Vroeger was het in Keent vele jaren tweede week van september kermis. De gewoonte in deze streek was dat dames en meisjes vóór de kermis de gereedschappen en andere voorwerpen weg te stoppen. Of ze hiermee van de heren alle aandacht aan het vrouwelijk schoon wilden tijdens de kermis, het pakte niet altijd goed uit. Toen op 12 september 1867 tussen 4 en 5 uur ’s morgens enkele meisjes gingen melken zagen ze bij de voormalige molen een kruiwagen staan. Zij besloten deze boven in de molen te verstoppen. Nadat zij deze naar boven gehesen hadden vergat een van de meisjes bij het manoeuvreren boven dat zich in de gaanderij een gat bevond. Achterwaarts viel zij door het gat naar beneden, wat desastreuse gevolgen had. Bron: Dagblad van Zuidholland en ’s-Gravenhage, 18 september 1867
Gestopt
De kermis bleef nog jarenlang doorgang vinden totdat de gemeenteraad van Overasselt, waar Keent toen nog bij hoorde, in 1928 de kermis in Keent heeft afgeschaft. Dat dit niet de beste economische tijd was zal zeker meegespeeld hebben. Bron: Provinciale Geldersche en Nijmeegsche Courant, 03 februari 1928
Bron: Prov. Geldersche Courant, 3 feb. 1928
Verdrinking
Bron: Prov. Noordbrabantsche Courant, 18 juli 1939
Door de Maaskanalisatie en de werkverschaffing braken er wat betere economische tijden aan. Maar het vertier van de kermis moesten de Keentenaren in 1939 elders vieren. Twee jonge mannen uit Keent besloten om naar de kermis te Ravenstein te gaan. Na afloop gingen ze de Maas over te Niftrik en daarna lopend naar het veer in Balgoij, dat door de Maaskanalisatie daar nu lag. Echter, zij waren zo laat dat het veer gesloten was. Zij namen een oude roeiboot waar helaas een lek zat. Halverwege de rivier zonk de boot. De ene inwoner die zwemmen kon wist de oever te bereiken. De 35-jarige andere inwoner werd dagen later levenloos uit de Maas tussen Ravenstein en Keent gehaald. Bron: Provinciale Noordbrabantsche en ’s-Hertogenbosche Courant,18 juli 1939
