
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Hanna keek in 1932 uit over d’n dijk aan het Bakelse Mathijseind en riep: “‘t is un ding, ‘n ding en ‘t lupt, ‘t lupt, mèr d’r stao gin perd vur.” Het was de eerste automobiel die van Aerle op weg was naar Bakel via de dijk langs het Mathijseind.
Hanna, ge wit wel, die van Van Brei, de kantonnier van de provincie, kreeg beroepshalve telefoon in huis, zo’n aan-de-muur-geval van ‘t Rijk. Nummer Bakel 5. Toen het apparaat begon te rinkelen, snelde Hanna naar de spiegel op de gang waar de telefoon hing, haar scholk afdoende, om haar haren op plooi te controleren. Zij nam het ‘hoording’ aan haar oor (het 'spreekding' zat nog vast). “Ja…, met Hanna.., ge wit wel, Hanna van Hanneske, die naw nie thois is umdè ie aan ‘t werk is...”.
Hanna was ‘drachtig’ van haar negende en zei tegen haar pastoor: “Onse Lieven Heer moet naw mèr ‘ns oitschaie.” Alsof haar Hanneske van d’n duvel gin koad kos. Pastoor glimlachte: “Hoe mèr sielen, hoe mèr vreugd”, waarop Hanna reageerde met “Hawde gij ze aan te freet?”
In 1947 droeg men Hanna al op 52-jarige leeftijd ten grave en Hannes sprak “’khai ‘t koier kenne treffe.”