
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
“Klaar-over” is de alledaagse benaming van de personen met deze gewichtige functie. Zij helpen namelijk kinderen veilig drukke straten, zoals de Antwerpsestraatweg op Nieuw-Borgvliet er één is, over te steken. De officiële naam is verkeersbrigadier later ook jeugdverkeersbrigadier. Zij worden ook zo genoemd in het Brabants Nieuwsblad van donderdag 1 augustus 1957. Het artikel kopt met
Het artikel vervolgt met: “De eerste lichting van de verkeersbrigadiertjes, vorig jaar geformeerd uit de hoogste klassers van de lagere scholen, heeft bij het verlaten van de school haar taak moeten neerleggen.” Naast dank voor bewezen diensten krijgen de vertrekkende brigadiertjes bij het afscheid op het politiebureau een getuigschrift. In het artikel wordt de naam van scholieren van de Sint-Vincentiusschool vermeld wegens bijzonder optreden. Dit zijn Karel Dietvorst en Martien Groffen. Door hun optreden in "bepaalde omstandigheden" hebben zij zich zeer verdienstelijk gemaakt.
Vanuit een groepje oud-Borgvlieters krijgt de schrijver de volgende reacties.
Het leuke is dat ik zelf ook klaar-over ben geweest. Volgens mij waren alleen leerlingen van klas 5 en 6 verkeersbrigadier. Dus voor mij was dat van 1960 tot 1961. We werden getraind en naderhand gecontroleerd door agent Van Kaam. Een heel vriendelijke en behulpzame agent. Als beloning werden wij rondom Sinterklaastijd op het politiebureau verwelkomd en hadden daar een leuke middag. In de zomer bij warm weer deden we de witte jas uit en hadden we alleen de witte riemen over onze kleding. Wij waren altijd een kwartier later op school en een kwartier eerder op weg naar de Antwerpsestraatweg.
Wanneer wij een man of 10 of minder hadden deden wij ons klaar-over-werk. Als ik het mij goed herinner ging eerst de linker klaar-over naar het midden van de weg met zijn stopbord omhoog en daarna ging de rechter klaar-over met de over te zetten leerlingen en zijn stopbord omhoog naar de overkant.
Ik was klaar-over in de vijfde of zesde klas 1958-1959. Ik ben voor die opleiding ook een dag naar het politiebureau geweest . Dat bureau lag toen op de hoek van de Wassenaarstraat/Burgemeester Van Hasseltstraat, komend vanaf Plein 13. Dat was een heel leuk uitje. Met een uitermate instructieve film. Of de instructeur Van Kaam heette, weet ik niet.
Ik was ook klaar-over. Waarschijnlijk in het zelfde jaar als Karel Meerbach. Die zat bij mij in de klas geloof ik. Een diploma heb ik ook nog. Ik herinner me dat er één klaar-over was die een pet zoals op de foto droeg. De andere twee hadden een ander hoofddeksel. De petdrager had de leiding.
Waarom Louis Raaijmakers, Karel Meerbach en ik klaar-over zijn geweest, terwijl we de Antwerpsestraat niet over hoefden te steken om naar school te gaan, is mij onduidelijk. Wij hadden veel te grote witte jassen, maar leken wel op echte politieagenten. Zeker die ene met de pet.
Het kan zijn dat wij voor de lagere school niet de Antwerpsestraatweg hoefden over te steken. De kinderen op de foto zijn wel typisch jaren ‘50 gekleed. Daarom heb ik proberen uit te vinden wanneer er voor het eerst klaar-overs waren. Dat heb ik niet kunnen vinden. [Blijkens voormeld krantenbericht sedert 1956; Willem Kruf] Daarnaast heb ik diep in mijn geheugen gegraven wie er van de Sint-Vincentiusschool klaar-over mochten zijn. Want het lijkt me een baantje waar iedere zesde klasser wel van droomde. Maar ik kan me daar ook niks van herinneren.
Onze kleding bestond uit veel te grote fluoriserend oranje regenjassen en dito zuidwester. Ook Ad kreeg na bewezen diensten ook een getuigschrift. Uit zijn getuigschrift van 15 juni 1966 komt naar voren dat hij van een jongere leeftijd is dan de voormelde personen.
In het artikel in het Brabants Nieuwsblad van 1 augustus 1957 wordt gesproken over “bepaalde omstandigheden”. Ongetwijfeld zullen zich gevaarlijke momenten hebben voorgedaan. De straatweg door Borgvliet was toen immers de verkeersader naar Zeeland en Antwerpen.
Klaar-over Louis Raaijmakers heeft nog een herinnering. Hij heeft een keer meegemaakt, dat hij en zijn twee mede klaar-overs een kenteken hebben genoteerd, omdat de chauffeur naar hun mening niet op tijd stopte. Het was een druk kruispunt en ze vonden dat de auto had moeten stoppen, omdat zij al een stap op de weg hadden gezet. Hoewel het volgens hem niet gevaarlijk was geweest, herinnert hij zich wel, dat meneer Poulus, het hoofd van de Sint-Vincentiusschool, het heel serieus nam, de situatie met hen heeft besproken, maar weet hij niet wat ermee is gebeurd. Hij weet ook niet met wie hij klaar-over was op die dag.
Op de publicatiedag van dit verhaal vind ik nog een artikel in het Brabants Nieuwsblad. Het betreft de editie van woensdag 7 maart 1956. Het artikel beschrijft met een grote kop uitvoerig de komst van de eerste klaar-overs op Nieuw-Borgvliet. Elders in de stad zijn die er al, zo blijkt uit het artikel.
De journalist schuift zelfs een dag eerder aan in de banken van de Sint-Vincentiusschool. Dan krijgen na schooltijd dertien scholieren instructie voor de werkzaamheden van brigadier Van Kaam. De brigadier benadrukt ook de “uiterst verantwoordelijke assistentie van de verkeerspolitie.” Naast het gebruik van de 'pollepel', zoals de journalist tussen aanhalingstekens schrijft, wordt aangegeven dat de verkeersbrigadier twintig minuten voor en na schooltijd op post moeten staan. De werkzaamheden moeten ook bij slecht weer worden verricht.
Ook de witte jassen komen in het artikel aan de orde. De automobielsportclub “De Krabbenrijders” steunt de Bergen op Zoomse jeugdverkeersbrigade. De club streeft er naar bij de ingebruikname van het nieuwe politiebureau (op 16 mei 1956, aldus de zelfde krant op 14 april 1956) de brigade witte regenjassen te kunnen aanbieden ter completering van de "gemeente-uitrusting”, bestaande uit pet, koppel en pollepel.
Aan de hand van het artikel kan worden geconstateerd dat het geheugen de voornoemde oud-klaar-overs niet in de steek laat.
Ik ga niet naar de Sint-Vincentiusschool, ondanks dat ik op Borgvliet woon. In navolging van vier broers moet ik naar de Canisiusschool in de stad. Op de fiets wel te verstaan. Een rol als klaar-over is voor mij niet weggelegd. Politieman Jan van Kaam komt mij wel bekend voor. Hij tekende mijn Veilig verkeer-diploma op 10 juli 1964. Enkele dagen later kom ik op zondagochtend bij het oversteken van de straatweg onder een aanvliegende motor terecht. De politieman Jan van Kaam vraagt dan aan mijn zus: “Jouw broertje heeft zeker zijn Veilig verkeer-diploma nog niet?”. Mijn zus antwoordt: “Dat heeft ie vorige week behaald.”