Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Het dagblad ˝Het Huisgezin” van 8 maart 1924 schrijft: van andere zijde vernemen wij dat Frans Brekelmans, gemeentearbeider en tevens opzichter over de gemeentegronden, weduwnaar, 75 jaar, wonende met zijn dochter, om 9 uur van huis is gegaan en om half tien op de plek kon zijn aan gekomen, waar men hem dood heeft gevonden. De verdachte Boom uit Vlijmen, die erg ongunstig bekend staat, is aan komen lopen in het Café den Baai en zeide: “Kom eens vlug mede, er ligt een dode in het bos”.
Vermoedelijk heeft zich het volgende voorgedaan. Boom had van de gemeente sparren gekocht, welke werden uitgehakt om het bos te dunnen. Nu werd Boom ervan verdacht, dat hij nog meer sparren afkapte en deze uit zuivere winst meenam. Dit was al enige malen eerder geconstateerd, maar men kon hem niet op heterdaad betrappen. Dit is vermoedelijk gister geschied en heeft Boom de veldwachter á bout portant neergeslagen.
Helvoirt is algemeen onder de indruk. De heer Brekelmans stond als een plichtsgetrouw beambte bekend, die ieders achting genoot. Door de gemeentepolitie zijn er op deze plek enkele foto`s genomen. Er was evenwel verders niets te zien. Maar de bijl toehorend aan verdachte Boom is in beslag genomen.
Het parket heeft dr. Van Oorschot uit Helvoirt beëdigd en hij zal hedenmiddag met dr. Mettrop de sectie op het lijk verrichten.”
De verdachte blijft echter alle schuld ontkennen en ook een diepgaand onderzoek met uitgebreide verhoren kan de schuld van Boom niet aantonen. De rechtbank in ’s-Hertogenbosch veroordeelt Boom desondanks aanvankelijk tot vier jaar gevangenisstraf, maar in hoger beroep wordt de verdachte op 26 januari 1925 door het gerechtshof alsnog vrij gesproken.