Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Chat is online op maandag t/m vrijdag van 10.00 - 16.00 uur en van 19.00 - 22.00 uur.
Op dit moment zijn we offline. Je kunt je vraag stellen via e-mail of WhatsApp: 06-12887717 (alleen berichtjes)
Meer informatie over de chat-service? Klik hier
Alleen al het feit dat Aleida precies daar aan het werk gaat, is best bijzonder. Want het kamp is alleen toegankelijk voor Rode Kruisverpleegsters, niet voor mensen van het Wit-Gele Kruis. Maar Aleida ritselt snel een kapje van het Rode Kruis en stapt gewoon naar binnen. Ze weet een band op te bouwen met de daar aanwezige SS-commandant. Op die manier durft zij de grenzen op te zoeken wat ze kan maken. Pakketjes voedsel voor de gevangenen meenemen bijvoorbeeld, familieleden van informatie voorzien en hulp bieden waar mogelijk.
Dat gaat niet altijd goed. Als een SS’er haar bedreigt met een revolver moet ze geroepen hebben: “Schiet me maar dood, ik ben toch niet getrouwd!” Aleida gaat onverschrokken door met haar werk, blijft boterhammen smeren en vooral blijft komen in het kamp, terwijl daar ziekte, dood en verderf heerst.
In juni 1944, als de geallieerden naderen, besluit de Duitse leiding het kamp te ontmantelen en wordt het kamp aan zuster Hulsman, ‘namens het Rode Kruis’ overgedragen. Aleida besluit in het kamp te blijven, ook als bij de begin van operatie Market Garden - op 17 september - de laatste gijzelaars zijn weggevoerd of vrijgelaten. De Duitsers brengen dan Amerikaanse krijgsgevangenen naar Vught die ook op de zorg van Aleida mogen rekenen.
Door haar contacten met de Duitsers hoort ze van één van de achtergebleven Wehrmachtofficieren dat er springlading is aangebracht bij verschillende kampgebouwen. Ze brengt het verzet op de hoogte en die zorgt ervoor dat de bommen onschadelijk worden gemaakt. Juist door zo de oren en ogen van het kamp te zijn, weet zuster Aleida veel leed te voorkomen.
Na de oorlog vertrek ze naar Roosendaal, trouwt en gaat bij Philips werken. Ze wordt voorzitter van de vrouwen van de Katholieke Actie en blijft buitengewoon actief. In 1987 overlijdt ze.