamolen (foto: © Jan de Witte)

Overigens blijkt uit notariële akten dat Ludovicus Verheijen op 9 maart 1892 een lening van 1.000 gulden afsluit bij de uit Bakel afkomstige maar dan in Aarle-Rixtel woonachtige Peter Driessen. Het is aannemelijk dat dit is geweest om de aanschaf van het ‘bouwpakket’ bij Marinus Breedveld te bekostigen. De lening komt bovenop de hypotheekschuld van 3.000 gulden die Verheijen al vóór het afbranden van de molen in december 1891 heeft lopen bij diezelfde Peter Driessen. Of Ludovicus Verheijen het bedrag van 1.000 gulden nog geheel of gedeeltelijk terug heeft gekregen van zijn verzekeringsmaatschappij kan niet meer worden achterhaald.

Dit verhaal is een samenvatting van een veel uitgebreider artikel. Nieuwsgierig geworden?

Lees het hele artikel

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.