skip naar content skip naar hoofdnavigatie spring naar service navigatie
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic
Menu
sluit
Hulp nodig?

Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.

Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)

Meer informatie over de chat-service? Klik hier

Online op dit moment

Stel je vraag

Mariët Bruggeman
Mariët Bruggeman Bhic

Jonge smokkelaar uit Boxmeer vindt de dood

Vandaag lezen we over mensensmokkel, honderd jaar geleden over de smokkel van boter, bloem en andere dagelijkse producten. De overeenkomst? Er werd en wordt grof geld aan verdiend.

Lied (fragment) dat begin 20e eeuw werd geschreven en waarin de dood van een jonge smokkelaar wordt betreurd. Illustratie: Koninklijke Bibliotheek/Meertens InstituutSmokkelen was tijdens de Eerste Wereldoorlog (1914-1918) zeer in trek. In België en Duitsland, waar de oorlog woedde, waren veel goederen schaars. En dus kon een Nederlander in de grensstreek er flink aan verdienen. Het was justitie een doorn in het oog, er werd veel gecontroleerd en gestraft. Begin 1917 had de Arnhemse rechtbank een wachtlijst van 10.000 smokkelzaken. Die van Den Bosch hanteerde zelfs voorgedrukte zittingsverslagen. Maar ondanks de dreiging van straf namen duizenden bewoners van de grensstreek de risico’s voor lief. Een journalist van de Engelse krant Daily Mail schreef: ‘Smokkelen heeft in Nederland schaatsen als volksvermaak overtroffen.’

Populair was de handel in peperkorrels. Een pond kostte hier 1 gulden, in Duitsland kreeg je er 25 gulden voor. Een macabere handel: de korrels werden gebruikt voor de vulling van stikgasgranaten. Het smokkelen liep vaak slecht af. Zwaar bewaakte commiezen van de belastingdienst – smokkelen was uitvoeren zonder belasting te betalen – liepen dag en nacht langs de grens. Zenuwachtig, met de vinger aan de trekker.

In de middag van 4 november 1917 voltrok zich vlakbij de grens, ter hoogte van Bergen, een drama. Daar werd Frans de Bruijn (22) uit Boxmeer, wiens familie aan de Hollesteeg woonde, aangehouden door een commies. Wat had de boerenzoon daar te zoeken? De ambtenaar vroeg Frans naar zijn naam, maar die gaf een valse op. Was hij inderdaad aan het smokkelen? Of ging hij gewoon naar huis? In het bevolkingsregister lezen we nu nog dat hij een week eerder verhuisd was naar Kervendonk, bij Kevelaer (D). Misschien dacht hij aan zijn veroordeling, twee jaar eerder. Hoe het ook zij, toen de ambtenaar dóór vroeg, sloeg Frans op de vlucht. De commies loste een schot en de kogel trof de jongen in de rug. Frans zou helse pijnen lijden, waarvan hij de volgende ochtend werd verlost toen hij rond de klok van achten in Boxmeer aan zijn verwondingen overleed.

Het was niet voor het eerst dat de jongeman werd betrapt. De eerste keer, twee jaar daarvoor, was hij er met een celstraf van tien dagen vanaf gekomen. Toen had hij geprobeerd in Ottersum 10 kilo tarwebloem over de grens te brengen. In het grote gezin moet de dood van Franciscus Antonius een grote schok zijn geweest. Toen drie jaar later zijn zus een kindje kreeg, noemde ze het meisje naar haar overleden broer: Francisca Antonia.

Dit verhaal is geschreven door journalist/schrijver Geurt Franzen en verscheen eerder in dagblad De Gelderlander (www.dg.nl/maasland).

Reageer op dit verhaal

Heb je al een account? Log in met je gegevens.

Heb je nog geen account? Plaats zonder inloggen, of Registreer een account

Help spam voorkomen en los de volgende som op:
Geef mij een andere som.

Lees ook deze verhalen